Chagrijnig... van de honger

Ken je die reclame nog van Snickers? “je bent jezelf niet als je honger hebt”. Deze is echt ontwikkeld voor onze dochter, want poeh wat kan zij uit de bocht komen als ze honger heeft. Het komt ook altijd geheel onverwacht. Het eerste waar we aan denken is dat ze moe is, maar negen van de tien keer blijkt het toch wat anders te zijn.

Benieuwd wat wij er tegen doen? Lees dan snel verder;

Gemiddeld genomen eet Tess ongeveer één boterham ’s ochtends. De ene dag iets minder, de andere dag gemakkelijk twee. Daarna eten we halverwege de ochtend wat fruit. Een appel, peer, druiven, het maakt peuterlief niet uit. Fruit is één van haar favoriete tussendoortjes. Als lunch eten we meestal één tot twee boterhammen, om halverwege de middag nog een tussendoortje te eten. Dit tussendoortje verschilt. Rozijntjes, rijstwafel, ontbijtkoek, cracker, soepstengel, snackgroente, maar net wat we thuis hebben schotelen we dan voor.

De ene dag heeft ze voldoende aan deze hoofdmaaltijden en tussendoortjes, een andere keer is ze een behoorlijke feeks. Ze is chagrijnig, niets is goed en je dringt niet tot haar door. Het komt zelfs voor dat ze er wat agressiever van wordt. Dit is haar ‘hongerige boosheid’, in het Engels hebben ze hiervoor een speciale term bedacht; ‘hangry’.

Ik heb online een en ander uitgeplozen, want… Wát kunnen we doen om dit te voorkomen? Het is voor haar niet leuk, maar voor ons ook niet makkelijk.

Wat is hangry?Laten we eerst bij het begin beginnen. Want wat is ‘hangry’ precies? Hoe ontstaat het eigenlijk? Simpel gezegd gaat het om een daling in je bloedsuikerspiegel. Je lichaam is zo geprogrammeerd dat wanneer de suikerspiegel daalt allerlei hormonen reageren om deze te laten stijgen. Dat is onder andere belangrijk voor je hersenen, zij hebben glucose hard nodig.

Twee van die hormonen die reageren zijn adrenaline en cortisol. Zij zorgen simpel gezegd voor het hongergevoel, maar kunnen ook zorgen voor boosheid, irritatie en impulsief gedrag. Deze twee hormonen veroorzaken het ‘hangry’ gedrag dus.

Wat kan ik er tegen doen?

De volgende vraag waarop we graag antwoord willen; wat kunnen we er tegen doen? Het gemakkelijkste antwoord is natuurlijk; op tijd eten. Toch is er iets anders wat triggert, want onze peuter krijgt toch 5 maaltijden per dag; 3 hoofdmaaltijden en 2 tussendoortjes. Hoe kan het dan dat ze de ene dag wel last heeft van ‘hongerige boosheid’ en de andere dag niet?

Snelle suikers veroorzaken een suikerdip, hoewel je eerst een snelle stijging krijgt van de bloedsuikerspiegel keldert deze zo hard dat deze lager uitkomt. Probeer dus zoveel mogelijk witte rijst en snoep te vermijden. Dat is tip 1!

Een rijstwafel of soepstengel geven als tussendoortje? Doen wij regelmatig! We kiezen dan wel voor een volkorenvariant. Het beste om te geven ’s middags is eigenlijk snackgroente, een gekookt eitje of een handje ongezouten nootjes. Dit zijn voor peuters, maar ook kleuters de perfecte tussendoortjes!

Ik heb een ‘meeneem-tas’ aan de kapstok hangen. Deze kan ik snel mee grissen als ik de deur uit loop. Daar zit – naast een setje schone kleding en een hydrofiele luier – ook altijd wat te eten in. Zo houden we de dag een stuk gezelliger! Merken we dat ze honger krijgt? Hup snel wat te eten en het trekt langzaam weg.

Nu vertel ik het wel eenvoudig, maar we moeten er echt nog wel aan wennen om het gedrag niet te snel af te schuiven op ‘oh ze zal wel moe zijn’… Eerst wat eten geven als ze chagrijnig is zit nog niet helemaal in ons systeem. En dan bedoel ik gelijk bij een verandering in gedrag wat eten te geven. Nu wachten we soms nog te lang en daarmee hebben we onszelf vaak te pakken, want; hallo driftbui!

Herken jij hongerige boosheid bij jou kind? En wat doe jij er tegen?