Snap
  • jeugd
  • Kind
  • Verlies
  • Trauma

Van het verleden naar het Heden..deel 1

Een verhaal/gebeurtenis geschreven vanuit kindsperspectief.

Ik woon in een huis waar ik van houd, het huis van mijn ouders, mijn opa en oma en hun ouders. Een echt familie huis, altijd van ons geweest en nooit van een ander. 

Ik voel me hier veilig en goed. Ik heb een mooie grote kamer met al mijn knuffels verzameld om me heen. Als ik ga slapen moet ik ze allemaal wel weltruste zeggen en bidden voor iedereen. 

Ik hou er van dat alles hetzelfde is, voel me rustig bij het vertrouwde wat ik ken en weet. Mijn ouders zijn er altijd, als ik uit school kom ben ik nooit alleen. Mijn vader is stoer en kan alles, hij werkt bij de politie dit vertel ik graag aan iedereen en ik voel mij dan ook trots. Mijn moeder is lief maar wel wat strenger, rustiger en de basis van ons gezin. 

Met mijn moeder heb ik nooit echt ruzie maar met mijn vader wel. Ik ben het eigenlijk nooit met hem eens en hij ook nooit met mij. Ik heb altijd een weerwoord of een "maar" en zo praten we dan veelste lang en krijgen we soms ruzie. Toch vind ik hem ook grappig en kijk ik naar hem op. Ik vertrouw hem en hij lost alles op. Hij kan alles maken en als ik iets echt graag wil kan ik hem overhalen. Mijn moeder niet, die houdt voet bij stuk. 

Ik hou van dezelfde dingen, elke dag. Rituelen, herhalingen en niet teveel onverwachtse dingen. In de avond kan ik vaak niet slapen, uren lang niet. Soms wordt ik snachts wakker en roep ik mijn moeder. Ze komt bij me zitten dan, tot ik in slaap val. Voor het slapen gaan doet ze ontspanningstherapie met me. Ze maakt een luikje in mijn hoofd waar alle nare dingen door verdwijnen en als ze klaar is gaat het luikje dicht. Het helpt, ik kan dan slapen. 

Ik houd niet van knuffelen, maar ik verlang er wel naar. Het voelt ongemakkelijk, maar ik heb het ook nodig. Wanneer mijn moeder 's avonds werkt, brengt mijn vader me naar bed. Dat is vreemd, ongemakkelijk en anders dan hoe mijn moeder het doet. Een aai over mijn bol en dan snel slapen. Ik ben blij als mama thuis is en we alles gewoon zoals altijd kunnen doen.

Vaak zeggen mensen dat ik lastig, dwars of ongezellig ben. Ik hoor het vaak. Ik weet dat ik zo ben, maar ik begrijp niet waarom. Mijn broer is dat niet. Hij is echter vaak onaardig en bazig tegen mij, maar hij is rustig en luistert beter. Mensen zeggen ook dat ik grappig en adrem ben. Mijn ouders zijn trots, maar vinden mij vaak ook te veel.

Mijn vader is ziek, denk ik. Ik weet het niet zeker. Ik heb iets gehoord. Zijn longen zijn niet goed en hij moet stoppen met roken. Mijn moeder zeurt er weleens over. Mijn vader hoest veel, heel hard alsof hij moet overgeven en vaak. 

Hij gaat ook minder naar zn werk en ligt veel in bed. Ik weet nooit wanneer. Soms als ik uitschool kom ligt hij in bed en soms is hij aan het werk. Hij ligt wel vaak en veel in bed. Soms luister ik aan de slaapkamerdeur, ik luister of ik hem hoor. Als ik hem hoor hoesten is het goed. Hij leeft nog en is thuis. 

Ik begrijp het niet echt, mijn vader is minder aan het werk en ligt meer in bed maar als het etenstijd is eten we gezellig aan tafel. We lachen en praten en alles is als altijd maar toch ook niet... want de zondagen dat we altijd als gezin wat doen blijft hij in bed liggen en doen we niets meer. Stelt hij zich aan..? Wilt hij niets met ons doen? Als hij zo ziek is waarom is hij dan nog niet dood? Hij gaat toch dood? Of niet? Niemand praat erover en ik vraag ook niets. Ik weet niet wat ik moet vragen want alles lijkt normaal. Wanneer hij niet in bed ligt dan is t gezellig of hebben we dezelfde discussies/ruzies als altijd. 

Ik vertel op school dat mijn vader ziek is en dood gaat. Ik denk dat namelijk echt maar zeker weten doe ik t niet. Ik weet ook niet waarom ik het niet vraag, misschien wil ik het antwoord niet weten. Ik ben boos op hem... Hij stelt zich aan toch? Dat moet wel... hij kan niet echt dood gaan. Toch luister ik aan die deur elke keer als  ik uit school kom of hij in bed ligt en hoest en dus nog ademt.

De vader van mijn vriendin is dood. Ik mag vanuit de klas wat langs brengen. Ik vind het heel erg voor haar. Mijn vader is ook ziek maar nog steeds niet dood en misschien gaat hij wel niet dood..of wel.. ik weet het niet.. ik begrijp het allemaal niet zo goed. Ik erger mij aan mijn vader. Als je niet dood gaat hoef je ook niet in je bed te liggen toch?