Snap
  • Kind
  • spelen
  • leren
  • Judo
  • spelenderwijs
  • spelend

Spelend leren overal

Allebei mijn zoons zijn erg nieuwsgierig. Ze willen graag weten hoe dingen heten en hoe alles werkt. Daarnaast houden ze, net als de meeste kinderen, ook erg veel van spelen. Buiten, binnen, met speelgoed of met alles wat ze vinden, het maakt niets uit. Het ene is nog mooier dan het andere. Ook kunnen ze soms in de kleinste dingen geïnteresseerd zijn. Zo hebben we laatst in de tuin een hele tijd naar de mieren zitten kijken. Wat doen ze? Waar gaan ze heen? Waarom ligt al dat zand daar? Machtig interessant. En dat alles gebeurde omdat de speelgoed vrachtwagen tijdens een kiezelsteentransport ineens heel veel mieren tegen kwam. Ik vind het zo mooi om te zien hoe kleine kinderen de wereld om zich heen ontdekken, en leren van alles wat ze tegen komen.

Speeltuin

Mijn kinderen gaan graag naar de speeltuin. Daar worden ze continu uitgedaagd om zichzelf te verbeteren. Kan ik hoger schommelen? Kan ik over het klimrek heen klimmen zonder op de grond te komen? Hoe kan ik het snelst van de glijbaan? Dit alles wordt enorm versterkt op het moment dat er andere kinderen in de speeltuin zijn. Wat doen ze? En hoe doen ze dat? Misschien doen ze wel iets leuks, of doen ze hetzelfde, maar dan op een coolere manier. Andere kinderen zijn voor mijn kinderen een eindeloze inspiratiebron.

Mijn oudste zoon is motorisch erg handig en kan goed zelfstandig spelen. Hij vindt het leuk om zichzelf een doel te stellen. Dat kan zijn dat hij vijf keer van de glijbaan wil, maar ook dat hij een heel parcours van de verschillende toestellen in de speeltuin foutloos wil lopen, soms ook nog als onderdeel van een verhaal wat hij tegelijkertijd probeert te vertellen. Hij probeert steeds om zichzelf te verbeteren. Zo werkt hij spelenderwijs aan zijn motorische vaardigheid, kracht, balans en behendigheid. En omdat hij zoveel oefent, gaat het ook iedere keer beter.

Soms verzint hij zelf nieuwe dingen, soms is hij geïnspireerd door andere kinderen in de speeltuin. Tussen school en huis zit een speeltuin met een soort klimparcours waar je van touw naar touw moet klimmen. Hij doet dat zelf netjes via de touwen. Nu was er laatst een grote jongen in de speeltuin. Deze jongen gebruikte deels de touwen, maar op een gegeven moment klom hij ook langs de bovenrand van het klimrek. En terwijl hij dit deed hing mijn zoon rustig in de touwen te geïnteresseerd te kijken hoe die jongen dat nou precies deed. Zo kan het dus ook! Ik houd mijn hart vast voor de volgende keer dat we daar langskomen en hij deze inspiratie in de praktijk gaat brengen..

Mijn jongste zoon is erg sociaal en open. Hij wordt erg blij van andere kinderen en rent direct naar ze toe om samen te spelen. Hij doet dit ook als hij ze niet kent, en ook als ze een stuk ouder zijn. Het is een enthousiast mannetje wat stoer door stapt en eigenlijk nooit pijn heeft als hij omvalt, of om gebotst wordt. Misschien vinden veel kinderen het daarom wel leuk om met hem te spelen. Ze tolereren hem in ieder geval. Als hij omvalt, helpen ze hem weer overeind als hij dat nog niet zelf gedaan heeft, en als hij iets doet wat sociaal ongepast is, dan corrigeren ze hem. Zo snapt hij bijvoorbeeld niet altijd dat je op je beurt moet wachten bij de glijbaan en dringt hij soms voor. Als ze dat tegen hem zeggen, snapt hij dat nog niet goed, dus wordt hij fysiek op de juiste plek in de rij gezet. Opgelost. Toen hij gelijk daarna weer van de glijbaan wilde, ging hij uit zichzelf op de goede plek staan. Een succesvol leermoment! Voor nu in ieder geval.

In de judoles

Op de sportschool proberen we de lessen dynamisch en gevarieerd te houden. Als de kinderen de lessen saai vinden, wordt er minder hard getraind en kunnen ze een beetje vervelend gaan doen. Er zijn wel een aantal basisoefeningen die we regelmatig willen herhalen. Om het toch interessant te houden, proberen we om de lesstof steeds op een andere manier aan te bieden. Als we bijvoorbeeld een bepaalde worp willen oefenen, dan besteden we steeds aandacht aan een ander element van die worp. De eerste les leggen we uit hoe je de worp maakt, de volgende keer leggen we de nadruk op wat je armen doen in deze worp, de keer erna zijn de benen aan de beurt, de week erop besteden we extra aandacht aan het vallen, de week daarna proberen we deze worp te maken tijdens het stoeien en de worp is ook een keer onderdeel van een spelletje. Op deze manier zijn we vaak al weken dezelfde techniek aan het oefenen, terwijl de meeste kinderen het ervaren als veelzijdige lessen waarin we steeds iets anders doen. En doordat we stiekem toch steeds dezelfde worp oefenen, gaat die na een aantal weken toch ineens een stuk beter. Dat is heel mooi, want er wordt hard getraind en het is leuk.

Op school

Ik had wel eens gelezen dat er op veel scholen in de kleuterklassen met spelend leren gewerkt wordt. Op die manier hebben de kinderen het erg naar de zin, kan de leerstof goed eigen gemaakt worden en leren ze om de stof toe te passen in verschillende situaties. Dat klinkt heel logisch en ik dacht dat ik het snapte, maar ik begreep het pas écht toen de scholen dicht waren. Ineens mocht ik, net als heel veel andere ouders, thuisonderwijs geven. Spelend leren in de praktijk. Maar hoe dan?

Gelukkig kreeg mijn oudste zoon iedere week een bingokaart met oefeningen en instructiefilmpjes van zijn juffen. Ik dacht dat ik een goed beeld had van de dingen die hij wel en niet leuk vindt, maar op een aantal opdrachten reageerde hij anders dan ik verwacht had. Van sommige dingen werd hij erg boos en gefrustreerd, terwijl hij andere dingen geweldig vond. Samen dierenyoga doen of de verschillen in afbeeldingen zoeken was niet zo'n succes, maar joggend rekenen of opdrachten met dobbelstenen vond hij geweldig. Het allermooist vond hij het om dingen op te meten. Een aantal dagen liep hij trots met zijn rolmaat door het huis en alles en iedereen werd opgemeten en vergeleken. 'Mama, ik ben groter dan de stoel!' 'De auto vuilnisauto is kleiner dan de bank'.

Ik vond het leuk om me zo te verdiepen in het schoolwerk van mijn zoon en de manier waarop hij leert, ontdekt en speelt. Ik vond het ook erg intensief en ik ben dankbaar dat de scholen nu weer gewoon open zijn. En mijn zoon ook, want de juf kan alles namelijk wel goed uitleggen.

Thuis

Los van het thuisonderwijs, leren we ook thuis bijna iedere dag weer nieuwe dingen. Mijn jongste zoon is druk met leren praten. Hij wijst naar alles en probeert vooral dieren en mensen goed te benoemen. Ook 'nee' is een favoriet woord op dit moment. Gisteren maakte hij zijn eerste twee-woorden-zin. Hij huilde en papa wilde hem troosten. Tijdens het huilen riep hij ineens, 'Nee, mama!'. Normaal is hij echt een papa's kindje, maar op dat moment kennelijk even niet.

De oudste is op dit moment erg druk met dino's en onderwaterdieren. Hij kijkt graag filmpjes van de Octonauts, een soort onderwater-dieren-reddingsteam geassisteerd door diverse groenten wat dieren in en rond het water over de hele wereld te hulp schiet. Het is een verrassend leuke serie en erg informatief. Hij kan hier hele afleveringen van naspelen en dit combineren met zijn eigen dino-reddingsteam. Als ik als ouder met hem mee mag spelen, dan moet ik goed opletten en natuurlijk wel een dier kiezen dat in hetzelfde leefgebied leeft als het dier wat hij gekozen heeft om te zijn. Zo kunnen de reuze siphonofoor uit het poolgebied en de arapaima uit de Amazone natuurlijk niet samen spelen. 'Dat kan toch niet, mama!' Dus. Zo leer ook ik spelenderwijs.

Kinderen spelen en leren overal en altijd. Door de twee te combineren groeien ze enorm snel en hebben ze het ook nog naar hun zin. Als ik kijk naar mijn eigen kinderen en de kinderen in onze judolessen, dan ben ik er van overtuigd dat je kinderen spelenderwijs echt alles kunt leren. Vanmiddag mogen we dit weer toepassen in de judolessen op de sportschool. Kijken hoe de kinderen de oefeningen zo goed mogelijk doen, terwijl ze lekker aan het sporten zijn. De kinderen leren van ons en wij leren van de kinderen. Zo maken we elkaar beter en groeien we samen. En het is nog leuk ook! Spelenderwijs kunnen we alles!