Een eigen huis, een plek onder de zon
We zijn op zoek naar een ander huis, met een extra slaapkamer. Eerst stuit het bij Dunya op verzet, maar langzaam went ze aan het idee.
Als Dunya weer eens bij mij in bed kruipt vraag ik me ineens af hoelang ze dit nog leuk blijft vinden. Wanneer wordt ze te groot om bij mama te slapen? Maar ik vraag me ook iets anders af: Hoelang wil ze nog op dezelfde slaapkamer als mama slapen? We hebben maar één slaapkamer. Het wordt hier te klein. Geen plek ook om onze vele spullen op te bergen, dus ons huis is een grote bende. Al een tijdje ben ik op zoek naar een andere woning. Dat wil alleen nog niet zo lukken.
Staatsliedenbuurt
Het begint vrij hoopgevend. Ik mag een woning bezichtigen in de Amsterdamse Staadsliedenbuurt. Het is aan de andere kant van het park, maar wel een leuke buurt denk ik. Voor het eerst sinds jaren mag ik een woning bezichtigen en ik ben heel opgewonden. Dit is een nieuwe kans. Dunya is bij voorbaat al duidelijk: Ze gaat niet verhuizen. Ze is gehecht aan de buren en aan haar school. Dat de school naast ons nieuwe huis dezelfde naam heeft vindt ze totaal niet interessant. Dunya is geen kind dat je makkelijk om de tuin leidt. De naam mag dan hetzelfde zijn, de school is anders. En het huis. En de buren. Wat ik ook zeg, ze verandert niet van gedachten.
Stapelbed
Als we dan toch maar gaan kijken, lopen we naar de twee slaapkamertjes. Ja, het zijn er twee, dat is zo. Maar op die manier kan ik thuis ook twee slaapkamertjes maken, je kunt er een bed kwijt, maar dat is het. “Hier komt mijn stapelbed!” zegt Dunya. “Oké, dus je wilt hier wel wonen?” vraag ik. “Echt niet!” roept ze uit. Ik werp een blik in de badkamer. Een andere kandidaat staat naast me. “Oei...” zegt ze en lacht even. Ik lach ook. Nee, dit is wel heel klein en heel ouderwets. Dit is niet de plek die ik me voorstel waar we samen voor langere tijd gelukkig zullen zijn. “De muren van mijn slaapkamer wil ik roze, met paarse stippen!” deelt Dunya mee. Ik knik de woonmakelaar vriendelijk toe. “Ik denk er even over na....” Thuisgekomen vul ik op de site in dat ik me terugtrek als kandidaat.
Kindvriendelijk
Een poosje later hebben we meer geluk. We komen in een woning in de buurt en het licht stroomt ons tegemoet. Ik ben meteen verkocht. We lopen rond en nog eens, en nog eens. Ik ben meteen verliefd op dit huis. Dunya heeft de plattegrond in haar hand en vergelijkt alles. Niet dat ze snapt hoe het werkt, maar ze neemt het in elk geval serieus. Deze beslissing moeten we weloverwogen nemen. Het is een prachtige woning. Maar we zijn twaalfde kandidaat en de kans dat de elf voor mij op de lijst deze mooie woning weigeren is natuurlijk erg klein. Een week later zie ik dat de woning is toegewezen aan een andere kandidaat. Wij zijn geëindigd als zesde. Ik zucht. Zo’n woning als deze vind ik nooit meer. "Mama was verliefd op dat huis" vertelt Dunya op school. Toch kom ik een week later in een woning die er dichtbij komt. Ik ben tweede kandidaat, dus maak een heel goede kans. Ik moet wel heel zeker zijn dat ik deze woning wil. “Zijn de buren een beetje kindvriendelijk?” vraag ik aan de woonmakelaar. Ze aarzelt. “Op de gang staat iemand van het Meldpunt Zorg en Overlast. Die kan er meer over vertellen!”
Zorg en Overlast
“Hebt u interesse in deze woning?” vraagt de vriendelijke meneer op de gang. Ik zeg dat ik twijfel. Hij vertelt dat de buurvrouw van beneden een paar klachten heeft ingediend over de bovenburen bij het Meldpunt Zorg en Overlast. “Die mevrouw had een kindje” zegt hij. “Volgens ons waren het gewoon leefgeluiden die ze hoorde, maar zij had er veel last van. Overigens zijn er goede afspraken gemaakt met de buurvrouw nu er nieuwe buren komen.” Ik ben niet geïnteresseerd in de afspraken die er zijn gemaakt. Dit ga ik niet aan. Ik wil niet letterlijk en niet figuurlijk op mijn tenen lopen in mijn eigen huis. Om maar niet te spreken over wat Dunya doet. Die is dat helemaal niet gewend. Wat dat betreft zitten we hier luxe. Onze benedenbuurman is een vriend geworden en vindt het gestamp van Dunya wel grappig. Dat is het andere uiterste. Ik baal. Deze woning was leuk. Er was best iets van te maken, al was die vorige woning wel veel mooier. Maar die was uniek. En deze woning was leuker dan waar we nu wonen. Maar de buren zijn belangrijk.Ik verwacht ook, nadat we in korte tijd drie woningen hebben bekeken, dat er snel iets nieuws zal komen.
Woningnet
Maar daarna wordt het stil op Woningnet. Er komen nog maar weinig woningen in de buurt vrij. Of de huur is veel te hoog. Het maakt me wat moedeloos. Maar wij hebben tenminste een huis. Een vriendinnetje van Dunya is met haar moeder teruggegaan naar Polen, omdat ze hier geen onderdak hadden. Zij waren blij geweest met een huis zoals wij nu hebben, als ze daardoor in Nederland konden blijven. Dunya mist Rafi nog steeds. Ze had gezegd in groep vijf terug te komen, maar als we dat eind van het schooljaar navragen bij de directeur vertelt zij dat moeder daar niks over gezegd heeft tegen haar. E-mails blijven onbeantwoord, een adres heeft niemand. We hebben alleen nog de foto’s en de herinneringen.
Hoogslaper
We redden ons nog wel even in dit huis. Maar we hopen toch op dat ene huis dat voor ons bestemd is. Wie weet, het hoeft maar één huis te zijn, hebben we binnenkort geluk. Ook Dunya is nu wel aan het idee gewend, al wil ze wel op deze school blijven. Dat wordt dus een afweging. Hoever wil ik fietsen om haar elke dag naar school te brengen? Tot nu toe zijn er maar weinig woningen in de omgeving te vinden. Over een tijdje gaan we de slaapkamer leeghalen en opnieuw inrichten. Met een hoogslaper! Dan vinden we vast een constructie om toch een soort van eigen hoek te maken voor Dunya. Het komt goed. Maar we zijn wel toe aan iets nieuws.... Een leuk huis, een plek onder de zon. En altijd iemand in de buurt die van me houden kon. Meer vragen we eigenlijk niet. En op een dag vinden we dat. Daar blijf ik op vertrouwen.
Anoniem
Thnkiing like that shows an expert at work
Henrike Laning
Volhouden! Dat is het enige wat je kunt doen.
Anoniem
Oh ja die 3 a 4 jaar scheelt dus wel. Hopelijk vind je snel wat. Ik blijf gewoon reageren en hopen op een lotingswoning.
Henrike Laning
Ik heb een woonduur van 12 of 13 jaar. Ik ben pas sinds een jaar echt aan het reageren. Maar de laatste tijd zijn er weer weinig woningen in de buurt. En ik wil wel graag hier in de omgeving blijven wonen.