Mijn telefoon gaat en ik verstijf
‘Het gaat niet goed met Anna, jullie moeten NU deze kant op komen!’
Het is even stil geweest, want wij hebben genoten van een heerlijke vakantie. Niet per se mooi weer, maar wel tijd voor elkaar met z'n viertjes. Precies wat we nodig hadden. De vakantie is weer voorbij, we starten ons ritme weer op en ook het schrijven zal ik weer opstarten.
Maandag 14 maart 2022 | deel 2
De hele dag ben ik zo druk bezig geweest dat ik de verpleger die vanmiddag en vanavond voor Anna zorgt nog niet gesproken heb. Het is iemand die we nog niet eerder gezien hebben. Als ik eindelijk klaar ben, is het al bijna etenstijd. Ik zeg de verpleging goede dag, stel me voor en maak een kort praatje. Hij vertelt dat hij Anna gaat verzorgen. Om doorligplekken te voorkomen of beter gezegd zoveel mogelijk te beperken, wordt Anna iedere paar uur in een andere houding gelegd. Vaak moeten ze ook nog wat schoonmaken of uitzuigen. Het is geen fijn gezicht, maar we beginnen een klein beetje aan de situatie te wennen, voor zover je hieraan kan wennen. Wij moeten toch nog eten en stellen voor dat wij even richting het restaurant gaan, zodat zij op hun gemak en zonder dat wij op de vingers kijken met Anna aan de slag kunnen. Dat lijkt hem ook een goed idee.
Het is druk in het restaurant en ze doen hier wel heel erg hun best om gezonde maaltijden te verzorgen. Het wordt er in ieder geval niet aantrekkelijker op. Zeker niet als je geen eetlust hebt, maar eet omdat je weet dat je moet eten. We rekenen af en lopen met ons dienblad richting een tafeltje helemaal achter in het restaurant. Ik heb mijn broer aan de lijn als ik een wisselgesprek krijg. Ik voel aan alles dat dit foute boel is. Ik zeg tegen mijn broer dat ik op moet hangen en kijk op mijn telefoon, weer een privénummer. Ik voel mezelf helemaal licht worden. Als ik opneem hoor ik een stem zeggen ‘Het gaat niet goed met Anna, jullie moeten NU deze kant op komen!’. Het lukt me even niet om te schakelen en kijk naar mijn dienblad. De stoel had ik al naar achteren geschoven, maar verder was ik nog niet gekomen. Ik denk alleen maar, ik was net van plan om te gaan eten, ik kan niet jullie kant op komen. Dan valt het kwartje, ik laat het dienblad uit mijn hand vallen en zeg dat we eraan komen. Ik zeg tegen Mark dat het niet goed is en we die kant op moeten. Ik zeg hem dat we moeten rennen. We laten alles vallen, rennen dwars door het volle restaurant. Meerdere keren roep ik tegen Mark dat we NU moeten rennen, het is niet goed, rennen NU! Ik zie geschrokken gezichten om me heen en voel de ogen in mijn rug branden.
We hebben op dit moment nog geen idee wat er aan de hand is, weten alleen dat het niet goed gaat. We weten ook dat ze niet zomaar bellen, dus dat het iets ernstigs is, weten we zeker.
De adrenaline zit enorm hoog bij me en ik ben pas net begonnen met rennen. We komen bij de lift aan, gelukkig staat er niemand anders te wachten. We stappen de lift in, pakken elkaars hand vast, jemig wat duurt dit lang. Mark kijkt me aan en zegt ‘Iska zij kan dit, Anna is sterk, ze kan dit, het komt goed.’. Als een mantra blijft hij dit herhalen, voor mij, maar volgens mij ook voor zichzelf. We hebben op dit moment nog geen idee wat er aan de hand is, weten alleen dat het niet goed gaat. We weten ook dat ze niet zomaar bellen, dus dat het iets ernstigs is, weten we zeker.
Als de lift open gaat, trekken we een sprintje. De kinder IC zit helemaal achter in de gang. Het is me niet eerder opgevallen hoe lang deze gang is. Halverwege kan ik niet meer, ondanks dat ik altijd best goed ben geweest in sprinten, kom ik niet meer vooruit. Ik voel mijn benen bijna niet meer, de adrenaline zat al zo hoog voordat ik begon met rennen. Ik roep naar Mark dat hij door moet rennen en raap alles bij elkaar om zo snel mogelijk op de IC te komen. Doordat Mark de deur open maakt, zijn we nog aardig gelijk binnen. We worden opgevangen en ik zie alleen maar hele serieuze, ernstige blikken. We lopen naar Anna haar kamer. De isolatiedeur staat open, net als de sluisdeuren. Het staat vol met mensen. Veel mensen die ik niet eerder heb gezien. Voor mijn gevoel is zelfs de poetshulp gekomen om te helpen. Ik zie twee intensivisten. Ik heb ze allebei al eens eerder gezien en gesproken. De mannelijke intensivist heeft een soort aanvoerdersband om zijn schouder, met intensivist erop. Het is me niet eerder opgevallen, eigenlijk weet ik zeker dat hij die eerder niet om had. Ik hoor hem zeggen ‘Ze is er weer’. Ze is er weer, vraag ik me af. Jongens, waar was ze dan? We zien dat mensen hun handen terugtrekken en achteruit stappen. Dan zie ik dat de verpleger die voor Anna zorgt samen met nog een verpleegkundige en de mannelijke intensivist nog druk met Anna bezig is. Er wordt iets met een wekker of zandloper gedaan en er wordt iets gezegd als ‘6 minuten, meteen pulsatie’. Ik snap er nog steeds weinig van.
Dan pakt de vrouwelijke intensivist me beet en kijkt me recht in mijn ogen aan. Ze zegt ‘Mama, we zijn Anna aan het reanimeren’. Het enige dat ik uit kan brengen is ‘Ik moet even zitten, denk ik’. Ik voel mijn benen ondertussen niet meer als er een stoel onder me geschoven wordt. Ze vertelt me dat ze Anna hebben moeten reanimeren. Het gaat om een incident, ze is niet achteruit gegaan. Ze hebben maar 6 minuten gereanimeerd en hadden meteen pulsatie. Ze herhaald het meerdere keren terwijl ze voor me geknield zit en me nog steeds aankijkt. Ik zie eventjes alleen haar, zit alleen met haar in een bubbel en begin de situatie een beetje te begrijpen. De kamer loopt leeg en de hectiek verandert in rust. Ze testen nog wat dingetjes en maken later nog een echo, maar wij kunnen onze Anna weer aanraken.
Als ik naar de verpleger kijk, zie ik de schrik en de angst in zijn ogen. Ik bedank hem en vraag hem hoe het gaat. Hij moet ook even tot rust komen en vertelt dat het zijn eerste kinderreanimatie is. Later vertelt hij dat zijn dochtertje ook Anna heet. Ik zie dat hij erg onder de indruk is, maar hij blijft professioneel en werkt knetterhard voor onze Anna. Als alles weer rustig lijkt en de nodige testen uitgevoerd zijn, stelt hij voor dat ik even bij Anna in bed ga liggen. Ik weet niet wat ik hoor, maar wil heel graag tegen mijn meisje aankruipen. Zo dicht ben ik al een aantal dagen niet bij haar geweest.
Nogmaals hebben ze hier het leven van Anna gered en tegelijkertijd ons betrokken, geïnformeerd en gesteund. Het zijn helden daar op de kinder IC!
TvdV
Heel veel kracht en sterkte wens ik jullie hoop zo op een goede afloop en houd me vast dat er staat dat jullie met zijn vieren op vakantie zijn geweest🙏🙏
Nicole de block
Zo veel sterkte hoop dat het een positieve draai mag nemen dikke knuffel😘😘😘
Anoniem
Veel kracht toegewenst 🥰
Tessa2211
Tranen in mij ogen… wat verschrikkelijk heftig dit