Ik heb Anna nog nooit zo ziek gezien
Ze is er zelfs slechter aan toe
Vrijdag 11 maart 2022
Vrijdagochtend, Mark is werken, Anna nog steeds niet in orde. Ze is er zelfs slechter aan toe. Koorts is niet gestegen, maar ze lijkt er wel meer last van te hebben. Hangerig zijn we al even gepasseerd, ze huilt, nee jammert op een manier die ik niet van haar ken. Ze kijkt beroerd uit haar ogen, haar koppie hangt als ze in de kinderstoel zit en haar plas is minimaal en donker. Ik vertrouw het niet, dus bel de huisarts. Omdat haar hoofdje zo hangt, willen ze haar graag even zien. Het past precies in mijn planning. (Gek he, hoe dat dan nog belangrijk kan lijken) Even langs de huisarts en erna meteen door naar de kapper.
De huisarts ziet niks geks, maar wel een heel ziek kindje.
Ik kom bij de huisarts aan en Anna jammert weer of eigenlijk nog steeds. Ik hou haar maar lekker dicht bij me op de arm. Ik heb haar pyjama aangelaten, want ik mag niet aan haar armen komen. De huisarts ziet niks geks, maar wel een heel ziek kindje. Omdat Anna nog heel goed drinkt, maakt ze zich op dit moment geen zorgen. Anna is in contact geweest met een kindje die waterpokken heeft gekregen dus het zullen wel de waterpokken zijn. Daar kunnen kindjes ook echt flink ziek van zijn, bevestigd de huisarts me. Maar die urine? Dat weet ze ook niet zo goed, misschien goed om wat urine op te vangen. Ik heb nog plaszakjes, niet dat het me ooit gelukt is urine op te vangen met een plaszakje. Daarbij plast ze amper, hoe kan ik dan urine opvangen? Maar ik ga het proberen.
Voel ik mij schuldig? JA!
Na de huisarts ga ik naar de kapper en is een vriendin van me zo lief om een rondje met Anna te lopen. Ze zal wel in de wagen in slaap vallen, want ze is zo moe. Niks is minder waar, maar ze vindt wel wat rust. Eind van de middag genieten we van het zonnetje. Ik wikkel Anna in een deken en neem haar even mee naar buiten. Ze wil alleen maar bij mij zijn. Mark komt thuis en we genieten even van het zonnetje. Wat kijken we uit naar het voorjaar en de zomer. We dromen. De zomer waarin Anna leert lopen, denken we..
Achteraf zijn er signalen die ik nooit meer aan me voorbij zal laten gaan. Ik weet ondertussen ook wel beter. De huisarts ziet natuurlijk zoveel zieke kindjes, ze kunnen ze niet allemaal door de molen halen als er geen alarmsignalen zijn. Ik neem ze het ook niet kwalijk, maar de volgende keer dat Anna veel drinkt en niet tot amper plast, neem ik geen genoegen meer met ‘ze is goed ziek, maar ik zie niks geks’. De volgende keer dat Anna niet goed in slaap kan komen en jammert zoals ze deed, zorg ik dat er een kinderarts meekijkt. Ik weet nu dat mijn moedergevoel echt wel klopt en ik weet nu ook hoe ik dat aan artsen over kan brengen. Veel artsen zeggen, als je het niet vertrouwt kom je gewoon terug. Maar wat bedoelen ze daar eigenlijk mee? Ik zou niet naar een arts gaan als ik het wel vertrouw. Dus moet ik morgen gewoon terug komen of moet ik terugkomen als ik het nog minder vertrouw dan ik nu al doe? Het is lastig en nogmaals, ik neem het ze echt niet kwalijk, want Anna had nog wel koorts, maar niet hoog. Anna dronk en at nog voldoende. Ik snap het, maar voortaan vertrouw ik nog meer op mijn moedergevoel.
Voel ik me schuldig? JA! Tegelijkertijd weet ik ook dat ik daar helemaal niks mee bereik en dat ik op dit moment niet veel meer had kunnen doen. Een bacteriële infectie is heel lastig te herkennen als ouder, maar ook als arts. Rationeel gezien weet ik dat ik alles gedaan heb wat ik had kunnen doen op dat moment. Ik wist immers ook niet beter. Maar mijn gevoel zegt soms dat ik wel goed zat en dat ik niet mee had moeten gaan met de huisarts. Heeft het zin om mezelf hier druk om te maken? Nee ik kan mijn energie beter in Anna en ons gezin stoppen. Meestal lukt het ook om het naast me neer te leggen, maar soms overvalt het me en dat is ook oké.