Zijn bijzondere brein
Deel 3 - de geplande keizersnede
We bereidden ons voor op de geplande keizersnede. We deelden voor het eerst "openbaar" wat er met onze zoon aan de hand was, en dat hij al sneller dan verwacht geboren zou worden. De exacte datum deelden we alleen in kleine kring. We hadden nog wat voorbereidende gesprekken in het ziekenhuis. Vooral de afspraak voor de anesthesie vond ik heel spannend; ik ben heel bang voor alles wat medisch is en zag dus ook op tegen het infuus, de katheter en de ruggenprik. Ik trof een fantastische anesthesist die me geruststelde en alles goed uitlegde. Uiteindelijk had zij zelfs gezorgd dat zij zelf bij mijn keizersnede kon zijn omdat ik me bij haar op mijn gemak voelde; zo lief! We pakten spullen in, een tas voor een paar dagen, en tassen voor een paar weken. We hadden geen idee of J. wel of niet levend geboren zou worden, en dus wisten we ook niet of we lang in het ziekenhuis/Ronald McDonaldhuis zouden blijven.
En toen was de dag daar. We hadden allebei weinig geslapen en moesten ons al vroeg melden in het ziekenhuis. En dan hopen dat er geen spoedkeizersnede tussendoor kwam, zodat we niet de hele dag hoefden te wachten. Gelukkig was dat niet het geval, en ging alles heel snel; behalve het infuus prikken, want dat ging niet. Dat moest uiteindelijk een arts komen prikken. Al die tijd had ik me redelijk groot gehouden, maar toen ik eenmaal op de operatietafel zat om de ruggenprik te krijgen, brak ik. Ik was zo ontzettend bang voor de operatie en ook zo bang om ons kind te verliezen. De ruggenprik was gelukkig snel gezet en zat gelijk goed. Ik zei nog: "maar je zou toch nog met een pincet in mijn buik knijpen om te kijken of het werkte?", waarop de anesthesist zei: "dat heb ik allang gedaan en daar heb je dus niks van gevoeld 😉". Er was veel personeel op de OK: meerdere gynaecologen, verpleegkundigen, personeel in opleiding, en het NICU-team stond ook klaar. Iedereen vond dit spannend, en dat voelde je. Ik had van tevoren aangegeven dat ik niet zeker wist of ik J. geboren wilde zien worden. Ik was bang dat hij er heel naar uit zou zien, en ik wist niet of ik dat aankon. Na ongeveer 10 minuutjes hoorden we gehuil, en mijn man zei: "kijk maar, het is goed".
Daar was hij, ons dappere jongetje kwam luid huilend uit mijn buik. Het allermooiste kindje, helemaal niet eng, en belangrijker nog: helemaal niet dood.
Er ging een golf van opluchting door de operatiekamer. Heel even mocht ik hem een kusje geven, en toen ging hij samen met mijn man naar een kamertje naast de OK. Daar werd hij aan allerlei apparatuur en in de couveuse gelegd. Voordat hij naar de NICU werd vervoerd, mocht ik hem nog een keer zien, en toen was ik echt "alleen"; samen met al het personeel. Mijn buik moest nog gehecht, dat is een lang proces. De anesthesist hield al die tijd mijn hand vast, en dat voelde heel veilig. Tijdens het hechten vroeg de gynaecoloog: hoe heet hij eigenlijk? En toen klonk voor het eerst sinds zijn geboorte zijn naam🧡.