Van nachtmerrie naar droombevalling - Deel 1
Zoals jullie een paar blogs eerder hebben kunnen lezen, was Daans bevalling niet bepaald om over naar huis te schrijven. Niet ging zoals ik had gehoopt. Het was niet de prachtige, verbindende ervaring waar ik op had gehoopt. Het was een uitputtingsslag, een nachtmerrie, een traumatische ervaring. Een jaar lang heb ik gezegd dat ik nooit meer wilde bevallen. Ik wilde echter nog wel heel graag een kindje en ik wilde heel graag nog zwanger zijn, dus er moesten keuzes gemaakt worden. Uiteindelijk hebben we besloten om voor een tweede kindje te gaan, onder het motto van 'erger kan niet'.
Want zeg nou zelf, ingeleid, 44 uur bezig, een sterrenkijkertje en een vacuümverlossing met knip. En daar ben ik (uiteindelijk) overheen gekomen, dus een tweede bevalling moest ook lukken. Ik stond er de hele zwangerschap redelijk relaxed tegenover, maar toen het einde van de 39 weken in zich kwam en er nog geen teken was van een aankomende bevalling, werd ik nerveus. Wat als ik weer 42 weken door moet lopen? Wat als ik weer doodmoe aan een marathonbevalling moest beginnen? Dat gingen we dus niet doen. Dus tijdens mijn 41-weken-check-up gaf ik aan dat ik ingeleid wilde worden. Liever vandaag van morgen. Helaas voor mij worden aanstaande mama's in Finland pas met 41+5 weken ingeleid. En in Finland zijn regels nu eenmaal regels.
Ik nam daar dus geen genoegen mee en eiste dat ik de volgende dag ingeleid zou worden. Mijn verloskundige schreef een verwijsbrief naar de kraamkliniek (ze gooide het op bevalangst en mogelijke postnatale depressie) en stuurde me naar huis om het antwoord af te wachten.
De volgende dag was Tommi al vroeg naar z'n werk vertrokken. Ik voelde in de ochtend wel wat rommelen en stiekem hoopte ik dat het zou beginnen. Ik wilde echter ook niet te enthousiast worden, des te grote zou de teleurstelling zijn. Ik bracht Daan om negen uur naar het kdv, reed door naar de Ikea (ik was er de dag ervoor achtergekomen dat ik geen matrashoesje had voor in haar co-sleeper, tweede-kind-syndroom) en ging 's middags Daan weer ophalen. Tommi was inmiddels thuisgekomen en ik vertelde dat ik dacht dat dit misschien wel the real deal was. Ik wist nu zeker dat wat ik voelde weeën waren en ze kwamen regelmatig om de zeven minuten. Rond 17:00 gingen we eten en de weeën werden pijnlijk en kwamen nu om de vijf minuten. We besloten naar mijn schoonmoeder te rijden. Ze zou op Daan passen en mijn bonusschoonvader zou ons naar de kraamkliniek rijden.
Om 20:00 ging Daan naar bed en toen zijn kaarsje uitdoofde, doofden mijn weeën ook uit. We overlegden even en Tommi en ik besloten terug naar huis te gaan om nog wat te slapen. We zouden mijn bonusschoonvader bellen als het erop leek dat er wat ging gebeuren. Lang hoefden we niet te wachten, om 22:00 werd ik wakker van de weeën. We belden de kraamkliniek, maar ze zeiden dat ik een paracetamolletje moest nemen en onder de douch moest gaan staan. Tommi kreeg op dit moment bijna een toeval, want precies dat hadden ze een paar weken eerder tegen een vriendin van mij gezegd en die is toen in haar eigen hal bevallen voordat de ambulance er was.
Zo'n vaart liep het bij ons gelukkig ook weer niet, maar rond 23:30 zei ik tegen Tommi dat ik nu toch wel echt naar de kraamkliniek wilde, dus we belden Tommi's stiefvader, die in minder dan een minuut voor de deur stond. Hij reed sneller dan toegestaan (mild uitgedrukt) over de vrijwel verlaten wegen naar het centrum van Helsinki, waar de kraamkliniek staat. De weeën werden intenser en onderweg van de hal naar de afdeling moest ik regelmatig stoppen om door een wee te ademen. Zou ze dan toch vandaag al komen?
Zoals gewoonlijk maar ik een kort verhaal weer buitensporig lang, dus deel twee komt later. Dan vertel ik over de bevalling en hoe compleet anders het was dan Daans bevalling.