Snap
  • Bevallingsverhalen
  • tweeling
  • NICU
  • meerling
  • #twinmom
  • verloskunde

NICU

Op de neonatale intensive care unit (NICU) wil je als ouder nooit terecht komen, toch ligt deze afdeling vaak vol met mini-mensjes die vechten om groot te mogen worden. Heel af en toe kom ik op de NICU om te kijken hoe het gaat met de veel te vroeg geboren kinderen die ik op de verloskamers tegen kwam. Lees hier het verhaal van Sam en Luuk geboren na een zwangerschap van 25 weken.

Ik sluip stilletjes de kamer van mijn tweeling op. Het is bijna half elf als ik een kus op beide slapende voorhoofdjes plant. Het waren horken vanavond, wilden niet eten, niet douchen en zeker niet naar bed. Maar als ze hier zo liggen, smelt mijn hart. Ik sluit de slaapkamerdeur, pak mijn spullen en vertrek naar het ziekenhuis waar ik mijn tweede nacht in deze rij begin….

Gisternacht was ik aan het werk en kwam Pauline met de ambulance vanuit een ander ziekenhuis. Haar vliezen waren gebroken bij 25 weken. Dit geeft een grote kans op vroeggeboorte waardoor ze werd overgeplaatst naar ons ziekenhuis, met een NICU. Dat is een neonatale intensive care unit, een afdeling voor extreme prematuren of ernstig zieke baby’s.

Zodra ze voet in de verloskamer zette, namen haar weeën toe. Onvoorbereid (zonder ingewerkte longrijping), werd twee uur nadat ze bij ons kwam Sam geboren. Een klein jongetje met een vuurrode huid. Hij woog net 600 gram en liet ons een piepklein huiltje horen. Sam was net overgedragen aan de neonatoloog toen zijn broertje, Luuk, geboren werd. Zijn huid was even glanzend als dat van Sam maar hij had een luidruchtiger gehuil dan zijn broer. Luuk was met zijn 540 gram de kleinste. Ze werden verplaatst naar de NICU en ik hoorde dat de opvang oké ging. Het was het einde van mijn nachtdienst en ik ben naar huis gegaan.

Vanavond keek ik, na het openen van mijn computer, gelijk hoe het met de jongens ging. Hoewel de start oké leek, is het nu zorgelijk. Pauline had geen tijd om de longrijpingsprikjes te laten inwerken waardoor de jongens gelijk met 1-0 achterstonden. Ondanks de mogelijkheden voor intensieve behandeling, moesten de jongens met een aantal eerste problemen dealen.

Na een mooie bevalling van een ruime acht ponder op de afdeling loop ik snel naar de NICU. Ik vis het mondkapje uit mijn zak en bind de elastiekjes achter mijn oren. Ik houd mijn handen onder de alcoholdispenser en verspreid het over mijn handen. De klapdeuren zwaaien open en ik stap de wereld van prematuren binnen.

Ik loop de zaal binnen en kijk naar de balie waarachter een paar verpleegkundigen werken. In de zaal lijkt het bezig, veel verpleegkundigen staan bij couveuses zorg te verlenen aan hun kleine patiëntjes. De balie staat in het midden van de grote zaal. Her en der brandt een schemerlampje en lichten de monitoren en infuuspompen op naast de glazen huisjes.

Rond één van de couveuses staan twee artsen en een verpleegkundige. Een grote lamp schijnt als spotlight de couveuse in. Ik zie één van de artsen opkijken naar de monitor om vervolgens weer verder te gaan met haar handelingen. Ik loop langs het tafereel en knik vriendelijk tegen de medemondkapjes die kort opkijken als ik voorbijga.

Als ik bij de balie ben, vraag ik waar Sam en Luuk liggen.‘Bed 11 en 12, achter bij het raam,’ wijst één van de verpleegkundigen.‘Dankjewel, weet je hoe het met ze gaat?’‘Nee, sorry. Maar José, de verpleegkundige die voor ze zorgt, is daar.’

Ik bedank haar en loop in de richting waarin ze wees. Ik zie bedjes 11 en 12 en zie José tussen de couveuses in op een hoge zadelkruk zitten. Ze heeft haar beide handen in één van de couveuses en omvat een mini hoofdje van één van de jongens.

Langzaam loop ik naar ze toe. Ik fluister zachtjes tegen José.‘Hoi, ik ben Lisa, van de verlos. Ik was bij de geboorte gisteren. Hoe gaat het?’‘Hi, ik ben José,’ glimlacht ze. ‘Och, ze doen hun best. Maar ze hebben het erg moeilijk. Sam heeft een hersenbloeding gehad en ligt aan de beademing. Hij is onrustig en oogt oncomfortabel. We hebben hem wat gegeven om rustiger te worden.’

Ik houd mijn adem in bij de aanblik van het kleine mannetje. Ik zie de onrust die José bedoelt. Hij beweegt zachtjes, hij krijgt zijn handjes niet omhoog vanwege het infuus. Hij heeft een navellijn voor de toediening van medicatie. Op zijn borst zitten plakkers van de monitor die zijn hele borst bedekken. Het mini-luiertje dat hij omheeft komt haast tot onder zijn oksels. José heeft haar handen op het mannetje.‘Zijn kleine broertje doet het ietsje beter maar ook daar zijn veel zorgen.’‘Moeten de ouders er niet bij zijn?’ vraag ik.‘Ik heb ze een uurtje geleden weggestuurd om wat te gaan slapen. Ik bel ze zodra het anders wordt en heb beloofd niet bij de jongens vandaan te gaan.’‘Och, wat lief van je.’ Mijn hart breekt als ik denk aan hoe onzeker het is voor de ouders.José glimlacht en legt haar blik weer op Sam in de couveuse.

Ik blijf nog een tijdje kijken naar de mannetjes en denk aan hun onvoorbereide start. Nog geen dag oud en al meer medicatie, slangetjes en scans gehad dan ik in mijn hele leven. Na een kwartiertje zeg ik José gedag. Die inmiddels Luuk geborgenheid geeft met haar handen.

Ik loop terug langs de balie met verpleegkundigen en knik ze vriendelijk een fijne nacht toe. Het bedje waar net een hoop mensen omheen stonden, is inmiddels toegedekt met een doek. Daar lijkt het voor nu goed te gaan. Ik loop door de klapdeuren terug richting de verloskamers. Ik knijp mijn ogen een beetje samen van de felle tl-lampen die op de gangen branden. Ik vis mijn telefoon uit mijn zak en kijk naar de achtergrond van mijn telefoon. Jorieke en Karlijn lachend en elkaar omhelzend op de achtergrond. Ik glimlach van trots en stop de telefoon terug in mijn zak.

Ik denk aan hoe mijn avond verliep met twee boze meisjes die niets wilden. Die een potje maakten van het eten, niet wilden douchen en boos waren op alles. Ik denk aan mijn boze reactie, hoe klaar ik ermee was en hoe fijn ik het vond toen ze eindelijk sliepen. Ik voel me schuldig bij de gedachte als ik denk aan Pauline en haar man. In wat voor schuitje zij nu zitten met hun onwijs prematuur geboren tweeling. Ik duim in mijn hoofd voor Sam en Luuk en hoop dat ze sterk genoeg zijn om te kunnen vechten. Waarom heeft de natuur dit bedacht? Soms snap ik het even niet….

Sam is de nacht daarop overleden. Het kleinste mannetje, Luuk, leek na twee weken het diepste dal te hebben gehad maar is helaas overleden aan de gevolgen van een ernstige darmontsteking (NEC) toen hij bijna 3 weken oud was.

Laten we met elkaar ook deze onzichtbare meerlingouders niet vergeten.

Lisa

*Ik heb de namen van de jongetjes aangepast