Mijn peri-partumdepressie en opname op de moeder-kind afdeling (2)
Het was 29 december. Vol spanning pakte ik 's morgens mijn spullen bij elkaar in Sliedrecht. Ik haalde de laatste medicatie op en nam afscheid. Mijn partner bracht mij vandaag over naar het Erasmus MC.
Bij aankomst in het Erasmus MC liepen we gebouw DP binnen en overviel de spanning me zo erg dat ik mijn partner toesnauwde: "fijn zeker om mij hier achter te laten, je kan er zeker niet beter vanaf komen". Mijn partner reageerde niet, liep verder met de kinderwagen en we belde aan op de derde verdieping. Samen mochten we direct meelopen naar de babykamer. Dit is een afgesloten ruimte bestaande uit drie delen: een woonkamergedeelte, een slaapgedeelte en een verschoningsruimte. In de babykamer is altijd een verpleegkundige en een student geneeskunde aanwezig. Bij binnenkomst kregen wij een rondleiding en uitleg over de regels binnen de babykamer waaronder, enkel bezoek van de partner i.v.m. corona, de moeders ontbijten, lunchen in de babykamer, geen telefoons toegestaan en de moeders slapen niet bij hun kinderen. Over dit laatste maakte ik mij het meeste zorgen. Het scenario dat ik een grote zware deur achter mij dicht zou trekken en mijn kleine mannetje daar achter zou moeten laten had al meerdere malen door mijn hoofd gegonsd. Toen zei de verpleegkundige van de babykamer: "nu laten we Frenkie hier achter en gaan we naar de afdeling". Wat?! Moest ik hem nu al achterlaten? Ik volgde haar samen met mijn partner naar de afdeling. Op alle deuren zaten sloten. Als moeder werd ik opgenomen op de gewone gesloten afdeling tussen alle andere patiënten. Nadat ik in Sliedrecht een beetje had kunnen wennen aan 'zieke' mensen om mij heen was dat hier toch wel weer spannend. Het is een heel ander soort leefwereld. Andere patiënten kunnen vreemd uit de hoek komen en benaderen je juist wel of niet. Mijn kamer werd aangewezen, nummer 13.. natuurlijk, mijn lievelingsgetal. Toen bleek dat ik mijn kamer moest delen overviel mij een angst. Waar ik in Sliedrecht volledige privacy had, kreeg ik die hier totaal niet. Je terugtrekken op je kamer en een potje huilen was dus onmogelijk, dacht ik. Ik deelde mijn kamer met een andere moeder, die de aankomende drie dagen op verlof was i.v.m. oudjaar. Samen met de verpleegkundige moest ik mijn koffer uitpakken en werden alle scherpe voorwerpen, medicatie en een paar andere producten direct ingenomen. Toen kwam het moment waarop ik afscheid moest nemen van mijn partner. We liepen terug naar de babykamer, omhelsde elkaar en namen afscheid. Ik voelde zoveel maar voelde mij toch ook weer zo leeg.. boosheid, verdriet, zenuwen, leegte, onrust, spanning.
Ik merkte dat het even wennen was om de zorg van mijn kindje weer over te nemen. Tussen onze band was gelukkig vrijwel niets veranderd. Sterker nog, we voelden elkaar feilloos aan. De afspraak was dat ik de taak van de verzorging zoveel mogelijk op mij zou nemen, ik zou hulp vragen waar nodig en die tegen beter weten in ook te krijgen. De eerste week moest ik stoppen met de medicatie die ik innam en was er een observatie. Zo konden ze bekijken of de depressie dan beter zichtbaar naar boven zou komen zodat de psychiater daarna een goed stappenplan op zou kunnen stellen. De eerste dag was dramatisch. Ik huilde aan een stuk, ik kreeg geen hap door mijn keel en was het liefste continu in de babykamer bij mijn zoon. Totdat ze mij wegstuurde om te gaan rusten op mijn kamer. Een normaal patroon, volgens de verpleegkundige. Er werd mij bij intake ook gezegd: "je gaat het hier echt heel zwaar krijgen en je gaat jezelf echt tegen komen, maar wij helpen je erdoorheen".
Er waren twee andere moeders. De ene moeder ging bijna naar huis met ontslag en de andere was mijn kamergenoot. Bij het middageten hadden ze de grootste pret en maakte ze puzzels met elkaar. Ze bleven maar lachen.. ik dacht alleen maar: "wat doen jullie hier in godsnaam?" De dagen daarop had ik weinig contact met het thuisfront. De ochtenden waren zwaar.. ik was vroeg wakker en moest mijzelf door de ochtend heen slepen. Vast ritme, snel douchen en zorgen dat ik om 08.30 bij de babykamer voor de deur stond. Uiteindelijk bleek een kamergenoot dus juist wel te helpen. Doordat je samen slaapt kan je elkaar verplichten om op te staan. We praatten heel veel en ontdekte veel overeenkomsten in gevoelens en patronen. Veel moeders die opgenomen werden met dit soort klachten hebben zelfde soort karaktereigenschappen. Vaak zijn het vrouwen die een zorgend beroep uitoefenen, controle willen houden en moeite hebben met het maken van keuzes. Op oudejaarsavond was ik alleen, had ook geen behoefte om met andere patiënten een oliebol te eten. Ik keek uit mijn slaapkamerraam om 20.30 en zag de Euromast. Hij veranderde elke tien seconden van kleur en ik staarde maar, door dat afgesloten raam. Ik dacht aan mijn oudste zoon. Wat een verschrikkelijke oudejaarsavond.
De eerste twee weken druppelde voorbij. Ondertussen raakte ik meer gewend aan het ritme op de afdeling. Ik was amper buiten geweest. Een kleine wandeling onder begeleiding. Ook hier moest ik weer vrijheden opbouwen in overleg met partner en familie. Ik wilde liever niets doen in overleg met familie. Zij hadden mij al die tijd onder druk gezet en waren mede de reden geweest dat ik hier opgesloten zat! Moeilijk dus.. Tegelijkertijd kwam mijn depressie steeds verder omhoog. Ik viel kilo's af, at amper, had geen zin meer om op te staan en sliep 's nachts niet. Toen had ik een afspraak met de psychiater. Hij concludeerde dat alle mensen die mij afgelopen twee weken begeleidt hadden zagen dat ik daadwerkelijk last had van een depressie. Dit was een depressie die al klachten gaf voor en rondom de bevalling en daarom krijgt deze de naam: peri-partum depressie.
In overleg besloten we te starten met het gebruik van anti depressiva. Ik kreeg uitgebreide voorlichting en ook al zei mijn hoofd: "dit wil je niet", ik had geen keuze. Ik moest dit proberen en mij beter gaan voelen. De eerste dagen voelde ik me een zombie, maar dan ook letterlijk. Ik liep door de gang en voelde mijn benen niet. Het leek of ik zweefde. Ik beefde, trilde, was kotsmisselijk en had continu een droge mond. Ik had geen kracht in mijn ledematen en kon Frenkie niet eens meer optillen. Ik moest nu wel meer om hulp gaan vragen. Op de babykamer maakte we een dagschema en maakten we ook een schema voor de voeding van Frenkie. We begonnen met om de drie uur voeden en later hebben we dit uitgebouwd naar vier uur. Ik wiegde hem altijd in slaap, uiteindelijk kreeg ik het voor elkaar om hem te laten huilen in zijn bed waardoor hij in slaap viel. Dit duurde steeds korter en korter en uiteindelijk kan ik hem nu gewoon neerleggen in zijn bedje en weggaan. Wat een overwinning. Ik was doodmoe en zo blij dat ik de nachten niet voor Frenkie hoefde te zorgen. In mijn schema stonden vaste rustmomenten. Op deze momenten ging ik wat voor mijzelf op mijn kamer doen en mocht Frenkie echt ontroostbaar zijn dan belde ze mij op, maar ik moest proberen het te laten voor wat het was. Rust was the key.
Tijdens mijn opname waren er iedere week vaste activiteiten speciaal voor de moeders. Moedergroep: hierin konden wij als moeders een probleem opgooien waar we thuis of in het ziekenhuis tegenaan liepen en konden andere moeders met ons sparren. Psychomotorische therapie: het werken aan het maken van keuzes, je eigen ik, over je grenzen gaan door middel van bewegingsactiviteiten. Hier was mijn eerste opdracht om een toren te bouwen van bekertjes. Dit hoefde niet binnen een bepaalde tijd maar was wel een eye-opener voor mijzelf. Alles moest voor mijzelf recht op elkaar staan, ik wilde alle bekertjes op maken en moest dus de keuze maken of mijn toren om zou vallen of niet. Wat vond ik zelf belangrijker.. bizar dat je daar dus anderhalve minuut over na moet denken omdat er gewoon geen ruimte bestaat in je hoofd om keuzes te kunnen maken. Ontspanningsmomenten: vooral gericht op luisteren naar jezelf in de vorm van meditatie. Babymassage: een vast contactmoment met je baby waarin masseren centraal staat. Creativiteit: creatieve opdrachten gekoppeld aan je opname en kindje. Zoals het maken van een babykistje waarin we spulletjes verzamelde van de tijd van de opname.
Daarnaast waren er nog de vaste gesprekken met de psychiaters en verpleegkundige. Mijn levensloop werd uitgebreid besproken. De psychische achtergrond van familie werd doorgelicht. Er werd bloedonderzoek gedaan en er werden echo's gemaakt. Ieder detail werd zorgvuldig onder de loep gelegd.
Ik merkt dat ik me na vier weken opname wat beter ging voelen. Ik was gewend geraakt aan het ritme en had wat meer contact met thuis. Ik had wat meer vrijheden opgebouwd, een leuke klik met mijn nieuwe kamergenoot en genoot van Frenkie. Ik ging wat andere activiteiten zoeken dan enkel Netflix kijken en startte met het maken van puzzels. Er lagen er zo'n duizend dus ik kon oefenen om mij daarop te focussen. Het weekmenu begon mij een beetje mijn neus uit te komen dus onder begeleiding kocht ik beneden in de AH sushi. Na een tijdje opbouwen van vrijheden mocht ik zelfs een half uur alleen naar buiten, wel zonder Frenkie. Ik zag Mats te weinig en dat deed mij wel veel. Mats werd gelukkig heel goed opgevangen thuis en hem was uitgelegd dat Frenkie en ik een tijdje uit logeren waren. Moeilijk te begrijpen voor een peuter van net 3. Mijn antidepressiva werd verder opgehoogd en na een tijdje mocht ik een uurtje naar huis. Wat een drama.. ik zag er als een berg tegenop en kwam compleet overprikkelt en verdrietig terug.. Hoe moest dit ooit goed komen.
Weken vlogen voorbij.. ondertussen was het al eind februari. Het sneeuwde en iedereen genoot van de buitenlucht. Ik maakte een wandeling tussen de Rotterdammers die hun slee uit de schuur hadden getrokken en genoot van de sneeuw. Ik kon weer van dingen genieten. het waren kleine dingen, maar toch.. dit had ik zolang gemist. Dit waren de kleine geluksmomentjes. Ik kreeg bezoek van mensen die ik liefhad en dat heeft mij er ook echt wel doorheen gesleept, dat mensen gewoon luisterde en geen advies gaven maar mij er gewoon doorheen hielpen. Steeds vaker wende ik thuis totdat het zolang goed ging dat er af werd gesproken om naar de open afdeling te verhuizen. De open afdeling wil zeggen: je mag zelf van de afdeling lopen wanneer je wilt, kunt onbeperkt gebruik maken van de wasruimte (top), had een eigen kamer en moest verplicht op woensdagnacht en de van vrijdag tot zondag naar huis. Dit was nog wel een dingetje. Ik veranderde, mijn partner kreeg begeleiding en tips hoe hij met bepaald gedrag om moest gaan maar alsnog was ik blij dat ik weer uitstapte bij de voordeur van het Erasmus MC en afscheid nam. Ik noemde het thuis.
Het ging steeds beter. Ik bouwde een band op met personeel, andere moeders en had beter contact met het thuisfront. Ik kon weer de moeder zijn die ik voor mijn kinderen wilde zijn. Ik heb donkere momenten meegemaakt en die ook totaal nog niet verwerkt op de dag dat ik naar huis mocht. Het afscheid in het ziekenhuis was zwaar. Ik zag er zo tegenop maar heb mij hier zo geliefd en fijn gevoeld. Ze hebben mij geleerd om dingen los te laten, niet te ver vooruit te kijken en jezelf te accepteren zoals je bent. Je moet soms voor jezelf kiezen! Mijn partner heeft het ondanks al zijn verdriet al die tijd super goed gedaan met mijn oudste zoontje thuis, echt een powerpapa en verdriet kon plaatsmaken voor trotsheid. Dat moet ook zo zwaar zijn geweest. Iets wat ik mij nu besef maar waar al die maanden geen plek voor is geweest in mijn hoofd. De hulp van familie, de dagelijkse post en kaartjes, de lieve berichtjes en brieven. Zo waardevol.
Ik ben nu sinds half maart thuis. Het moeilijkste was om weer onder een normale groep mensen te zijn. Ik krijg nazorg van Yulius. Er heerst rust, dat was het belangrijkste. Wat iemand van mijn verhaal vindt.. dat doet er eigenlijk niet zoveel toe. Ik ben hier zoveel sterker uitgekomen dan gedacht en nog op weg.. Ik heb regelmatig een terugval, ook na leuke activiteiten. Dat valt mij zwaar en ik moet het tijd geven. Momenteel schrijf ik vooral veel. Brieven, verhalen. Dit is ook een opdracht om alles langzaamaan te gaan verwerken. Dit helpt erg goed en geeft lucht. Die antidepressiva zal ik nog wel een tijdje nodig hebben.. misschien zelfs levenslang. Maarja, so what.. misschien heb ik dat stofje nou eenmaal nodig. Ik ben zoals ik ben. En ik kan de vraag van mijn zoontje nu in ieder geval beantwoorden: "mama, ga je nu nooit meer logeren en blijf je bij mij?" VOOR ALTIJD!
AngelaS1980
Kippenvel krijg ik er van en ik wil je het liefste alleen maar een hele dikke knuffel geven. Je doet het goed dame, ookal is het nog steeds werken aan jezelf, maar je doet het en gaat het niet uit de weg ❤️ Ik ben enorm trots op je💫