Mijn geplande keizersnede met 32 weken
C-section awareness month
Deze maand is het “c-section awareness month”. Belangrijk, want tegenwoordig bevalt 1 op de 6 vrouwen via een keizersnede. De maand April staat daarom in het teken van het verspreiden van meer informatie over de keizersnede en het herstel, maar ook van het normaliseren van de geboorte via keizersnede. Ondanks dat het dus bij 1 op de 6 bevallingen voorkomt bestaan er nog steeds veel (onjuiste) clichés. Zo wordt de keizersnede nog steeds vaak gezien als “de makkelijke weg”. Je hoeft niet te persen, je kunt gaan liggen en het kind wordt er “voor je uitgehaald”. Dat de meeste vrouwen een keizersnede krijgen na een ellenlange bevalling die niet vordert, en vaak zelfs hun persweeën moeten tegenhouden op de operatietafel vergeten we voor het gemak maar even.. Ook wordt er vaak gezegd dat het fijner is om een keizersnede te krijgen omdat je dan niet kunt uitscheuren. Dat je een buikwond hebt van zo’n 15 cm die door 7 lagen heen gaat, waar je de rest van je leven last van kunt blijven houden, vergeten we voor het gemak dan ook maar even.
Je ziet het al. Ik zie een keizersnede zeker niet als “de makkelijke weg”.
Voor J.’s geboorte was ik heel bang voor alles wat met ziekenhuizen te maken had. Doordat mijn moeder toen ik jong was 3 jaar ziek is geweest heb ik als jong kind (te)veel in ziekenhuizen gezien. Dat heeft z’n sporen nagelaten. Toen de gynaecoloog mij vertelde dat de enige optie om J. een kans te geven een geboorte via keizersnede was, zakte de grond onder mijn voeten vandaan. Ik hoorde haar nog vaag iets zeggen over katheters, ruggenprik, risico’s en herstel. Maar het ging allemaal een beetje in een waas aan me voorbij. Ik wilde er niet aan denken.
De weken voor de keizersnede fantaseerde ik over “op het vliegtuig stappen en nooit meer terug komen”. Maar dat was ook niet echt een realistische oplossing. En dus liet ik me door de verloskundige toch maar voorlichten over hoe zo’n keizersnede dan zou gaan. Vooral de gedachte aan een verplicht infuus, allerlei stoffen die m’n lijf ingespoten zouden worden, maakte me misselijk van angst. Toch ging ik het doen, want het was J.’s enige kans. Zijn hoofd was te groot voor een vaginale bevalling, en zelfs met 32 weken al bijna te groot voor een keizersnede (ja ook daar zit een marge aan). Ik moest dus wel.
Als geluk bij een ongeluk kon ik, op de dag van mijn geplande keizersnede, gelijk terecht op de o.k. Er waren geen spoedgevallen, dus ik hoefde niet een halve dag met zenuwen te wachten in een ziekenhuisbed. Vanaf het moment dat ik het ziekenhuis binnenliep ging het eigenlijk allemaal heel snel. Helaas was ik niet assertief genoeg om te zeggen dat ik niet door iemand in opleiding geprikt wilde worden (ik ben niet makkelijk te prikken) waardoor het aanleggen van het infuus heel lang duurde. Dat was geen prettige ervaring, maar door de adrenaline kon ik het allemaal redelijk aan. Voor mijn gevoel lag ik binnen no time op de operatietafel, en ik weet nog dat ik dacht: “huh, zijn we er nu al?”
Als tweede geluk bij een ongeluk had ik dat allerliefste anesthesist die er bestond. Ik had haar toevallig een week ervoor al uitgebreid gesproken op de poli. De hele operatie lang heeft ze mijn hand vastgehouden (mijn man ging na de geboorte direct met J. mee, en het hechtproces duurt dan nog ongeveer drie kwartier tot een uur). Ze vertelde me steeds wat er gebeurde en hoe het met me ging. Het gaf me heel veel rust. En de dosis morfine die ze me ondertussen toediende hielp vast ook een handje.
De keizersnede zelf viel me achteraf gezien dus mee. Maar dan het herstel. De pijn, de naweeën, de hechtingen die trekken. De eerste paar dagen doet zelfs lachen/huilen (ja, we hebben meer gehuild dan gelachen die eerste dagen op de NICU) ontzettend zeer. Ik vroeg me dan ook af hoe ze ooit verwachtten dat ik weer ging lopen, want ik zag het zelf nog niet zo voor me. Het herstel duurde lang. Doordat J. op de NICU lag, gingen we dag in, dag uit naar het ziekenhuis heen en weer. Veel tijd voor rusten en slapen was er niet. En op een kruk naast een couveuse zitten is nou niet echt bevorderend.. Maar inmiddels kan ik weer lopen 😉
Een keizersnede is niet de makkelijke weg. Het is een grote operatie, met een vaak lang herstel. Maar ik ben ook ontzettend dankbaar dat we in een tijd en land leven waar een keizersnede veilig gedaan kan worden. Want het heeft J.’s leven gered. En daarvoor zou ik het zo weer overdoen!