Snap
  • Bevallingsverhalen
  • bevallen
  • Bevallingsverhaal
  • Ziekenhuisbevalling
  • natuurlijkebevalling

Mijn droombevalling in het ziekenhuis

De laatste tijd is er op Instagram veel discussie geweest over de oerbevalling versus de ziekenhuisbevalling. Een oerbevalling wordt dan meestal geassocieerd met een bevalling aan huis, zonder medische bemoeienis. Maar wat nou als je medisch bent verklaard en je dringend wordt geadviseerd om in het ziekenhuis te bevallen? Zoals ik? Kun je dan toch een zogenaamde ‘oerbevalling’ hebben? Of ontkom je in het ziekenhuis niet aan onnodige medische ingrepen? Ik was hoogzwanger tijdens deze discussie en thuis bevallen was voor mij helaas geen optie. Omdat mijn tweelingdochters met een keizersnede zijn geboren, was ik ook bij de zwangerschap van ons derde meisje medisch verklaard, vanwege het risico op een uterusruptuur. Maar ik wilde als het even kon wél een zo natuurlijk mogelijke bevalling. Mijn vorige ziekenhuiservaring was niet heel positief (zie mijn eerdere blogs hierover en mijn boek 'O jee het zijn er twee’); daarom maakten Olivier en ik in wel drie ziekenhuizen kennis om te bepalen waar ik wilde bevallen. Uiteindelijk kozen we voor het OLVG Oost in Amsterdam, waar we meermaals uitgebreid mijn geboorteplan doornamen. Ook verzon ik een mantra die ik in de laatste weken voor de bevalling steeds herhaalde: ‘Ik heb een vreugdevol verlof, bevalling en kraamtijd, in liefdevolle ontspanning.’

In de nacht van 11 of 12 december - ik ben precies 39 weken - is het zo ver: ik krijg een pijnlijke harde buik en even later voel ik mijn baby heel druk bewegen in mijn buik. Het lijkt wel of ze op zoek is naar de uitgang! Het gaat gebeuren, weet ik meteen. Ik sta op om naar de wc te gaan en daar breken mijn vliezen. Ik maak Olivier wakker: het is zo ver! Omdat ik de vorige keer al binnen twee uur volledige ontsluiting had, moeten we zo snel mogelijk naar het ziekenhuis. Aangekomen in het Anna Paviljoen van het OLVG word ik eerst aan de CTG gelegd om te zien hoe het met de baby gaat en of er genoeg weeënactiviteit is om in het ziekenhuis te blijven. Mijn weeën zijn nog niet heel regelmatig dus ik hoop maar dat ik door de keuring kom, want thuis liggen inmiddels mijn zus en zwager in ons bed om op de meiden te passen. Bovendien: vorige keer ging het zo snel; ik zie het echt niet zitten om onderweg in de auto te bevallen. Gelukkig: na een klein uurtje blijk ik voldoende weeën te hebben om naar de verloskamer te mogen. Een van de dingen die in mijn geboorteplan staan is dat ik alleen een ervaren verloskundige bij de bevalling wil. Er staat óók in dat ik voorkeur heb voor een vrouw, maar vannacht blijkt alleen een mannelijke verloskundige dienst te hebben. Gelukkig heb ik meteen een goed gevoel bij hem. En dus checkt hij mijn ontsluiting: 3 cm. Ik vind het nog niet zo veel, maar het is een begin. In de verloskamer worden mijn man en ik algauw alleen gelaten. We hebben om zo veel mogelijk privacy gevraagd en die krijgen we. De zoutlamp – inmiddels een begrip in de bevaldiscussie – komt uit de vluchttas en gaat het stopcontact in. Je kunt veel zeggen over dat ding, maar wat geeft hij een fijn, zacht licht!

Intussen worden de weeën steeds sterker en krijg ik er ook rugweeën bij. Daar heb ik de vorige keer geen last van gehad en wat vallen die me zwaar. Anders dan buikweeën kun je ze namelijk niet echt opvangen. Vanwege mijn medische indicatie wordt de baby voortdurend gemonitord, maar gelukkig biedt dit ziekenhuis draadloze ctg en kan ik me vrij bewegen. Ik zoek een tijd naar de optimale houding: onder de douche, op de bal, voorover leunend op bed. Uiteindelijk blijkt het voor mij het beste te werken als ik op de rand van het bed zit (de baarkruk vind ik te koud) met mijn voeten op een voetenbankje en Olivier achter me. De verpleegkundige brengt een warme kruik, die Olivier voortdurend tegen mijn rug houdt. Komt er een wee, dan geeft hij stevige tegendruk tegen mijn onderrug, terwijl ik met mijn hoofd achterover op zijn schouder rust. Zo kan ik de weeën toch goed volhouden zonder pijnstilling. Na twee uur komt de verloskundige weer binnen. Jammer genoeg blijk ik pas zes centimeter ontsluiting te hebben. Nog eens ruim een uur later – zijn dienst zit er dan bijna op – is dat zeven centimeter. ‘Hoe kan dat nou?’ zeg ik, ‘ik heb echt het gevoel dat ze er bijna is.’‘Sorry,’ zegt de verloskundige.‘Hoe lang kan het nog duren, die laatste drie centimeter?’ vraag ik.‘Moeilijk te zeggen. Het kan een kwartier zijn, maar ook drie uur.’Drie uur?! Het zal toch niet?

Maar nee. De verloskundige is de kamer nog niet uit, of ik krijg een enorme perswee. ‘Ze komt! Ze komt!’ roep ik. Olivier rent de kamer uit om de verloskundige terug te roepen. Nóg een perswee. Gelukkig, daar is de verloskundige. ‘Ik check je ontsluiting,’ zegt hij met enige verbazing. ‘Tien centimeter, je mag gaan persen!’Wat ben ik blij met deze wending. Ik zet alles op alles, want ik kan niet wachten om ons meisje te ontmoeten. ‘Je wilde haar zelf opvangen toch?’ herinnert de verloskundige mij aan mijn geboorteplan. Wat goed dat hij daaraan denkt! En zo vang ik, elf minuten nadat ik ben begonnen met persen en ongeveer een kwartier nadat de verloskundige 7 centimeter ontsluiting mat, ons perfecte meisje op.

Werd het tóch nog de snelle bevalling waar we op hadden gerekend, concludeert de verloskundige: 3,5 uur in totaal. Maar het fijnste van deze bevalling zijn de langzame en ontspannen uren ná de bevalling. De nageboorte komt moeiteloos, zonder toediening van oxytocine – iets wat ook nadrukkelijk in mijn plan stond, want meestal dienen ze dit standaard toe. Op ons verzoek blijft ons meisje nog meer dan een uur aan de navelstreng verbonden, terwijl ze bij mij huid op huid ligt. Pas als Olivier uiteindelijk de navelstreng doorknipt, wordt ze gecheckt en gewogen. Een paar uur na de geboorte van onze derde dochter mogen we al naar huis. Wat voel ik me goed. Niet alleen omdat deze bevalling fysiek zoveel minder ingrijpend is geweest dan mijn keizersnede, maar ook omdat álles in mijn geboorteplan gerespecteerd is. Ondanks de ziekenhuisomgeving hebben Olivier en ik dit echt samen gedaan, met alleen de hoognodige liefdevolle ondersteuning van het ziekenhuispersoneel. Een oerbevalling in het ziekenhuis: met een goede voorbereiding en personeel dat bereid is om zich te verdiepen in je wensen kan het dus wél. 

Op mijn eigen blog mylittledutchdiary.com lees je de lange versie van mijn bevallingsverhaal. Wil je je optimaal voorbereiden op je volgende bevalling na een negatieve ervaring? Mijn ecourse Schrijf je bevallingsverhaal helpt daarbij - zie de link op Mamaplaats Academy.