Snap
  • Bevallingsverhalen
  • bevallen
  • meisje
  • Bevallingsverhaal

Mijn bevallingsverhaal van Nora

Donderdag 15 augustus 2019

Gespannen word ik deze ochtend wakker. We hebben straks om tien uur een afspraak in het ziekenhuis bij de gynaecoloog. Zij gaat een echo maken van de baby. Omdat ik een ongecontroleerde zwangerschap heb gehad heb ik volgende week nog zo’n drie afspraken in het ziekenhuis, waarvan een een hele uitgebreide echo. Nu kijkt ze alleen naar de “basis”. De gynaecoloog bevestigd wat twee verloskundigen al zeiden; 37 weken en 6 dagen zwanger. Mijn uitgerekende datums is 31 augustus, spannend! Nog twee weken! Als ze binnen die tijd niet geboren is dan word ik de 31e ingeleid. Niet erg, maar ik hoop dat zo dat ze gewoon zelf komt.

Na de echo gaan we weer naar huis, een vriend komt langs zodat Remco samen met hem nog wat meubels in elkaar kunnen zetten. Het huis is een chaos en ik word daar helemaal kriebelig van. Ik voel mij raar en wil dat alles in huis klopt. Iets in mij zegt mij dat ik 31 augustus niet ga halen.

Na een paar uur en een paar meubels verder zijn ze er klaar mee. Genoeg voor vandaag, morgen gaan we verder. Eigenlijk vind ik het heel erg vervelend, ik wil dat het klaar is. Ik uit mijn gedachten naar Remco: “Wat als ze vannacht opeens komt? We kunnen haar toch niet mee naar huis nemen als het er zo uit ziet?!” Hij reageert: “Maak je niet zo druk Meer, je bent over twee weken pas uitgerekend, we hebben nog even tijd.” Ik barst in huilen uit, niet om wat hij zei, maar van de stress. Stress wat ik de afgelopen tijd heb opgespaard en niet kwijt kom, het komt er nu allemaal uit.

Na een tijdje - rond vier uur ’s middags - ging Remco weg, hij moest vandaag nog werken. Vanavond ga ik samen met mijn schoonmoeder naar Pijnacker om de kinderwagen en maxi-cosi, die ik heb overgekocht via marktplaats, op te halen. Ze komt mooi op tijd naar mij toe, we eten wat samen en gaan dan richting het station waar we overstappen op de metro.

Geen lang ritje in de metro gelukkig, rond kwart voor zeven ’s avonds zijn we bij het metrostation, het is gelukkig geen lange reis.. We stappen uit de metro en we lopen naar het paaltje om uit te checken. Tot mijn grote schrik voel ik opeens wat. Hè?! Ik heb toch niet in mijn broek geplast, dat zou ik toch wel voelen. Oh shit, ik denk dat mijn vliezen zijn gebroken!! Ik vertel het mijn schoonmoeder, zij denkt het ook.

Oké en nu? Wie moet ik allemaal bellen? Ik begin met Remco: “Hooooi, misschien is er niks aan de hand hoor.. maar ik denk dat mijn vliezen net zijn gebroken. Maar ik ga wel de wagen halen hoor!!” Remco zit op dat moment net in Eindhoven, helaas niet echt in de buurt, hij belt meteen zodat hij direct terug kan naar Den Haag. Vervolgens lopen we verder naar het huis waar we moeten zijn voor de kinderwagen. Ik vraag of ik even naar het toilet kan omdat ik denk dat mijn vliezen zijn gebroken.

Uiteraard mocht dat, ze bood mij een glaasje water aan en ik bel daarna het ziekenhuis. We moeten komen, maar ik mag nog enigszins rustig aan doen. Eigenlijk moeten we met wagen en al met de metro en tram naar het ziekenhuis, maar de vrouw weigert. “Mijn kinderen zijn toch bij opa & oma, ik breng jullie wel. Het is niet heel redelijk om nu in de metro te gaan zitten.”

Zij brengt ons naar het ziekenhuis, super lief! Ik word daar opgenomen, alles word gecheckt. En er word natuurlijk gekeken of het echt mijn vliezen zijn geweest. De uitslag komt, inmiddels zijn we met z’n vijven in de kamer. De bevestiging, mijn vliezen zijn echt gebroken, dat betekend dat mijn weeën ook elk moment kunnen komen, maar ook dat kan nog op zich laten wachten.

Ik bel meteen mijn ouders en zusje, ze zijn nog op vakantie in Denemarken. Heel zuur dat ik ze daar weg moet bellen, maar het is niet anders. Als het aan mijn moeder lag was ze vier dagen geleden al terug naar Nederland gekomen. In een uur hebben ze hun spullen gepakt en zijn ze gaan rijden, een kleine tussenstop in Zwolle om hun spullen daar te droppen en dan zullen ze er de volgende dag rond twaalf uur ’s middags zijn.

Ik moet een nacht ter observatie in het ziekenhuis blijven, ook voor het geval dat weeën al opkomen. Remco mag gelukkig bij mij blijven. Ik krijg medicatie om nog een beetje te kunnen slapen. De eerste paar uur waren goed, maar daarna kon ik niet meer lekker liggen raakte ik afgeleid door de geluiden die ik hoorde op de gang. Rond half zes hoor ik een vrouw ontzettend hard gillen en schreeuwen, het zal je niet verbazen, maar ze is aan het bevallen. Ze schreeuwt zo hard, dat ik de verpleging terug roep schreeuwen dat zij niet zo hard moet schreeuwen.

Ik denk ik mijzelf: “Dat wil ik echt niet hoor, zo ga ik niet zijn.”

Vrijdag 16 augustus 2019

Rond half acht wordt ons ontbijt gebracht, ik eet het wel maar heb eigenlijk totaal geen trek.

Een paar uur later komt er een arts, ik mag nog naar huis. Als ik weeën heb mag ik weer terug komen.” Fijn! Dan kan ik thuis nog opruimen” denk ik in mijn hoofd, denkend aan gisteren en de rotzooi die ik thuis achter gelaten heb. Rond twaalf uur zijn mijn ouders er, we pakken onze spulletjes weer bij elkaar, we gaan nog even richting het huis van vrienden van ons, daar hebben we de kinderwagen even gestald gisterenavond. Gelukkig wonen ze tegenover het ziekenhuis. Daarna gaan we richting huis.

We komen thuis, in de chaos. Gelukkig zijn mijn ouders er en vrienden van ons komen nog langs om ons te helpen. De hele dag hebben we gewerkt. Ik weet niet hoe, maar aan het einde van de dag staan alle meubels, zijn alle, kleertjes uitgewassen en hangen in de kast, alle rotzooi is zo goed als opgeruimd. Ik ging eigenlijk door tot ik niet meer kon. Als laatste pakten we de vluchtkoffer in. Een koffertje met spullen voor mij en wat dingen voor Remco en een tas met wat dingen voor de baby, onder andere haar eerste pakje. Zo bijzonder

Vlak voordat we gaan slapen zeggen we tegen elkaar: “Laat je ons nog even een nacht goed slapen? Dan mag je vanaf morgen wel komen”

Zaterdag 17 augustus 2019

We worden wakker. Ze heeft gelukkig naar ons geluisterd, we hebben heerlijk geslapen. Na gisteren een luie dag, dus we blijven nog even in bed. Daarna starten de dag, we maken een ontbijtje en gaan rustig op de bank zitten om serie te kijken. Ik krijg nog een paar appjes: “Al iets gebeurd? Voel je al iets?” Nee, nog niks aan de hand. Ik voel nog niks.” Remco belt nog met een vriend terwijl onze serie nog aan staat. Ik kijk wel maar ik volg het eigenlijk niet meer zo goed: “Zijn de weeën al begonnen?” Hoor ik uit de telefoon komen. Een vriendin van ons, die er gisteravond ook was maakte er een grapje van, gisteren riep ze dat om de vijf minuten en het antwoord was telkens nee. Maar precies bij deze vraag kreeg ik mijn eerste wee, ik weet meteen dat het een beginnende wee is, een soort menstruatie pijn maar dan heftiger, met een scherper randje.

Ik beantwoord de vraag dus met “Ja”.

Ik korte tijd volgen de weeën zich snel op, binnen een kwartier tijd komen ze al om de twee minuten en duren ze een minuut lang, sommigen zelfs wel wat langer. Ondertussen probeert Remco mijn ouders te bellen, zij zijn gisteren terug gegaan naar Zwolle en zouden vandaag weer hier naartoe komen. Hij krijgt ze niet te pakken. We hebben een taxi besteld naar het ziekenhuis, we mogen meteen komen. “Nog twintig minuten” zegt Remco. 20?! Zo lang nog?

Binnen vijf minuten wordt de druk echt al een heel stUk groter, zo groot zelfs dat ik eigenlijk al persweeën heb. Ik zeg tegen Remco dat hij de taxi maar moet cancelen, ik ga het niet redden met de taxi. Dan ben ik te laat in het ziekenhuis.” Bel maar een ambulance” roep ik. En dat doet hij, hij legt de situatie voor aan de centralist, binnen dertig seconden zegt hij dat er een ambulance onderweg is.

De post zit vlakbij ons, dus ik hoor hem eigenlijk vrijwel direct aankomen, ik krijg de centralist aan de telefoon, hij begeleidt mij goed en helpt mij door het weg puffen van de weeën heen. “Ze zijn nog dertig seconden van u verwijderd mevrouw, bijna!”

Ze zijn er, gelukkig! Twee aardige broeders komen bij ons binnen lopen. De een zegt: “Mevrouw, wat ik nu ga doen is misschien een beetje ongepast? Maar het moet toch. Ik moet even kijken of het kindje er al uit komt want anders moet ik toch thuis gaan bevallen.” Gelukkig is dat niet zo en gaan we zo snel mogelijk naar het ziekenhuis. Tussen twee weeën door loop ik de trap af naar de ambulance, een van de ambulance broeder roept nog dat ik helemaal geen schoenen aan heb, maar op dat moment maakt het mij allemaal niet meer uit. Ik moet in de ambulance komen.

Ik doe in de ambulance mijn ogen dicht, de weeën zijn zo intens en ik probeer ze weg te puffen, ze komen nu om de minuut. Tussen de weeën door heb ik eigenlijk bijna geen tijd om bij te komen.. Ik probeer te focussen op mijn ademhaling en niet op de pijn. Ik kom in een bubbel, een hele fijne bubbel want het lukt. Ik let heel goed op mijn ademhaling en daarmee valt een klein beetje pijn weg. Het grootste gedeelte natuurlijk niet, want het doet nog steeds echt heel veel pijn, maar wel iets.

We zijn met toeters en bellen naar het ziekenhuis gereden maar gek genoeg heb ik daar dus niet zo veel van meegekregen, eigenlijk weet ik nieteens zo goed hoe ik op de verloskamer ben gekomen. Maar dat maakt niet uit, ik ben al lang blij dat we er zijn. Na een halfuur komt de verloskundige arts kijken hoeveel centimeter ontsluiting ik heb, ‘’Tien centimeter’’ hoor ik haar zeggen. Niet alleen ik, maar ook Remco en mijn schoonmoeder schrikken, zo snel? Wanneer is dat gebeurd? Helaas, was dat niet genoeg, mijn weeën namen weer af. Ik kreeg weeën opwekkers, prima, ze moet gewoon komen.

Inmiddels waren mijn ouders ook gearriveerd uit Zwolle, mijn moeder kwam bij ons en voegde zich bij mijn ‘’kamerteam’’. Om en om hielden ze een nat, koud handdoekje op mijn hoofd, zodat ik wat verkoeling had terwijl ik mij diep concentreerde op mijn ademhaling. Dat ging perfect.

Ik voelde langzamerhand dat de weeën opwekkers hun werk begonnen te doen, ik voelde langzamerhand de druk steeds weer hoger worden. Het duurde nog even maar eindelijk mocht ik persen. Na best een tijdje persen was het einde in zicht. Het hoofdje, met donkerblonde haartjes, was al geboren, nu de rest nog. Ik volgde nauw de aanwijzingen van de verloskundige arts op, en dat werkte perfect. Ze had een beetje hulp nodig omdat haar schoudertje bleef steken, maar het viel gelukkig allemaal mee. ‘’Nog één keer persen!’’ hoor ik ze zeggen. Ik pers, en het lukt, ik voel de spanning weg vallen, ik zie dat mijn dochter mij aangereikt wordt en het overvalt mij. Ik huil, van geluk.

Op 17 augustus 2019, om 15:40 zijn we ouders geworden van Nora Elise van Herk (roepnaam Nora), ze weeg 3380 gram en is kerngezond.

Wauw lieve Nora, wat ben jij een knappe baby en wat ben ik trots dat ik jouw mama mag zijn.

We moesten nog een nachtje blijven, niet voor jou, maar voor mij. Ik verloor bij de bevalling veel bloed, na bloedtesten kwam er dan ook uit dat mijn ijzergehalte van een zeven naar een vijf was gezakt. Ik kreeg een transfusie en gelukkig mochten we diezelfde avond nog naar huis, daar stond de kraamhulp ons op te wachten.

En toen? Toen begon ons waanzinnige avontuur pas echt.