Maar we gingen nog niet naar huis
Ons kleine vechtertje
Op de dag dat wij te horen kregen dat ik zou worden ingeleid zei de verloskundige ‘’één ding is zeker in de buik gaat iets niet goed dus we gaan haar halen. We weten alleen niet hoe ze het gaat doen buiten de buik.’’. Met dat bericht gingen wij de bevalling in. We waren op van de stress want zouden we nou echt na 37 weken ons meisje gedragen te hebben haar verlies. Ik moest er niet aan denken. De hele nacht heb ik alleen maar gedacht: ’’je zit zo lekker warm en veilig binnen. Blijf nog maar even daar.’’. Terwijl ik wist dat het binnen in de buik juist niet goed ging. Mijn gevoel pingpongde heen en weer. Ik moest het loslaten want ik moest die bevalling in en tegenwerking zou niet in mijn voordeel zijn.
De volgende dag, vlak voor de bevalling, vertelde de verloskundige dat de kinderarts af wist van onze situatie en op stand by stond in geval het niet goed zou gaan. Ze vertelde: ‘’mocht het niet goed gaan dan kan ze niet bij jou worden gelegd maar dan moeten we meteen met haar aan de slag. Gaat het echt niet goed dan gaat zij alvast naar de NICU samen met papa en dan kom jij er later achteraan.’’. De gedachte dat ik niet bij mijn meisje kon blijven bracht een lading van emoties met zich mee. Natuurlijk begreep ik de situatie maar zij hoort bij mij en ik bij haar. ‘’Wat er ook gebeurd ik blijf bij je’’, zei ik tegen mijn kleine meid die toen nog lekker warm in mijn buik zat.
Toen de bevalling eenmaal werd ingezet en haar hoofdje al te zien was zei de verloskundige: ‘’kijk naar je meisje. Kijk naar haar!’’. Ons meisje is al krijsend geboren en ze werd meteen op mijn buik werd gelegd. Het moest even bij mij landen dat ze bij mij mocht blijven. Ze deed het zo goed dat ze bij mij mocht blijven! Toen dit eenmaal indaalde kwamen de tranen. Ze mocht even 5 minuten bij me liggen waarna ze gecontroleerd werd. De kinderarts werd intussen gebeld maar omdat ze het zo goed deed zou de kinderarts later langskomen. Er was dus geen spoed.
De kinderarts kwam langs en deed nogmaals alle controles waarna zij ons vertelde: ‘’alles ziet er goed uit. Ze is echt een vechter. Jullie mogen rustig aan gaan klaarmaken en daarna gezamenlijk naar de neonatale afdeling.’’. Tegen ons meisje zei ik: ‘’mama blijft altijd bij je.’’. Eenmaal gedoucht en wel gingen we met kind en rolstoel naar de neonatale afdeling. Hier hadden we onze eigen familie kamer. Dit ziekenhuis deed aan Rooming-in wat inhoud dat zowel moeder als vader kunnen blijven zolang de baby in het ziekenhuis is. Dit werd ons coconnetje voor de komende tijd. Want ondanks dat ze het fantastisch deed was haar gewicht en temperatuur een punt van aandacht.
Ons kleine vechtertje!