Laura´s bevalling - Deel 2
Eenmaal op de afdeling aangekomen mocht ik me meteen in een sexy ziekenhuisjurk hijsen en werd mijn ontsluiting gemeten. Ik had heel de dag al het idee in mijn hoofd dat ik vier centimeter ontsluiting wilde hebben als ik in het ziekenhuis aankwam. Ik weet niet precies waar dit idee vandaan kwam, het zat gewoon in mijn hoofd. Je kan je voorstellen hoe verbaasd ik was toen de verloskundige zei dat ik inderdaad vier centimeter ontsluiting had. Vier centimeter! In twee uur tijd! Met Daan heb ik daar een hele dag over gedaan! Dit beloofde veel goeds.
Ik werd aangesloten op het lachgas. Wat een spul is dat. Ik snap niet veel van de rages van Gen-Z, maar ik snap hun liefde voor lachgas als partydrug volkomen. Je bent een halve minuut helemaal wauwsie en weet van voren niet meer dat je van achteren nog leeft. Zodra de wee over is en het lachgas is uitgewerkt, is er niets meer aan de hand. Goed spul. Het haalt de scherpe randjes er een beetje vanaf.
De verloskundige kwam aan met haar schedelelektrode. 'Die zal ik zo even aanbrengen,' deelde ze mee. Voor ik er erg in had, zei ik: 'Liever niet.' Ze keek me verbaasd aan. Ik voelde me opgelaten. Wie was ik om een verloskundige tegen te spreken. Maar ik hield voet bij stuk. 'Als het niet echt noodzakelijk is, wil ik het liever niet,' herhaalde ik. De verloskundige legde uit dat het niet verplicht was, maar dat het wel een makkelijkere manier was om de baby's hartslag te meten. De meter op mijn buik zou namelijk onnauwkeurig worden als Laura verder zou indalen. Maar ze respecteerde mijn keuze. Op dat moment wist ik het. Dit werd mijn bevalling. Ik had de leiding. Tijdens Daans bevallingen was ik alle controle, alle zekerheid, al het vertrouwen in mijn eigen lichaam verloren. Dit keer zou het anders zijn. Ik had nu de touwtjes in handen.
De bevalling ging lekker door. Rond twee uur 's nachts zat ik al op zes centimeter. Rond drie uur waren dat er al zeven. De verloskundige zag dat het lachgas niet langer hielp en vroeg of ik een ruggenprik wilde. Welkom in Finland, waar de verloskundigen je een ruggenprik aanbieden zoals serveersters je op een terrasje nog een colaatje aanbieden. Want het idee dat een bevalling pijnlijk moet zijn en dat vrouwen die een ruggenprik willen watjes zijn, is iets typisch Nederlands en naar mijn mening ongelofelijk barbaars. Even later lag ik heerlijk relaxed op mijn zij de weeën weg te ademen. Dit was ook rond het moment dat mijn vliezen braken. Weer een moment voor in de boeken: zo maar, geheel uit zichzelf, zonder dat er een verloskundige aan te pas kwam. Er ging weer een wereld voor me open.
Rond vier uur voelde ik ineens dat ik naar de wc moest. Een beetje beschaamd vroeg ik aan de verloskundige of ik even naar de wc kon, ik moest drukken. De verloskundige lachte en schudde haar hoofd. 'Sorry,' zei ze, 'maar je mag niet naar de wc. Dan wordt je dochter namelijk in de toiletpot geboren en dat willen we niet.' ... Wacht even, ze wordt geboren? Nu? Is dit persdrang? Dat kan toch niet, ik ben pas vier uur in het ziekenhuis! Bij de volgende wee wist ik echter zeker dat ze er inderdaad klaar voor was.
De verloskundige vroeg of ik op mijn zij wilde liggen. Een van de vreselijkste momenten aan Daans bevalling vond ik de houding waarin ik lag (werd gehouden). Half zittend, terwijl Tommi en de verloskundige mijn benen naar achteren duwden. Nee bedankt. Mensonterend. Ik zou het zelf wel doen, ik had nu tenslotte alles al zelf gedaan. Ik bleef op mijn zij liggen en trok mijn bovenste been naar me toe. En ik perste. De ruggenprik was nog niet helemaal uitgewerkt, dus hoewel ik de weeën en het brandende gevoel wel degelijk opmerkte, deed het geen pijn. We grapten nog even dat Laura misschien wel op dezelfde tijd als Daan geboren zou worden, 4.22, maar ook de persfase ging aanzienlijk sneller dan bij Daan. Om 4:04 (baby not found) werd onze dochter Laura geboren. De eerste keer dat ik haar zag had ze haar onderlipje omlaag gekruld en maakte ze zich op voor haar eerste (en zeker niet haar laatste) schreeuw. Het was alsof ik twee jaar terug in de tijd was en naar Daan keek. Hetzelfde gezichtje, hetzelfde haar, hetzelfde boze lipje. Ik was opnieuw moeder geworden, maar van hetzelfde kindje. En hoeveel ze eigenlijk op elkaar leken werd de dagen en weken daarop pas echt duidelijk.
Daarover lees je meer in mijn volgende blog.