Inleiding, ruggenprik en geen vorderende ontsluiting #20
Ik zit al zeker een half uur huilend op mijn bed, verscholen achter dunne gordijnen, tussen andere mensen op de afdeling te wachten op mijn 2e ruggenprik. Ik verga van de pijn, maar heb niet het gevoel dat ik me kan laten gaan. Andere mensen kunnen mij horen, kunnen mij zien. Ik voel de medelijden door de kamer heen stromen..
Het is ongeveer half 8 ‘s avonds. Ik neem plaats op de behandeltafel en er wordt een ballon ingebracht om de ontsluiting verder op gang te helpen, want 1cm is niet genoeg om mijn vliezen te breken. Ik ben op het moment 38 weken zwanger, heb zojuist te horen gekregen dat ik zwangerschapsvergiftiging heb en dat onze kleine man geboren moet worden. Terwijl ik aan de monitor lig, voel ik hoe mijn baarmoeder kleine krampjes voortbrengt. Het plaatsen van de ballon zorgt direct dat mijn eerste weeën op gang komen. Licht ongemakkelijk gevoel, maar absoluut niet vervelend.
Zo’n anderhalf uur later komen ze controleren hoe mijn ontsluiting vordert. De ballon zit nog stevig en blijft dus nog even zitten. Rond 22.30 uur wederom een check. “De ballon mag eruit, je hebt 3cm ontsluiting. We gaan direct je vliezen breken en je krijgt direct weeopwekkers.” Zo gezegd, zo gedaan. Mijn weeën komen langzaam verder op gang en ik lig ondertussen in een verloskamer in het ziekenhuis. Het samentrekken van mijn baarmoeder begint vervelender te worden en ik probeer me voor te bereiden op wat gaat komen.
Terwijl ik in bed lig en geen kant op mag, beginnen de weeën een eigen leven te leiden. De pijn in mijn rug wordt ondraaglijk en iedere check kijk ik hoopvol richting Tobie, hopend op goed nieuws en meer ontsluiting. De baby blijft het gelukkig geweldig doen, daar hoeven we ons geen zorgen over te maken. 4,5 uur later blijft mijn ontsluiting nog steeds hangen op 4 cm. Ik hang ondertussen aan meerdere infusen en hoor overal piepjes om me heen. De rugweeën doen zoveel pijn. En tegen al mijn principes in begin ik te informeren: “Nu ik toch niet uit mijn bed mag en niet mag bewegen, kan ik dan toch alsnog een ruggenprik krijgen?” Vechtend tegen de tranen geef ik aan hoe moe ik begin te worden, de nacht duurt zo lang.
En terwijl ik de weeën probeer weg te puffen, vertrekken we naar de anesthesist. het is rond 03.00 uur ‘s nachts als we door een uitgestorven ziekenhuis rijden. Ik moet rechtop gaan zitten. Tobie houd mijn handen vast terwijl ik voorover buig en de arts een ruggenprik probeert te plaatsen. De weeën doen zoveel pijn, dat ik de prik niet eens voel. Na een flinke dosis pijnstilling voel ik hoe uitgeput mijn lichaam is. Een kriebelig gevoel trekt richting mijn benen en ik lig verdoofd in bed. De weeën verdwijnen naar de achtergrond, ik probeer te slapen. Ondertussen word ik iedere keer gecheckt hoe mijn ontsluiting vordert.
Ondanks de ruggenprik blijft de ontsluiting rond 4cm hangen. Ze besluiten rond 5:30 de dosis weeopwekkers te verhogen. Ik voel mijn weeën nog vaag op de achtergrond, maar slapen lukt me niet. Ik kijk rechts van mij, waar Tobie uitgeput op een bank onder een deken ligt. Hij slaapt. Ik dommel wat weg, maar vertrek nooit diep.
Rond 08.00 uur en de zoveelste check lijkt het erop dat mijn ontsluiting toch doorzet. We zitten nu rond de 5/6cm. Ik laat een opgeluchte kreun ontsnappen. Tobie is ondertussen ook weer wakker en probeert het mij zo comfortabel mogelijk te maken. De ruggenprik lijkt zijn werk niet meer te doen en de tranen rollen over mijn wangen. Mijn lichaam is zo moe, de piepjes zijn vervelend, alles doet zeer en de pijn in mijn rug begint wederom ondraaglijk te worden. Na flink wat overleg wordt er besloten om opnieuw een ruggenprik te zetten in de hoop dat ik verder kan ontspannen en de ontsluiting verder vordert. Ondertussen zijn we al bijna 15 uur bezig en ik baal dat er geen schot in de zaak zit. Van te voren had ik zo’n ander beeld van mijn bevalling. De afgelopen weken droomde ik weg en had ik een bevallingsplan opgesteld. Ik zou zoveel mogelijk bewegen, douchen, op een bal zitten. Ik zou proberen zoveel mogelijk te staan en geen pijnstilling nemen. De hele situatie rondom mijn zwangerschapsvergiftiging zorgde er direct voor dat dit alles onmogelijk werd. Nu lijkt mijn lichaam ook nog eens niet genoeg zichzelf onder controle te kunnen houden en vordert de ontsluiting niet.
Huilend op mijn bed zit ik al zeker een half uur verscholen achter dunne gordijnen tussen andere mensen op de afdeling te wachten op mijn 2e ruggenprik. Ik verga van de pijn, maar heb niet het gevoel dat ik me kan laten gaan. Andere mensen kunnen mij horen, kunnen mij zien. Ik voel de medelijden door de kamer heen stromen. Het is druk. Te druk om mij direct te helpen. Zo’n 3 kwartier later, wat door de pijn en het vechten tegen mijn emoties een eeuwigheid duurt, komt dan eindelijk de arts een prik zetten. Ik hoop op verlichting, maar deze is lang niet zo aanwezig als afgelopen nacht. Ik blijf de pijn voelen, het ongemak in mijn lijf.
Rond 12.00 uur lijkt mijn ontsluiting gelukkig verder te zijn, 7 cm. Trots bijt ik door, ondanks dat de gynaecoloog aangeeft dat het misschien beter is om de OK gereed te maken voor een keizersnede. Ik geef aan dat ik het nog even wil blijven proberen. We spreken af dat als het over 2 uur nog niet verder gaat, we alsnog richting de OK vertrekken. Ik stem toe, ik mag mijzelf en de baby niet te ver in gevaar brengen. Kom op lichaam, je kunt dit!
Wanneer er rond 14.00 uur wordt gemeten en blijkt dat mijn ontsluiting wederom is blijven hangen, komt de gynaecoloog het slechte nieuws vertellen. “Je hebt nog steeds 7 cm ontsluiting. Ondanks dat de baby het nog goed doet, willen we niet dat je verder gevaar loopt. We gaan de keizersnede plannen en de wee opwekkers stoppen.”
Zodra de wee opwekkers zijn gestopt, ontspant mijn lichaam. De weeën verdwijnen volledig en voor het eerst in 19 uur tijd kan ik ademen, ontspannen en zelfs even lachen. Tobie en ik zitten samen te wachten, melden het nieuws via de app bij familie en maken onze laatste foto samen.
We gaan zo onze kleine man ontmoeten, we worden papa en mama.. Nu echt!