Dé keizersnede - Bicornus Uterus deel 5
Daar ben je dan! Hallo meisje!
De vorige keer schreef ik over de naderende keizersnede en dat die, snel, zou gaan plaatsvinden. Met snel bedoel ik de volgende dag, en wat was ik zenuwachtig! Inmiddels is onze prachtige dochter alweer een weekje oud en ben ik herstellende van de ingrijpende buikoperatie, maar ik deel hier graag mijn verhaal met jullie, want je hoort immers volop bevallingsverhalen van mama's die op de normale manier zijn bevallen, maar ik miste zelf ook openhartige verhalen van mama's die een kindje middels een geplande keizersnede hebben gekregen. Dus, hier komt hij, mijn verhaal.
De wekker ging om 05.30 uur, alhoewel ik al wel wakker was met het krieken van de haan. Om 7.30 moesten we ons melden in het ziekenhuis, met het vriendelijke verzoek om van te voren te douchen en nuchter te zijn. Zo gezegd, zo gedaan. De laatste spullen in de auto geladen en op naar het ziekenhuis met mijn dikke bolle buik. We waren allebei doodstil, dus zette mijn man de radio aan om de stilte te doorbreken. En na een korte rit doemde daar dan het ziekenhuis op in de verte, waar het vandaag allemaal zou gaan gebeuren. Vanwege het Coronavirus en de nog gedeeltelijke sluiting van de reguliere zorg konden we vooraan parkeren op de parkeerplaats, wat eigenlijk echt heel erg uniek is bij ons ziekenhuis. Mijn man liet de Maxi-Cosi nog even staan, want we hadden die toch pas over een paar dagen nodig. De draaideuren gaan voor ons open en de bewaker vraagt of we familie van Hoeij zijn. Eh, nee, dat zijn wij niet. Een belletje naar de kraamafdeling en een frons van de bewaker verder zegt hij ons dat we naar boven mogen, en vraagt of we alles bij ons hebben. Alleen de Maxi-Cosi staat nog in de auto, dus die moest mijn man alsnog gaan halen. Er eenmaal in, betekent ook er niet meer uit. Terwijl mijn man onderweg is ziet de bewaker mij nerveus wachten en ik probeer een grapje te maken over of we ons niet misschien vergist hadden over de dag of het tijdstip, omdat we niet op de lijst stonden. Gelukkig ziet de man de nervositeit achter mijn grap en stelt mij op mijn gemak door te zeggen dat ze dit vergeten waren door te bellen aan de receptie en dat dit niet zo handig van ze was. Ik klets nog even en hoop dat mijn man er snel is, terwijl ik ergens ook hoop dat het nog heel lang duurt. Iets met tegenstrijdige angstgevoelens…
We wandelen (ofja, ik waggel) door de lange gang en we nemen de lift met onze tassen en lege Maxi-Cosi. Bovenaan worden we verwelkomt maar wederom voelt het alsof we niet op de lijst staan. Er wordt ons verzocht om even te wachten en de verpleegkundige zou ons dan zo komen halen. Een tweede stel met een lege Maxi-Cosi meldt zich en nemen, op gepaste afstand ook plaats in de lounge. Zij worden geroepen en we wisselen blikken van verstandhouding uit. We wensen elkaar in stilte succes toe. Dan komt een jonge vrouw ons halen, zij gaat ons vandaag begeleiden en zal aanwezig zijn tijdens de geboorte van ons kindje. Spannend! We worden naar onze kamer begeleidt en aldaar wordt ik aan de CTG aangesloten. Er wordt ons uitgelegd wat ons te wachten staat en gespannen luisteren we een half uur naar de hartslag van onze baby. De monitor laat zien dat mijn hart even een sprongetje maakt van schrik als een verpleegster binnenkomt met de vraag of er bloed geprikt moest worden. Niet dat ik weet? Ze verlaat de kamer om later weer terug te komen met de mededeling dat ze wel even bloed wil zuigen... ik bedoel prikken. Je hebt immers bloedarmoede gehad en we willen de waarde weten voor de keizersnede. Oke, je prikt er maar op los… En gewapend met mijn bloed verlaat ze de kamer weer. De hartslag van onze baby galmt weer door de kamer, maar het lijkt stiller dan ooit. Mijn man probeert wat grappig te zijn, terwijl ik hem alleen maar nerveus aan kan staren. Dan komt daar onze verpleegkundige weer binnen die mij van de apparatuur afkoppelt en mededeelt dat ze maar alvast de blaaskatheter gaat zetten. Het kan maar vast gedaan zijn. Ik geef aan er erg tegenop te zien en voor ik het weet lig ik met mijn billen bloot. De verpleegkundige schijnt wat verdovende gel te hebben toegevoegd, maar ik vind het nog steeds verrekte zeer doen, die ***katheter. Gelukkig zit het ding, onprettig en wel, en wordt onze verpleegkundige gebeld. Ze zijn al klaar voor mij… Een telefoontje naar de OK later deelt ze ons mee dat ze het infuus daar gaan prikken. "Als ik dat in alle haast moest doen, ben ik bang dat het misschien niet in een keer goed lukt en daar hebben ze dat zo gedaan", zegt ze. En dus gaat het bed van de rem en rijden de verpleegkundige en mijn man mij naar de slachtkamer… oh wacht, operatiekamer…
Ik kom in een grote ruimte te liggen met allerlei apparaten en machines waarvan ik totaal niet weet waar ze voor zijn en ik vind het een vreemde ruimte om geopereerd te worden. Het blijkt de voorbereid/uitslaapkamer te zijn en ik zie een aantal gezichten van mensen die zich voorstellen, maar al snel ben ik alle namen allang weer vergeten. Ondertussen wordt mijn man meegenomen om vervolgens bijna compleet onherkenbaar in operatiekleding, mondkapje en haarnetje te verschijnen. Er wordt een praatje met mij gemaakt en ondertussen plakt de stagiaire allerlei plakkertjes op mijn lichaam en worden daar vervolgens weer allerlei gekleurde slangetjes aan vast gemaakt. De andere dame prikt het infuus goddank in een keer goed, ondanks mijn fantastische aderen die nogal eens de neiging hebben om weg te rollen. Hallelujah, twee van de drie obstakels overwonnen. De ruggenprik is drie en de keizersnede… daar zullen we nog maar even niet aan denken. Ik lig nog even in de kamer en de mensen om mij heen staan zwijgzaam te wachten op een of ander signaal, en nadat ze dit blijkbaar hebben gekregen wordt ik weggereden. We rijden een lichte, koude kamer in en ik zie nog veel meer gezichten om mij heen. Er worden weer wat mensen voorgesteld maar door alle mondkapjes en haarnetjes lijken alle gezichten inmiddels op elkaar. Ik herken het gezicht van de Anesthesist waar ik eerder de intake mee heb gehad en voel me wat meer opgelucht, hij zei immers dat het waarschijnlijk geen probleem was om de ruggenprik te zetten. Ik wordt verzocht plaats te nemen op de operatietafel en vraag mij in hemelsnaam af hoe ik dat moet doen met al die slangen en verdomde blaaskatheter. Na wat klimmen, klauteren en olympische marathon zit ik dan eindelijk op de tafel. Er staat een vriendelijke man voor mij die een prachtig uitzicht moet hebben op mijn borsten, want mijn operatieschort was inmiddels alweer afgezakt. Hij blijft vriendelijk en houdt mij vast terwijl de Anesthesist tussen mijn ruggenwervels voelt. Hij lijkt er klaar voor te zijn, want ik hoor hem zeggen dat ik een spuitje ga voelen. Ik zet me schrap en probeer mijn lichaam onder controle te houden terwijl ik onbedwingbaar zit te trillen. Niet van de kou, maar van de pure spanning. Van het spuitje voel ik eigenlijk niet veel en ik hoor dat het zetten goed is gelukt. Fjieuw, weer een hobbel overwonnen. En al snel voel ik de warmte zoals ik mag verwachten via mijn tenen omhoog kruipen in mijn benen. Ik wordt plat gelegd en geknepen en aangeraakt. Voel je dit nog? Eh ja. Wat voel je dan? Dat jullie knijpen. Waar voel je dat? Bij mijn onderbuik. Oke jongens, nog even wachten. Ja, we zijn altijd een beetje ongeduldig, zegt de Anesthesist doodleuk. Na een volgens mij aantal minuten wordt het grapje herhaalt, maar ik voel er niks meer van. En we kunnen van start.
De lieve dame die zich eerder had voorgesteld maar waarvan ik geen flauw benul heb wie ze is zegt dat ze mijn armen even vastbinden aan de armsteunen, blijkbaar doen ze dit altijd, want weet ik veel waarom maar het zal me een worst wezen. Ik vraag de vriendelijke vrouw of zij ook alweer de gynaecoloog is, maar die laatste steekt haar hoofd om de hoek en zegt me dat zij dat is. Ze lijken ook allemaal zo veel op elkaar met die operatieoutfits. Ook wordt er verteld dat ze mij gaan kantelen, maar dat ze me echt niet gaan laten vallen en inderdaad, ik voel de tafel schuiner worden maar ben er niet van onder de indruk, ik geloof wel dat ze me heus niet laten vallen. Er wordt een doek voor mij opgehangen en al snel voel ik dat het serieuze business is daar bij mijn baby. Het mes voel ik niet, maar oh dat getrek aan mijn buik. Ik wordt er niet goed van en kijk paniekerig naar mijn man en piep dat ik het zo’n akelig gevoel vind. Ik hoor mezelf kreunen en tegendruk zetten met mijn bovenlichaam. Ineens snap ik waarom ze je armen vastbinden, want ik grijp die armsteunen gigantisch vast en denk aan mijn man die blij mag zijn dat het niet zijn handen zijn waar ik in knijp. Het trekken en duwen gaat nog even door en na wat een eindeloze marteling lijkt hoor ik dat ze er is. Ik hoor ook de gynaecoloog zeggen dat ze baby boven haar bil heeft geraakt. Het doek gaat open en naast de bloedspetters op het plastic zie ik een blote, natte, glibberige en grauwige baby verschijnen. Ik kan niet geloven dat er zojuist echt een baby uit mijn buik is gekomen en ik hoor mezelf zeggen “Oh my goodness… het is echt een baby”. Er wordt gelachen en de baby wordt meegenomen door een paar onbekende armen, maar ik hoef mijn versgeboren baby niet uit het oog te verliezen want links van mij wordt ze in een glazen wiegje gelegd en gecontroleerd door weer een paar vreemde handen die blijkbaar van de kinderarts zijn. Mijn man zegt dat hij even gaat kijken en de lieve assistent van de Anesthesist neemt naast mij plaats om zijn afwezigheid aan mijn zijde te vervangen. Ik zie hoe de inmiddels roze baby wordt opgetild en kijk haar verwonderd aan en het enige wat ik kan denken is, “wat is ze mooi!”. Mijn man staat bij haar en ik realiseer me te laat dat hij waarschijnlijk zojuist de navelstreng heeft doorgeknipt. Hij houdt haar blijkbaar even vast en komt vervolgens mijn kant op met de baby in zijn armen. Van zijn gezicht zie ik helaas niet veel, maar het gezicht van mijn baby krijg ik uitvoerig te zien omdat ze op mijn hals wordt gelegd. Ik wil haar vasthouden en aaien maar wordt tegengehouden door alle slangen en de bloeddrukmeter om mijn arm en vind haar onwennig en onprettig op mijn keel liggen. Ik voel me waardeloos omdat ik haar niet goed vast kan houden, maar begin een beetje te ontspannen en terwijl ik naar haar kijk voel ik het ineens. Wat houdt ik veel van haar en wat is ze prachtig!
Ondertussen wordt ik verder gehecht, maar dat kan me gestolen worden. Mijn dochter ligt dan eindelijk bij mij. Ondertussen begin ik weer onbedwingbaar te trillen en ik kan niet stoppen met klappertanden. Ik hoor mijn man vragen of alles wel goed met mij gaat en terwijl ik nog meer begin te trillen geniet ik wel van de baby die op mijn keel drukt. De tijd lijkt even helemaal stil te staan en ik krijg van de rest niet veel meer mee. Het enige dat telt is die kleine hummel die eindelijk, na 39 zware weken zwangerschap dan echt in mijn armen ligt. Ik hoor de gynaecoloog uiteindelijk zeggen dat de keizersnede zonder complicaties is verlopen en na allerlei checks van de verschillende aanwezige gezichten in de ruimte wordt ik weer op mijn eigen bed getild. Ik zie ineens een been in de lucht bungelen dat blijkbaar van mij is, maar waarvan ik zou zweren dat het gewoon langs mijn andere been ligt. Vreemde gewaarwording. Mijn dochter wordt weer bij mij gelegd en we verlaten de koude kille ruimte en al snel lig ik weer in die grote groene kamer met de gezichten die ik eerder gezien heb. Na een tijdje wordt ik eindelijk bevrijd van een hoop slangen, en met iedere slang die weg wordt gehaald voel ik me beter. Ik weet zeker dat al die slangen die over mijn lichaam liepen mij altijd bij zullen blijven, net zoals de opluchting van iedere slang die werd verwijderd. Het infuus trekt nog aan mijn linkerarm, maar ik kan mijn dochter dan eindelijk strelen over haar oh zo zachte wangetjes. Ondertussen kan het me niet meer schelen wat ze allemaal met me doen en terwijl de pleisters van mijn lichaam worden getrokken lig ik vreedzaam met mijn dochter te knuffelen. Eindelijk zie ik een herkenbaar persoon verschijnen met een t-shirt dat ik lang geleden voor hem heb gekocht en ben blij dat mijn man eindelijk weer zichzelf is. Ook de verpleegkundige ziet er een stuk vriendelijker uit met haar paardenstaart en haar gewone werkoutfit. Trots en eervol duwt mijn man het hoofdeinde van het bed naar de lift en vol van adrenaline en het onbedwingbaar natrillen van mijn lichaam wordt ik naar onze kamer gereden. Ik geloof dat ik een hoop pijnstillers toegediend heb gekregen in allerlei vormen en maten, maar daar liggen we dan. De kleertjes die we hadden uitgezocht liggen al lekker opgewarmd om het kruikje heen, klaar om voor de eerste keer te worden gedragen. De verpleegkundige en mijn man bekommeren zich om de verzorging van mijn dochter en al snel werd mijn dochter bij mij gelegd omdat ik haar borstvoeding wilde geven. Daar lag ze dan, aan mijn tepel te zuigen… Ik hield al vrijwel meteen van mijn dochter… maar dit…
Na een poosje te hebben ‘gedronken’ vraagt de verpleegkundige heel lief wat ik ervan vind. Ik zeg haar dat ik er nog niet zo veel voor voel en dat ik het pijnlijk vind. Ik weet niet… ik voel het gewoon niet… ik vind het zeker niet fijn… wil ik dit wel? Ik twijfel. Ik zeg dit ook tegen de verpleegkundige. ‘Ik zie het aan je”, zegt de verpleegkundige. “Nou, als je het niks vind dan is dat ook goed. Natuurlijk is borstvoeding beter, maar ze zal met kunstvoeding ook een grote en gezonde meid worden en als dat beter bij je past, dan is dat ook goed en kun je beter voor die optie kiezen als jij je daar beter bij voelt” zegt ze heel lief. Ik voel me niet meer schuldig omdat ik het niks vind en zeg dit, waarna we vervolgens gewoon overstappen op het flesje. Mijn dochter wordt in de wieg gelegd en als mijn man haar later op schoot heeft om het flesje te geven ben ik blij. Pas wanneer ik zelf haar flesje heb gegeven weet ik het zeker. Dit voelt veel vertrouwder en ik geniet er veel meer van om haar op deze manier te voeden. Mijn dochter ligt nog even in mijn armen en ik dut langzaam maar voldaan weg met deze heerlijke warme baby die eindelijk in mijn armen ligt.