
De emoties tijdens en na de zwangerschap
Vanaf het moment dat ik wist dat ik zwanger wilde worden, stond ik aan. Ik fantaseerde over hoe het nieuwe leven zou zijn en dacht na over het geslacht, de naam, kleertjes, de babykamer en hoe het gezamenlijke product van onze liefde er uit ging zien. Zal het op mij lijken? Lijkt de baby op mijn man? Ik keek uit naar de echo’s… de schopjes… de eerste ontmoeting en vooral de roze wolk en ‘moeder-kind liefde’ die ontstaat!
De verhalen die ik hoorde over hoe schattig kleine baby’s zijn en dat het ‘alles’, als in de zwangerschap, de bevalling en het herstel, waard is. Maar het woord ‘alles’ wordt nooit zo goed gespecificeerd of gewoon achterwege gelaten. Daar wordt veel te weinig over gesproken. Die roze wolk zal voor velen bestaan, maar ik heb hem nooit gezien. Als ik denk aan ‘roze wolk’ komt er bij mij een rood kruis in het scherm of dat irritante storingsgeluid op de tv van vroeger komt ergens opborrelen.
De zwangerschap
Toen wij besloten dat we ons graag wilden voortplanten, hoopten we natuurlijk dat dit ons gegeven zou worden. We waren blij dit avontuur aan te gaan, maar vonden het heel spannend. We waren intens blij toen de zwangerschapstest bij de eerste echte poging meteen een plusje gaf. We mochten dit avontuur aangaan! Natuurlijk houd je in je achterhoofd dat het mis kan gaan of dat het kindje niet levensvatbaar is, maar dat is natuurlijk niet de focus. Vanaf 4 weken (dus vrij wel meteen) begonnen de kwaaltjes zo langzamerhand te komen, maar ze waren nog wel onder controle. Toen ik 6 weken zwanger was begon het feest.
Bijna 9 maanden ben ik ziek geweest. Vooral ontzettend misselijk. Fysieke kwaaltjes werden mij gelukkig niet toebedeelt, maar ik kon bijna niks. Ik kan op één hand tellen hoe vaak ik heb gewerkt, maar ik kan wel op 10 handen tellen hoeveel ik spugend of bijna spugend naar het station ben gelopen om vervolgens weer terug te gaan. Elke ochtend de afweging maken om wel of niet naar het werk te gaan leverde veel stress op. Ik wilde zó graag, maar het kon gewoon niet. Of naar een braderie rijden met mijn man om na een kwartier rijden weer terug te keren. Ik wilde niet altijd de dooddoener zijn, maar het lukte gewoon niet.
Zo’n 5x per dag kreeg ik een appje (of een andere vorm van communicatie) van mensen die aangaven dat het wel beter wordt. Als je dat 16 weken aan moet horen wordt je gek, hoe goed het ook bedoeld was. Ik zat thuis continu in die ‘ziek’ bubbel en lag alleen op bed of zat op de bank. De muren kwamen op mij af en de dagen leken eeuwig te duren. Zeker in de beginperiode rond kerst en oud- en nieuwjaar. Mensen hadden plezier, lachten en gingen lekker eten. Daar lag ik dan… verdrietig op bed. Ziek én het werd niet beter. Ik wilde dat mensen plezier hadden en niet in mijn ‘ziekte’ meegingen, maar het is wel een heel eenzaam gevoel.
Dagenlang overdag alleen thuis in bed. Ik voelde niks, geen connectie of wat dan ook met de baby. Ik bleef mezelf wijsmaken dat het wel zou komen. Dat mooie waar iedereen het over heeft, die connectie met de baby, die komt wel… straks als de baby gaat schoppen. Ook dat kwam niet. Dat de baby schopt is heel bijzonder, maar dat was het ook voor mij, meer dan dat voelde ik niet. Dat nam ik mezelf kwalijk, hoe kon ik nou geen connectie voelen én waarom was ik nog steeds zo ziek? Ik probeerde vooruit te kijken. Weetje… straks al de baby er is, dan komt het gevoel wel! Maar een deel in mij voelde zich niet ‘normaal’… je hoort ervan te genieten, je hoort blij te zien, je hoort je te willen laten zien aan de wereld en ga zo maar door. Ik wilde dat ook heel graag, maar dat was er gewoon niet. Een zwangerschap duurt lang als je alleen maar ziek bent.
De bevalling
De bevalling naderde. Met 38 weken werd ik ingeleid en zou onze zoon worden geboren. Na een hele dag aan weeën stormen en een mislukte ruggenprik, werd er besloten over te gaan op een spoedkeizersnede. Ik zat inmiddels ongeveer 6 uren op 8 centimeter en met de weeën die ze hebben gemeten had ik al lang op 10 centimeter moeten zitten. Een lichaam die me in de steek liet. Op dat moment was de prioriteit dat onze zoon gezond werd geboren en onder volledige narcose was daar dan eindelijk onze zoon. Mijn man kon het eerste flesje geven en fijn met hem knuffelen. Ik vind het, nog steeds, heel fijn dat ze die eerste momenten samen hadden.
Ik werd wakker op de uitslaapkamer. Er was niemand. Het was inmiddels ook al bijna nacht. Tranen vloeide langs mijn wangen, niet te stoppen. Vreselijk! Het was een complete cardio workout op de manier waarop ik de tranen steeds weg probeerde te vegen. Ik wilde niet huilen, want ik was niet verdrietig. Het zal al de spanning zijn geweest en de energie die mijn lichaam heeft moeten leveren tijdens de weeën en de keizersnede. Toen ging ik nadenken. Mijn kind was ergens, want die was niet meer in mijn buik. Mijn man was ergens in het ziekenhuis, maar waar? Ik had geen idee waar ze waren en of het überhaupt goed ging met de baby. Na een dik half uur kwam er eindelijk iemand bij mij werd ik eindelijk naar de couveuse afdeling gereden. Toen ik op de afdeling kwam, kwam mijn man aangelopen en konden we samen naar binnen. Ze wezen naar onze zoon en gaf aan dat dit ‘mijn’ kindje was en deden zijn mutsje af. Het enige dat ik dacht was… ‘yes, hij heeft haar!’. Hij werd bij me neergelegd en ik had mijn zoon vast, maar ik voelde nog steeds niet ‘het gevoel’. Ik dacht, oké, dit is dus mijn baby én nu? Je lacht, doet ‘leuk’, want zo hoort het. Het was niet zo dat ik naar zijn gezicht keek en overtuigd was dat dit mijn zoon was. Dat was voor mij heel moeilijk, want ik kon meteen wel zien dat dit onze zoon was. Achteraf kan ik nog steeds emotioneel worden om hoe dit is verlopen en mijn gevoel hierbij.
De kraamweek
Dan begint de kraamweek! We deden de Facebookaankondiging en de reacties op de aankondiging en op het geboortekaartje kregen we snel binnen. Dat zijn de leuke dingen! Al vrij snel in het ziekenhuis begonnen de huiluurtjes rond een uur of 19.00. De eerste dagen waren heel pittig. Ik had net een lange dag vol weeën gehad en een grote buikoperatie én onze zoon had meteen volop aandacht nodig. Daar lag ik dan in bed. De eerste dag mocht ik het bed niet uit. Ik kon mijn zoon niet oppakken, aankleden verschonen, helemaal niks... Hij moest bij me neergelegd worden voor de borstvoeding en weer opgepakt worden als ik klaar was. Mijn lichaam was uitgeput, mijn benen kon ik amper optillen, net zoals mijn armen. Het lukte dus simpel gezegd ook niet om dit zelf te doen. Al vrij snel werd ik mobieler en met de dag ging het fysiek beter. De tweede dag kon ik zelf douchen en een beetje rond schuiven. 3x met de beneden schuiven en ik moest even steunen en op adem komen, maar hé… ik kon zelf mijn bed uitkomen en bewegen. Na een paar dagen mochten we naar huis. Fysiek was ik redelijk, dit viel me helemaal niks tegen. Ik kon niet heel veel, wat me ook wel verdrietig maakte, maar ik lag niet de hele dag plat. Mentaal was het voor mij wel een klap.
Mijn grote verantwoordelijkheidsgevoel nam het over, waardoor ik goed voor mijn zoon kon zorgen. Alleen… voelde ik me vreselijk. Iedereen geeft je het gevoel van... je moet dankbaar zijn, genieten (de tijd vliegt voorbij), ze zijn zo schattig én de druk om langs te komen. Want ja, men vindt dat ze ‘recht’ hebben het kind zo snel mogelijk te zien. Als je over de bevalling praat of over wat je voelt hoor je vaak dat het erbij hoort en dat het wel weer over gaat. Ik miste de echte empathie. Iemand die echt even met me ging zitten om rustig mijn verhaal te kunnen doen en daar echt aandacht aan te besteden. Als snel merk je dat als je er over begint, mensen het niet interessant vinden en dan stop je het weg. Ik had iemand nodig om er over te praten. Gelukkig kon ik dat wel met mijn man. Voor anderen ging het voornamelijk over de baby en als er wordt gevraagd naar of het allemaal goed ging (de bevalling), willen ze horen dat het prima ging én daarbij gelaten. Ik hoefde er echt niet een jaar over te praten, maar had wel de behoefte om er even aandacht aan te besteden om het te kunnen verwerken. Ik ben niet een broedmachine, zonder gevoel. De ervaring was voor mij heftig.
Ik wilde alleen maar herstellen en tot rust komen. Pas achteraf had ik door, dat de zware zwangerschap en de bevalling meer met me had gedaan, dan ik had verwacht. Een zwangerschap duurt 9 maanden en de maanden daarna waren misschien nog wel zwaarder. Als je een jaar ‘vreselijk’ voelt, is zo’n klap natuurlijk ook niet gek. Mensen denken dan precies te weten wat hoef hoe het is. Maandenlang wordt er gezegd; ‘het zijn kraamtranen’, ‘het hoort erbij’. Nu weet ik beter, maar je weet niet anders en gelooft wat er gezegd wordt. Onze zoon had héél veel krampen. Huilen van 19:00 tot 6.00 uur begon al in de kraamweek en ook overdag was het veel huilen en onrustig zijn. Dit werd alleen maar erger. Mijn man was twee weken vrij, dus echt tijd om te herstellen of te genieten was er niet. We leefden in een bubbel en alles ging aan ons voorbij. We kunnen ons beide (misschien gelukkig) weinig van die tijd herinneren. Echt genoten hebben we dus niet.
Artsen zeggen heel leuk dat je rustig aan moet doen, minimaal 6 weken herstellen. Hoe dan? Ik deed snel alweer veel te veel. Er moeten ook dingen gebeuren en mijn man werd op dat moment al veel belast voor de zorg van de kleine… daar komt dus ook nog een schuldgevoel bij kijken. Op de laatste dag van de kraamweek raakte mijn wond ontstoken, waardoor deze weer opengemaakt moest worden en schoongemaakt. Gelukkig herstelde de wond daarna vrij goed.
Het leven met de baby
Ik stopte na 3 weken met de borstvoeding. Mentaal was dit gewoon te zwaar en ging ik er bijna aan onderdoor, maar de doorslag waren de krampjes. We zijn eerst overgegaan op een speciale voeding voor krampjes. Toen ook dat niet voldoende was, zijn we Pepti gaan gebruiken. Naast de krampjes werd de reflux ook heftig. Er kwam een moment dat hij daar echt heel veel pijn van had. Van de huisarts kregen we toen uiteindelijk medicatie. Hier knapte hij snel van op. Toen de echte pijn weg was na iets meer dan een week hebben we de medicatie weer aan de kant gezet én in combinatie met de Pepti ging het ineens stukken beter en werd hij een ‘gewone’ baby. In die 3 maanden heb ik heel weinig slaap gehad. Na de keizersnede heb ik in het ziekenhuis bijna niet geslapen. Als ik bijna in slaap viel schokte mijn lichaam weer wakker. Ook thuis, hoe moe ik ook was… overdag of nacht, ik kon niet slapen. Dat leverde frustraties op bij mezelf. Ik ging dan liever voor de baby zorgen en mijn man laten slapen. Als ik dan toch wakker op bed lig, heeft het voor mij toch geen nut. Zo heeft tenminste iemand nog slaap. Na een voeding wilde de baby ook niet gaan slapen. Als hij dan eindelijk sliep had ik nog zo ongeveer een uur tot de volgende voeding. Dan ga je er op liggen en lukt slapen ook niet meer. Ik droomde ook veel, steeds dezelfde droom. De baby lag in bed op mijn arm onder de deken. Dat was iets waar ik heel bang voor was. Als ik dan wakker schrok ging ik eerst de baby zoeken.
Na die drie heftige maanden konden we dus voor het eerst wat meer slapen. Op het moment dat het zo slecht gaat denk je ook echt dat de baby nooit meer gaat slapen. Wat heb ik vaak gedacht… waar zijn we aan begonnen én ik wil dit niet! 8 à 9 maanden heeft onze zoon last gehad van heftige reflux. Je hoefde hem maar neer te leggen en hij spuugde alweer, zelfs tijden na de voeding.
Na ongeveer 3 maanden ging ik weer werken. Pas vanaf dat moment begon ik weer te bouwen aan mezelf. Toen wist ik pas hoe hard ik dat nodig had en herstelde ik mentaal langzaam. Natuurlijk heb ik na een werkdag wel eens gedacht… zal ik mijn baby gewoon op de opvang laten, maar ik voelde dat ik aan het herstellen was. Ik heb alle respect voor thuisblijf moeders, maar ik heb meer nodig dan moeder zijn en thuis zijn. Hoewel ik het liefst minder ging werken, is dat financieel gewoon niet haalbaar. Ook ben ik denkbaar met mijn vaste baan en goede salaris. Als ik zelf de keuze had, was ik 24 uren gaan werken.
Ik kwam op het werk weer onder de mensen en zag even geen baby. Ik kon weer werken, met collega’s dollen en mijn eigen ‘ik’ vinden. Toen onze zoon ook steeds meer ontwikkelde kwam eindelijk die connectie. Die moesten we écht opbouwen. Daar baal ik nog steeds van. Ik had het ook graag anders gezien, een zwangerschap willen hebben waar ik dat fantastische gevoel al had ervaren óf meteen naar de geboorte, maar dat was er gewoon niet. Dat dwing je niet af en dat is oké! Je voelt jezelf schuldig, wilt dat zelf zo graag én voelt druk van de buitenwereld, maar ik denk dat vrouwen die dit ook zo voelen moeten weten dat je geen slecht persoon bent, geen slechte moeder en geen slechte partner als je dat niet voelt. Alleen je gezin; jij, je man en de baby zijn belangrijk en daar moet je vanuit gaan. De rest komt later wel.
Nu, bijna 2,5 jaar later, hebben we een fantastische peuter. Ik kan uren over hem praten, in geuren en kleuren. Hij is de beste en ronduit geweldig, we zijn 4 handen op één buik en niks is mooier dan hem. Een grotere liefde dan dit bestaat niet. En ja, peuter zijn heeft zo zijn eigen uitdagingen, maar ze zijn mooi! Deze uitdagingen horen bij zijn karakter en vormen hem! Je ziet dat wij hem dingen kunnen leren én dat alles wat wij doen invloed heeft op hoe hij zich ontwikkelt. Er zit zoveel leven in én dat vind ik mooi!
De krampen, reflux, sprongen horen bij het baby zijn en niet per definitie bij hoe hij is als persoon. Dat is zoveel anders! Nu zien we zijn karakter, hoe schattig hij ‘nee’ kan zeggen, hoe we hem voor de 100ste keer zeggen dat hij moet luisteren, hoe wij zijn tranen drogen als hij verdrietig is, hoe hij zich stoer voelt, hoe hij zoveel liefde uit! Alles is prachtig. Peuters zijn zo puur en oprecht. De liefde, twinkeling in zijn ogen én de knuffels… alles is oprecht. Dat is goud waard!
Tweede baby
Op een gegeven moment ontstond de wens van een broertje of zusje voor de oudste. Eén kind is natuurlijk leuk, maar één is ook maar alleen en we zouden het voor hem heel leuk vinden om een maatje te hebben om mee te spelen, hun ouders samen stom te vinden, streken mee uit te halen en ga zo maar door. Als het niet zo lukken, zou het voor ons ook prima zijn. Onze zoon is voor ons perfect en zijn we heel blij mee én als we het leven met hem mogen delen zonder een tweede kind, zouden we ook meer dan gelukkig zijn.
Voor de tweede gingen we wel vrijblijvender proberen zwanger te worden. Er waren een paar maanden waar we het niet hebben geprobeerd in een vruchtbare periode en andere maanden wel weer. Uiteindelijk waren we weer snel in blijde verwachting. Dat moment dat er een plus verschijnt voelde weer heel goed, maar toch merkte ik dat mijn man en ik beide gereserveerd waren… eigenlijk de hele zwangerschap. In ons achterhoofd hadden we nog steeds de zwangerschap, bevalling en babytijd van de oudste in ons hoofd. Het was heel lastig om dat uit te schakelen.
De eerste echo was weer één van de meeste bijzondere momenten én we waren dankbaar dat ons weer een geschenk was toevertrouwd. Ik was weer misselijk, maar alles aan deze zwangerschap was anders. Ik kón halve dagen werken én ook leuke dingen doen. En ja, ik hing vaak boven het toilet en voelde me vreselijk en moe, maar dat nam ik voor lief. Ik vond het lastiger dat ik niet meer vaak met onze zoon naar de speeltuin kon of een eind lopen, maar tijd met hem deelde ik gewoon anders in. In de zomer heerlijk in de tuin spelen, binnen knutselen, boekje lezen… hij is snel tevreden! Toen kwam de 20 weken echo én wisten we dat we dit keer een meisjes mochten krijgen. De connectie met de baby had ik ook bij deze zwangerschap niet én ook magische schopjes waren niet meer dat ‘leuke’ dingen.
Opnieuw bevallen
Dan komt die dag weer, waarvan je weet dat hij komt, maar wilt dat hij zo snel mogelijk voorbij is. Dit keer ging ik weer voor de natuurlijke manier. Proberen kan geen kwaad. Ik werd door de zwangerschapsdiabetes wederom ingeleid én was heel bang voor weer een lange weeën storm. Dit overviel mij de vorige keer heel erg.
Mijn bevalplan was heel duidelijk! Ik merk dat de oudere generatie een bevalplan vaak onzin vindt, maar ik ben er een ambassadeur van. Een bevalling kun je niet plannen, maar je blijft wel de baas over je eigen lichaam en wat je graag wel of niet wilt. Er zijn zoveel opties, meer dan je vooraf weet. Mijn tip voor iedereen is om je er echt in te verdiepen voordat je een keuze maakt om wel of geen bevalplan te maken. Al het zorgpersoneel dat er die dag was had, voordat ze de kamer in kwamen, mijn bevalplan gelezen en wisten precies wat ik wel en niet wilde. Het is zo fijn dat je dit niet meer hoeft aan te geven tijdens de bevalling, dan wil je met andere dingen bezig zijn. Zo heb ik ervoor gekozen om na de inleiding, door het breken van de vliezen, niet meteen de oxytocine aan te zetten om de weeën op te wekken. Ik wilde afwachten en kijken of mijn lichaam het meteen overnam.
De weeën starten rustig, maar wel regelmatig. We konden op het scherm meekijken. En wonder boven wonder was er een wee, een korte tussenpauze en weer een wee. Ik wist niet wat me overkwam. Geen storm, maar korte pauzes. Wat een verademing! Hoewel ik er na de eerste wee wel weer meteen geen zin meer in had. Dit was zo anders, veel rustiger en meer ontspannen. Ik kon tussendoor nog even wat eten. Ik ben er nog steeds verbaasd over. Na een uur zouden ze kijken wat de weeën hadden opgeleverd. Het kwam wel op gang, want ik zat op 3 centimeter, maar de weeën moesten sterker worden. Toen is er toch besloten, in overleg, te starten met de oxytocine.
Iedereen van het zorgpersoneel had het bevalplan gelezen voordat ze de kamer in kwam, dat merkten we aan alles en ze probeerden mee te denken. Omdat ik weer ‘bang’ was voor wat de oxytocine zou doen, stelde de verloskundige voor om eerst de ruggenprik te proberen en er daarna mee te starten. Dan wist ik in ieder geval of het deze keer wel of niet zou lukken met de ruggenprik en de kans was groter dat het wel zou lukken, omdat mijn lichaam op dat moment nog redelijk ontspannen was. Uiteindelijk bleek dat ik geen goede kandidaat ben voor ruggenprikken. Ze kon één plekje vinden, maar ook die was niet fantastisch. Helaas voelde ik de weeën nog steeds. Bij de eerste bevalling kon mijn man nog veel betekenen door het zetten van druk op mijn lichaam, maar deze keer was dat veel lastiger. Het was minder effectief. Bij elke wee gaf ik hem instructies om verschillende plekken en manieren van druk te proberen. Al snel bleek dat de hartslag van de baby daalde bij elke wee. De weeën waren door de oxytocine heftiger geworden, dus ik kon tijdens een wee niet zelf meer op het scherm kijken hoe sterk ze waren. Mijn man zag de hartslag wel steeds dalen op het scherm. Toen inmiddels bijna het hele ziekenhuis hun vingers in mij hadden gestoken, kwam de gynaecoloog. Op dat moment wist ik eigenlijk meteen, we gaan weer een keizersnede doen. De gynaecoloog voelde nog even en al snel zei ze: ‘het is klaar, we gaan naar de ok’, op een hele rustige toon. Door wisseling van de wacht konden we daar vrijwel meteen terecht. Ik had nog net tijd om te verhuizen naar een ander bed, maar andere kleding was geen tijd meer voor. Ze wilden de kleine snel halen. Ik mocht weer onder narcose en werd wakker op de uitslaapkamer. Vrijwel meteen gaven ze aan dat mijn man de onze kleine meid naar ons op weg waren en kon ik het eerste flesje zelf geven. Ze vertelden ook meteen dat alles goed is gegaan en ze het heel goed deed. Dinsdag aan het begin van de middag hebben we haar in de armen kunnen sluiten en donderdagochtend zijn we naar huis gegaan. Het was een gecompliceerde keizersnede. Het advies was daarom om het extra rustig aan te doen.
Baby
Ook dit keer was er na de geboorte weer niet dat moment die ik met de oudste ook verwachte, maar het was wel héél anders. Als ik terugkijk naar de bevalling, ben ik daar heel tevreden over én dat is echt te danken aan het zorgpersoneel. Elk personeelslid die wij hebben gezien was een kanjer, waarbij één echt fantastisch was. Ze was tijdens de bevalling mijn verpleegkundige en bleef rustig. Ze communiceerde over alles wat er gebeurde en gaf over alles uitleg. Je kon aan alles zien dat ze oprecht en geïnteresseerd was. Tijdens de keizersnede heeft ze heel veel mooie foto’s en filmpjes voor onze gemaakt, zodat ik dit achteraf kon zien en we deze blijvende herinnering hebben.
Toen mijn man met onze dochter op onze kamer was ging de verpleegkundige het eerste flesje maken. Mijn man vond dat ze wel lang wegbleef. Wat bleek? Ze belde met de uitslaapkamer of ik toevallig al wakker was, zodat ik het flesje kon geven. Ook na haar dienst en de volgende dagen kwam ze regelmatig nog even checken en afscheid van ons nemen, ook al was ze niet meer ‘onze’ verpleegkundige. Ze vertelde met een twinkeling in haar ogen hoe mooi ze het vond om die eerste momenten tussen mijn man en onze dochter op de operatiekamer te zien. Mijn man vertelde dat ze tijdens de keizersnede, toen ze al op de kamer waren, het heel spannend vond. De operatie duurde namelijk best lang. Woorden schieten te kort om te vertellen hoe dankbaar wij zijn voor het zorgpersoneel. Zij kunnen je ervaring maken of breken én bij ons is die zeker gemaakt! De dag was veel relaxter, wisten wat we konden verwachten, geen weeën storm én fantastisch personeel. Dat maakte het een mooie ervaring.
De kleine is nu 3 weken en doet het heel goed. Ze doet het minder heftig dan de eerste, maar heeft ook last van veel krampen en reflux. Gelukkig weten we beter wat te doen en vooral naar onszelf te luisteren. Ons eigen gevoel is het best. Een kleine baby is nog steeds niet mijn favoriete fase: de krampen, reflux, de sprongen… maar dit keer weet ik wel dat het oké is om me zo te voelen, dat het in mijn hoofd veel en zwaar is én dat ik me zo mag voelen. Ik weet namelijk ook dat er een andere tijd komt. Ik ben bij de eerste te veel bezig geweest met de omgeving, van hoe ik me ‘hoor’ te voelen en dat ik alleen maar dankbaar moet zijn en ga zo maar door. Het is niet zwak als er een periode is waar je veel huilt, waar het zwaar is óf wat dan ook. Dat maakt me mens. Ik weet nu ook waar ik naar toe ga én dat ik er wel kom. Mijn ‘periode’ komt nog wel en dat het me geen slechte moeder maakt. Ik hou van beide kinderen én dat is het belangrijkst. Als ik ze samen zie en zie hoe verliefd haar broer naar haar kijkt en kusjes geeft, dan smelt ik! Nog een paar jaar en ze heem haar grote broer onder de duim.
Emotie en gevoel
We mogen in de maatschappij best wat meer stilstaan bij emotie tijdens en na het baren van een kind en wat daarbij komt kijken. De mensheid doet het al jaren en zo wordt het over het algemeen ook gezien. Als iets dat normaal is en veel vrouwen doen. Daarbij wordt vergeten hoeveel dit emotioneel en fysiek kost én wat een vrouw daarvoor geeft. Dat bedoel ik niet in de negatieve manier, maar daar is weinig aandacht voor. Denk ook aan wondherstel na een bevallig of dit nou via een keizersnede of vaginaal is, het bloedverlies, de pijn die je na de bevalling hebt en het ‘lange’ herstel/ontzwangeren. Zo zijn er zoveel aspecten die ons ‘verrassen’ na een bevalling en waar vrouwen beter op voorbereid kunnen worden, zodat de emotionele klap op bepaalde vlakken verkleind kan worden. Denk ook aan postnatale depressie, ook dit moet bespreekbaarder worden. Vertel nieuwe moeders dat ze normaal zijn en dat ze zich mogen voelen hoe ze zich op dat moment voelen. Laat woorden als… de tijd vliegt voorbij, het wordt beter, het komt goed, het gaat over… laat dat achterwege. Praat niet over de toekomst, maar praat over het moment. Vraag wat ze voelt, wat ze nodig heeft. Je hoeft niet per se te antwoorden of een diepgaand gesprek aan te gaan. ‘Het is oké dat jij je zo voelt’ is bijvoorbeeld al beter. Daarbij moet ik natuurlijk zeggen dat iedere vrouw een bevalling en de emoties anders ervaart én iedereen verschillende woorden nodig heeft. Dit is niet voor iedere vrouw gelijk. Dit is puur mijn perspectief.
Dankbaar
Ondanks dat ik dit avontuur als heel heftig ervaar, neemt dat niet weg hoe dankbaar ik ben dat ik zo snel zwanger werd, dat mijn zwangerschappen goed zijn verlopen en mijn kinderen gezond zijn. Dat staat natuurlijk volledig los van alle ervaringen, hormonen, gevoel en emoties.
Ondanks dat ik me zo voel en de beginperiode niet mijn favoriete periode is, ben ik dankbaar voor mijn kinderen en dat ik emotie mag én kan voelen. Als laatste mag ik mijn man niet vergeten. Hij staat altijd naast me, vertrouwt me en steunt me wanneer dat nodig is! Als ik fluister staat hij naast me en geeft me alles wat ik nodig heb.