Bevallen zonder persweeën...
20 november, 2019. 40 weken zwanger! Ik was inmiddels 22 kilo aangekomen, hield wat vocht vast in mijn gezicht en kon alleen nog maar waggelen. Al een week of 3 hoorde ik elke dag wel 2 of 3x: ‘Nou, loop jij hier nog steeds?’ Ik heb dat nooit vervelend gevonden en lachte altijd: ‘Nou ja.. Lopen… Ik kan beter gaan rollen!’ of: ‘Ja, ik wil deze tot 46 weken dragen.’ Op de uitgerekende datum appte mijn collega ’s avonds rond 18.45 uur hoe het ging. ‘Misschien moet ik toch maar van die 46 weken uitgaan.’ appte ik terug…
Een kwartier later bracht ik samen met m’n man de kinderen naar boven. Tandenpoetsen, uitkleden, wassen… ‘Mama moet mij op bed leggen’, was het refrein die avond. Lief natuurlijk, maar mama kon even niet echt haar draai vinden. ‘Ik ga even naar de wc en dan kom ik voorlezen’, beloofde ik.
‘Zo, klaar. Huh? Ik was toch klaar? Wat is dit nou, je gaat me niet vertellen dat ik plas en er niks voor hoef te doen. Nee toch, ik word toch niet op het laatste moment nog even incontinent ofzo hè. Maar hé, wacht eens… dit is natuurlijk vruchtwater! Mijn vliezen zijn gebroken!’ Al deze gedachten gingen in 3 seconden tijd door mijn hoofd. De bevalling gaat beginnen! Nou zeg! En dat op de uitgerekende datum! Ik wil bijna mijn collega weer appen dat het tóch geen 46 weken worden, maar ik heb eerst even iets anders te doen. Nooit geweten dat het zo’n akelig gevoel is om telkens in je broek te ‘plassen’!
Rond 22.00 uur komt de verloskundige langs. Ik heb nog steeds geen weeën, dus toucheert ze liever niet. ‘Ga maar proberen te slapen en dan hoop ik tot vannacht natuurlijk!’ Gauw leg ik boven alle spullen klaar voor de bevalling. Als ik eenmaal weeën krijg, kan ik vaak niet meer overeind staan, anders val ik zo flauw. Tegen 23.00 uur ga ik liggen. Hopelijk slaap ik nog even een uurtje voor ik aan de bak moet…
Maar nauwelijks 10 minuten later beginnen de weeën al. Ik laat m’n man lekker nog even slapen, al ben ik natuurlijk stik-jaloers dat ik niet meer ga slapen deze nacht. Ik ben de weeën aan het timen en bedenk me wanneer ik de verloskundige zou bellen. De vorige keer ging het zo snel… Rond 02.00 uur heb ik toch al bijna een uur elke 5 minuten een flinke wee. Ik maak m’n man wakker en we besluiten de verloskundige vast te bellen. ‘Nou, ik lig net aan je te denken meid, het zet zeker toch wel door? Ik kom er gelijk aan hoor.’ En het duurt inderdaad niet lang of ze is er al. ‘Ja, jij was de vorige keer al zover toen je belde, ik dacht: die moeten we serieus nemen!’ Na controle heb ik 4 cm ontsluiting. ‘Gelukkig ben ik goed op tijd, want die laatste centimeters gaan altijd zo snel bij jou. Hé, ik ga naar beneden, dan heb jij je rust. Je roept maar als er wat is. Ik blijf in ieder geval hier.’ Ik lag daar prima. Lekker warm op m’n eigen bed. Een kokend hete waterzak in m’n rug voor de rugweeën, het hoofdeinde omhoog tegen het maagzuur, flesje water binnen handbereik, laat mij hier maar liggen hoor. Ik kan me het beste concentreren als het stil is en middenin de nacht heb ik ook niet zoveel zin om een conversatie op gang te houden…
Na een tijdje kwam de verloskundige weer toucheren. ‘Nou je gaat al richting de 7 hoor. De kraamzorg is ook al onderweg. Wil je niet even wat eten? Dan krijg je misschien wat meer energie.’ ‘Ik kan me niet eens herinneren wat ik in m’n kasten heb liggen… En wat eet je nou als je aan het bevallen bent? Echt geen idee, geef maar wat. Misschien helpt het.’ Nou niet dus, want na 2 happen van een koekje, voel ik het maagzuur alweer borrelen. Wat is dat toch een vreselijk pijnlijk kwaaltje zeg!
Na een uurtje is de kraamverzorgster er ook. Ze komen allemaal naar boven en ik weet dat het grote moment er nu echt bijna zal zijn. ‘Hoe gaat het hier?’ vraagt de verloskundige. ‘Ja, geweldig’, grap ik. Ze lacht. ‘Zo nuchter als jij altijd overkomt… Zullen we eens kijken hoever je nu bent?’ Het toucheren voelt elke keer vervelender aan. Ik voel de baby ook heel hard onder mijn ribben schoppen en steeds maar draaien. Dat is zelfs aan de buitenkant van mijn buik te zien! ‘Ik dacht altijd dat baby’s stil gingen liggen tijdens een bevalling?’ vraag ik aan de verloskundige. ‘Nou, deze in ieder geval niet, want ik voel het hoofdje ook constant omdraaien…’ Ik schrik. ‘Het ligt dus niet goed?’ Ze schudt haar hoofd. ‘Op dit moment niet, nee. En je hebt ook nog maar krap 8 centimeter. Ik had wel verwacht dat het al 10 zou zijn. Voel je niet iets wat op een perswee lijkt?’ Ik schud mijn hoofd. ‘Ik heb net juist een half uur of 3 kwartier geen echte weeën gehad… Ik dacht een beetje aan stilte voor de storm, net als de vorige keer.’ Maar de verloskundige schudt haar hoofd. ‘Toen had je al bijna volledige ontsluiting. Wat ik nu ga doen, is niet fijn, maar ik ga proberen de laatste rand weg te masseren. Probeer maar eens een beetje mee te persen.’ Hierna volgde het heftigste uur van de hele bevalling. Mijn weeën vielen weg en kwamen niet meer met kracht terug. De hele bevalling heb ik geen perswee gevoeld. Dat oer-gevoel wat je normaalgesproken hoort te krijgen, was nergens te bekennen. Ik was zo moe! Bij alles wat een wee voor moest stellen, moest ik zo hard mogelijk mijn best doen. Maar zonder persdrang een kind naar buiten krijgen… Dat is niet te doen. Oké, bijna niet dan, want het is me wel gelukt. Met behulp van de kraamverzorgster die me moed in sprak en me elke keer weer wat drinken gaf. Met behulp van m’n man die elke keer fluisterde dat hij trots op me was en dat ik het goed deed. Na 20 minuten keihard persen en elke keer de baby voelen omdraaien, de verloskundig haar hoofd zien schudden als ik vroeg of hij nú dan goed lag, de kracht steeds meer voelen afnemen, was er eindelijk het moment dat ik de baby verder voelde schieten. ‘God, laat hem goed liggen!’ bad ik in stilte. Ik kon niet meer praten en durfde ook niet te persen. Gelukkig zagen de verloskundige en de kraamverzorgster al gauw dat hij nu wel goed lag en vanaf dat moment kon me niks meer schelen. Ik kon er alleen maar aan denken hoe naar dit allemaal voor de baby was. Al dat geduw op zijn hoofdje, dat neppersen van mij, ik was bang dat het teveel zou zijn voor hem. ‘Al scheur ik tot aan m’n nek, hij moet er nú uit,’ was het enige wat ik dacht. ‘Mij lappen ze later wel op, als de baby nu maar komt.’ Na 5 eindeloze minuten, voelde ik eindelijk dat verlossende moment. Direct daarna opende ik mijn ogen en het eerste wat ik zag, was een blauwig lijfje én dat het een jongetje was. Wat een verrassing! We wisten dit keer het geslacht niet en stiekem hoopten we op een jongetje, omdat onze andere kinderen dat zo graag wilden. De eerste minuten kon ik maar 2 dingen doen. Alle lieve complimenten in ontvangst nemen van de kraamverzorgster en de verloskundige én zeggen: ‘Ooohh, ik ben zo blij dat hij er is!’
We zijn nu 10 maanden verder. We hebben heel veel zorg om hem gehad het eerste half jaar, i.v.m. een afwijking aan zijn luchtpijp (tracheamalacie), RS-virus, reflux en veel huilen omdat zijn lijfje vast zat na de zware bevalling. Hij heeft alles zo dapper doorstaan en is nu zo’n vrolijke vent! Nog elke dag zeg ik: ‘Ik ben zó blij dat hij er is!’