Snap
  • Baby
  • dreumes
  • Cosleeping
  • samenslapen
  • Natuurlijkouderschap

Samen slapen en onze weg hierin...

Elk kind, elke ouder en elke situatie is verschillend. Ik kan alleen maar voor onszelf spreken, maar ik ben erg blij dat wij inmiddels deze weg gevonden hebben, de weg die bij òns past. En juist dàt is iets wat ik elke ouder van harte gun, welke weg dat dan ook is, op welke manier dan ook.

“Met haar handje friemelt ze aan de halsopening van mijn shirt. “Au! Weer vergeten haar nageltjes te knippen…” schiet er gelijk door mijn hoofd. Het nasnikken houdt langzaam op. Ik hoor haar ademhaling rustiger worden. Haar oogjes zie ik steeds zwaarder worden. Ze vallen dicht. Ik neurie nog even door. Een diep zucht klinkt, het friemelen houdt op. Ik heb inmiddels al een paar slaapshirts met uitgerekte halsopeningen. Nog een diepe zucht. Haar handje ontspant. Fijn, ze slaapt. Ik ruik nog even aan haar haartjes, check de ligging van de deken, ik probeer te ontspannen en sluit ook zelf mijn ogen. Mijn hart maakt telkens weer een sprongetje als ze zo weer rustig, geborgen, veilig en tevreden in slaap valt. “Ja, we doen het goed zo.” denk ik, waarna ook ik snel in slaap val.” 

Samen slapen. Heb je even? Een gevoelig onderwerp namelijk wel. In eerste instantie is deze situatie bij ons uit noodzaak ontstaan, want we hebben immers maar twee slaapkamers in ons huis. Een co-sleeper hebben we gemaakt van een ledikant, deze tegen ons bed aan gezet en we hadden zo een prima plekje voor onze baby op komst. We zijn inmiddels ruim anderhalf jaar verder en ik kan alleen maar denken: “Waarom hebben wij dit nooit met Noa gedaan?”

Want wat had ik tien jaar geleden graag meer informatie gehad over samen slapen, co-sleeping en bedsharing. Over dat het ook 'anders' kan, anders dan hoe de maatschappij van nu heeft bedacht. Dat het eigenlijk iets heel natuurlijks is en dat het volkomen veilig kan. Inmiddels zijn we lange tijd verder, ben ik zelf een stuk 'ouder en wijzer', hebben we er een tweede kindje bij en vertel ik jullie graag hoe wij het nú doen. Misschien heb je er wat aan, misschien niet. Misschien vind je er wat van, misschien boeit het je niks. En weet je, dat is helemaal prima. Maar één ding kunnen we wel met z'n allen vaststellen denk ik: baby's en slapen... dat blijft bij de meesten toch altijd maar een dingetje hè?! 

De westerse cultuur

In onze westerse cultuur is maatschappelijk bepaald dat het gewenst is dat een baby op een eigen kamer hoort te slapen. Het RIVM adviseert inmiddels vanaf 6 maanden een baby op een eigen kamer te laten slapen. Tot die tijd is rooming-in (eigen bedje in de ouderslaapkamer) volgens hen het veiligst. Maar vaak worden baby’s toch al snel op hun eigen kamer te slapen gelegd. No offence, dit is er door de jaren heen bij iedereen gewoon zo ingeslopen. In niet-westerse landen daarentegen is het heel gewoonlijk dat het hele gezin met elkaar in één kamer slapen. Als je het vanuit biologisch en natuurlijk perspectief zou bekijken, is het eigenlijk ook duidelijk te verklaren. Maar… wij leven nou eenmaal in een geheel andere cultuur, een vooral gehaaste cultuur waarin voornamelijk gewerkt moet worden. Slaap is daarbij belangrijk om fatsoenlijk te kunnen functioneren, dus doet men er alles aan een baby zo snel mogelijk (door) te laten slapen. Uiteraard om zo zelf ook voldoende nachtrust te kunnen pakken. Volkomen begrijpelijk, want dit is nou eenmaal de wereld waarin wij leven, waarin wij moeten óverleven.

Toen Noa klein was, alweer tien jaar geleden, was ik een jonge en relatief onwetende moeder. Ik volgde de adviezen van o.a. het consultatiebureau en mijn omgeving op. Slaapschema’s, voedingsschema’s, de drie R’s… ik heb het allemaal voorbij zien komen. Ik deed veel van wat maatschappelijk bepaald en/of gewenst was en ging volledig voorbij aan mijn moedergevoel. Iets wat ik toen totaal niet door had, maar waar ik nu spijt van heb. We leven immers in deze cultuur en in deze tijd vooral veel in ons hoofd. We vergeten instinctief te voelen en gaan ons lichaam en natuurlijke gevoelens vaak voorbij. Inmiddels heb ik veel beter leren luisteren naar mijn intuïtie. Ben ik meer gaan doen op natuurlijk gevoel en niet ‘omdat het zo hoort’ volgens de maatschappij. Dit heeft ons gebracht bij het hier en nu betreffende dit onderwerp. Wij slapen samen met onze jongste dochter en voor òns voelt dit inmiddels niet meer dan logisch.

Vluchters, verstoppers en dragers

Ik las een tijd terug een interessant artikel op www.kiind.nl, waarin uitgelegd wordt hoe het nou precies zit. Want we weten allemaal wel dat mensen zoogdieren zijn. Wat veel minder bekend is, is dat binnen deze groep verschillende categorieën zijn. Je hebt vluchters, verstoppers en dragers.

Vluchters zijn dieren die direct na de geboorte al ver ontwikkeld zijn. Denk hierbij aan paarden, koeien en herten. Zij moeten al heel snel letterlijk op hun eigen benen kunnen staan om met de kudde mee te kunnen komen. De melk van de moeder bevat veel eiwitten, zodat de botten en spieren snel kunnen ontwikkelen. Dit is echt nodig, anders kunnen ze de kudde niet bijhouden en vallen ze al gauw ten prooi aan roofdieren.

Daarnaast heb je verstoppers, zoals katten, konijnen en vossen. De jongen hiervan komen wat kwetsbaarder ter wereld. De ogen zitten nog een tijd dicht en ze zijn zo goed als hulpeloos. De melk die zij te drinken krijgen bevat veel vetten die zorgen voor een verzadigd gevoel. Dit is nodig wanneer moeder ze voor lange tijd alleen laat om op jacht te gaan. De jongen blijven achter in het nest en moeten zich koest houden, om zo niet de aandacht van roofdieren te trekken.

De laatste categorie binnen de zoogdieren is die van de dragers. Denk hierbij aan apen, kangoeroes en mensen. Zij komen ook hulpeloos ter wereld en zijn totaal afhankelijk van anderen. De hersenen van dragers moeten nog flink verder ontwikkelen. Hersenen groeien en functioneren vooral door middel van voldoende suikers en koolhydraten. Vandaar dat de melk van dragers hier aardig vol van zit. Dat het niet erg lang een verzadigd gevoel geeft is niet erg. Omdat deze baby’s van dragers hulpeloos zijn, zijn zij vaak dichtbij de moeder. Zij kan elke keer voorzien in baby’s behoeften wanneer nodig. Wanneer ze alleen gelaten worden gaan ze huilen, wat direct gevaar oplevert vanwege roofdieren. “Is mama er wel? Komt ze nog terug? En zo ja, wanneer?” Zoveel mogelijk dragen en nabijheid bieden is dus wat moeders van dragers doen.

Nu eens kijken naar hoe de mens, een drager, zich in de huidige maatschappij gedraagt. Velen geven (gewenst of ongewenst) de melk van de vluchters, flesvoeding die is gemaakt van koemelk. Men behandelt baby’s vaak als verstoppers, door ze enige tijd alleen neer te leggen in een kamertje en door relatief lange tijden tussen de voedingen te laten. Baby’s, die voornamelijk nog reageren middels natuurlijke instincten, zullen hiertegen protesteren, ze zijn immers afstammelingen van dragers. Ongemakkelijk en moeilijk voor het kind, maar ook voor de ouder(s). Tienduizenden jaren lang zijn natuurlijke instincten onmisbaar geweest voor onze overlevingskansen. En toch leven we inmiddels in een maatschappij waarin deze instincten, deels ongemerkt, worden tegengewerkt. Wij moeten nu andere middelen inzetten om te overleven, waarvan werken een essentieel punt is. En uiteraard, daarbij is geen ruimte om een kind 24/7 te ‘dragen’. Zoals ik al eerder aan gaf is slaap natuurlijk ook van enorm belang om überhaupt, werkend of niet, normaal te kunnen functioneren. De maatschappij van nu heeft mooie constructies bedacht hiervoor. Maar een baby weet niet beter en reageert vanuit natuurlijk instinct.

Instinctief

Dat brengt ons dus weer bij die eerste jaren met baby’s en slaap. Bij velen toch nog altijd een dingetje. Want ja, die jaren zijn niet makkelijk. Maar het gedrag dat baby’s laten zien (korte slaapcyclussen, vaak om voeding vragen, zich onveilig voelen alleen, vervolgens zich laten horen door te huilen) is eigenlijk wel heel goed te verklaren. Een baby handelt immers instinctief, het laat natuurlijk gedrag zien. Zoals al tienduizenden jaren gedaan wordt. Daar kan preconceptie of tijdens de zwangerschap uiteraard niks aan gedaan worden. Na de geboorte wel, heeft men inmiddels ontdekt. Dus komt men met oplossingen en constructies voor ouders om zo goed mogelijk te kunnen ‘overleven’ in het hier en nu. Maar bij mij ging dat op den duur toch wel tegen mijn gevoel in druisen. “Mijn baby laat natuurlijk gedrag zien, wil ik hier wel tegenin gaan?”

Ons antwoord op deze vraag is inmiddels “Nee, liever niet. Zo min mogelijk in ieder geval.”. Avonden zoals die van laatst bevestigen ons gevoel nog eens extra. Juna werd overstuur wakker, zonder verklaarbare reden. Ze raakte in paniek en werd boos, waardoor ze echt wakker-wakker werd. Na zittend op bed wat heen en weer wiegen om haar iets rustiger te krijgen, leg ik haar weer naast mij neer. Eerst huilt ze nog. Langzaam gaat het huilen over in (na)snikken. Ze voelt mijn nabijheid, ze voelt de geborgenheid en zoals aan het begin hierboven omschreven valt ze al snel weer rustig in slaap. ’s Nachts wordt Juna ook echt geregeld nog weleens wakker. Ze zoekt mij inmiddels zelf al op, komt naar mij toe gekropen en legt haar hoofdje naast de mijne neer. Maar van kleins af aan is vaak ook een hand van mij en een lief woordje voldoende om haar weer veilig en gerust verder te laten slapen. Ik kan snel op elk signaaltje adequaat reageren en dit resulteert bij ons in een relatief rustig slapende baby. Juna sliep dan ook vrij snel de hele nacht door. Hetzij op mij, tegen mij aan of naast mij in plaats van in haar eigen co-sleeper. Maar dat maakt niet uit. We sliepen, allemaal.

Een verademing, want wat hebben wij met Noa een nachten gehad zeg. Vier jaar lang wakker van 00.00/01.00u tot 04.00/05.00u. We waren de wanhoop nabij. Had ik destijds maar geweten dat het ook anders kan, dat het ook anders màg. Had ik Noa maar zo naast mij gehad, had ik haar maar fijn in mijn armen kunnen nemen en hadden we samen maar heerlijk verder kunnen slapen. Die friemelende handjes en scherpe nageltjes had ik voor lief genomen. Kon ik de tijd maar terugdraaien, dan hadden we het dat slapen toch echt anders gedaan.

Gelukzalig? Nee...

Oké, ik zal ook wel even eerlijk zijn tussendoor. Hoe mooi ik het ook allemaal doe laten klinken, het is echt niet alleen maar gelukzaligheid. Buiten de kopstoten en knietjes tegen mijn buik die ik af en toe krijg, vergt het ten eerste veel geduld. Hierbij geldt uiteraard dat het ene kind het andere niet is, maar zowel Noa als Juna zijn geen snelle inslapers. Als ik Juna naar bed breng moet ik ernaast blijven liggen tot ze slaapt, zodat ze niet al koprollend het hele bed doorgaat of erger nog, op de grond belandt. We gaan dus samen naar bed en ik kan met geoefende Ninja-moves wegsluipen als ze eenmaal slaapt. Wij hanteren geen vaste bedtijd, die is afhankelijk van haar middagslaapje en hoe de rest van de dag verloopt. Heel soms kan ik rond 19.30u wegsluipen, maar vaak lig ik toch wel een uur tot anderhalf uur naast haar en kan ik pas rond 21.00/21.30u op de bank neerploffen. Dan moet Noa nog naar bed gebracht worden, wat ook vaak weer even duurt. Het is dus pas later op de avond wanneer beide kinderen slapen en ik echt even tijd voor mijzelf alleen heb. Veel verder dan Netflixen kom ik dan ook niet. Anyway, you get the point, het vergt tijd en dus geduld. En ja, soms lig ik enorm te balen als ik voor mijn gevoel al urenlang naar een donker plafond lig te staren (lang leve podcasts!). Soms voel ik mij echt even ‘touched out’ en kan ik weinig prikkels of andere aanrakingen verdragen. Niet zo gek, want Juna ligt echt wel een groot deel van de nacht op mij of tegen mij aan geplakt. Maar als ik dan weer terugdenk naar hoe relaxed, tevreden en rustig Juna weer in slaap is gevallen dan vervagen die negatieve gevoelens al snel naar de achtergrond. Want wat zijn deze paar jaar nou op een mensenleven?

Taboe

Er heerst naar mijn mening helaas nog te vaak een taboe op samen slapen. Onjuiste informatie, angst, vooroordelen, onwetendheid of het geiten-wollen-sokken imago? Geen idee waar het aan ligt. Maar om een taboe te doorbreken moet erover gepraat worden. Dat is wat ik hier nu wilde doen. Wat overigens ook steeds vaker gebeurt gelukkig. Ik wilde laten weten hoe wij het doen en waarom wij dat doen. Want ik had zelf graag gewild dat ik tien jaar geleden meer te weten was gekomen over dit onderwerp. Dat ik ervaringen en verhalen, zoals deze van mijzelf, van anderen had gelezen. Dat het ook 'anders' kan, anders dan wat de maatschappij de laatste jaren heeft bedacht en gecreëerd. Want samen slapen kàn fijn zijn, voor beide partijen. Ik zie hier en daar angst en onwetendheid voorbijkomen, wat men belet om een weloverwogen keuze te maken. Samen slapen (bedsharing, co-sleeping of rooming-in), het kan op een veilige manier, echt. Lees je daar dan ook vooral goed over in. James McKenna heeft een mooi boekwerk samengesteld, met achtergrondinformatie en richtlijnen. Een aanrader om je hierin bij interesse eens te verdiepen.

Ik ben ervan overtuigd dat elke ouder een weloverwogen keuze maakt om middelen in te zetten die helpen om te ‘overleven’ en functioneren in de gehaaste maatschappij van nu. Voor het ene gezin is dat een strak en duidelijk ritme. Rust, reinheid en regelmaat. Voor het andere is dat het helpen en leren van een kind om sneller zelfstandiger te worden. Om het dus zelf te leren inslapen en doorslapen. Voor weer een ander gezin is dat juist zo dichtbij de natuur mogelijk, door veel te dragen en samen te slapen. Elk kind, elke ouder en elke situatie is verschillend. Ik kan alleen maar voor onszelf spreken, maar ik ben erg blij dat wij inmiddels deze weg gevonden hebben, de weg die bij òns past. En juist dàt is iets wat ik elke ouder van harte gun, welke weg dat dan ook is, op welke manier dan ook.

Mochten wij ooit gaan verhuizen, zorgen we ervoor dat Juna een prachtig, mooi eigen kamertje krijgt. Wanneer zij eraan toe is, wanneer zij er zelf om vraagt, zal daar een heerlijk bedje voor haar klaarstaan. Maar tot die tijd geniet ik elke avond voor het slapen gaan weer even van het feit dat ze nog lekker naast mij ligt. Want voor je het weet zijn ze 18 en verwacht ik niet meer dat ze überhaupt nog naast ons willen slapen. En zo wel, zijn jullie welkom hoor meisjes! Maar dan gaan we alleen wel eerst even voor een groter bed kijken…

3 jaar geleden

Dankjewel! En wat fijn dat jullie ook hebben gevonden wat zowel bij jullie als bij de kindjes past. Geeft ook zoveel meer rust voor alle partijen. Top! Geniet er (nog) maar lekker van, want voor je het weet is het voorbij...

3 jaar geleden

Wat een mooi verhaal en past precies in onze situatie. Ook onze drie kindjes slapen bij ons in de kamer. Waarom in hun eigen kamer laten slapen als ze dan onrustig en niet fijn slapen. Hun slaapkamer is klaar voor als ze daar willen slapen. Maar vind het zelf ook fijn dat ze dichtbij mij.zijn.