Snap
  • Baby
  • kraamtijd
  • kraamweek
  • neonatalogie

Mogen we dan nu eindelijk naar huis?

“Is de uitslag er al?” “En goeiemorgen trouwens” Is het eerste wat ik zeg als de verpleegkundige de kamer binnenkomt stappen.

“Haha goeiemorgen, nee nog niet. Ik zal even kijken of we al meer weten.” zegt ze lachend.

“Ik voel het, we gaan naar huis hoor” zeg ik tegen haar.

Ze bereid mij voor, dat het heel goed kan gebeuren, dat de waardes toch nog te hoog zijn. En dat Bram nog eens 24 uur onder de lamp moet.

Ik slik, ik wil het niet horen…

Er is inmiddels iemand bij mij op de kamer gekomen. En dat voelt erg ongemakkelijk. Vannacht is ze nog samen met haar man op de kraamafdeling geweest en vandaag gaat ze inroomen. (Bij je baby op de kamer slapen)

Ze had al sinds haar komst gelijk de gordijnen dicht en die bleven dicht. Uit beleefdheid zijn er een paar woorden gewisseld en dat was het.

Ik kan hier nooit zo goed mee omgaan, ook mensen die niet praten voelt ongemakkelijk. Misschien omdat ik zelf zoveel praat dat ik niet tegen stiltes kan. Het maakt mij ook onzeker over mezelf. Dus een hele nacht zo “samen” zie ik niet zitten. Buiten het feit dat ik gewoon nu echt wel naar huis wil, lekker mijn gezinnetje en eigen bed! Gewoon Bram laten zien aan iedereen die ik lief heb. Ja het is echt tijd voor ons om te gaan.

Halleluja Heemskerk, here we come! En ik pak alvast mijn tas in.

Dan komt er iemand langs om te vragen wat ik wil eten vanavond. “ooooh dan ben ik allang weg”, zeg ik vol overgave.

Niet lang daarna komt de verpleegkundige binnen, de arts heeft mij staan om te bezoeken om 15.30 uur.

Wattttt zeg ik, nee dat meen je niet. Ik dacht hier eind van de ochtend te vertrekken.

Ja, daarom heb ik ook even tegen de arts gezegd dat ze je dat niet aan kan doen en echt even eerder moet komen kijken.

“Je bent geweldig!!” bulder ik.

Echter moet ik nog wel geduld hebben. Ik kijk de minuten voorbij. En dan, eindelijk! De kinderarts. Met daarbij de verpleegkundige.

Nou de waardes zijn gezakt zegt ze, maar…..

Fock een MAAR….nee toch? Het zal toch niet?

Altijd maar weer die verdomde maar. Ik slik en luister gespannen verder.

Het is wat minder hard gezakt dan we hadden gehoopt. Het is goed nu, maar ik wil over 24 uur nog eens prikken om te kijken of de waardes niet gestegen zijn. Want anders moet hij toch nog even een keer onder de lamp.

Ik vrees dat u dus toch nog even moet blijven. U wilde heel graag naar huis begreep ik hè?

Ik kan alleen maar knikken en bedank de dokter.

Maar dan uit het niets komt mijn superhero alias de verpleegkundige om de bocht.

“En als mevrouw nou naar huis gaat?” “Bram thuis wordt geprikt en dan terug komt als het niet goed is?” “Zou dat nog kunnen?” zegt ze vragend tegen de kinderarts.

Mijn ogen lichten op….en kijk hen gespannen aan.

Waarop de dokter antwoord, “dat houdt wel in dat u misschien nog terug moet komen naar het ziekenhuis”.

“Dat zal ik dan doen dokter en dat maakt echt niet uit!” Ik begin voorzichtig te lachen en krijg weer hoop.

“Als je het thuis prikken kunt regelen is het goed en kunnen jullie zo naar huis.” zegt de arts

“Ik ga het meteen in orde maken” hoor ik mijn superwomen antwoorden.

Het is zo ver Bram, hoorde je dat?! We mogen naar huis!

Mijn spullen had ik al gepakt, nog wat paperassen in vullen en stap voor stap naar huis.

Woop woop! Bedankt heldin, je bent de beste, met je geweldige idee, ik ben je zo dankbaar. Ik ben iedereen dankbaar hier! Wat een belangrijk, mooi en moeilijk werk doen zij.

Ik bedank ze allemaal, heel erg nog een keer en dan is het moment daar…..

Met gierende banden naar huis! EINDELIJK