Het neusje van mijn baby
Er komt een moment in het 'gouden uur' na de bevalling dat je als moeder de baby van top tot teen bestudeert met je ogen. In haar neus zat een kreukel, iets waarvan ik voelbaar dacht "als dat maar goed komt." Gerelativeerd door de gedachte dat alle baby's in kreukels worden geboren, het zou vast beter worden.
Op het gezicht ging het dan ook beter, in het gehoor niet. Elynne was constant verkouden en haar ademhaling was iedere keer te horen. Hoewel ze hier geen last van leek te hebben klopte het gevoelsmatig niet. Als ze bij mij dronk liet ze geregeld los om adem te halen, terwijl baby's kunnen drinken en ademen tegelijk. Mijn gevoel werd tegengesproken door de reacties van medici dat deze verkoudheid wel voorbij ging. De neusdruppels hielpen niet en ook moedermelk in het neusje druppelen hielp niet. Ze kan toch nooit al haar hele leven verkouden zijn?
Ik ben niet zo'n moeder die voor een snotneus naar de huisarts gaat. (Wel mét snotneuzen). Na zo'n vijf weken besluit ik de huisarts te bellen. Het was een vreselijke nacht, wederom, doordat mijn baby slecht sliep en soms leek te stikken. De huisarts had vakantie en dus gingen we naar een waarnemend huisarts, die stuurde me door naar de kinderarts. Ik kreeg neusdruppels met Xylometazoline mee. Fantastisch spul, het werkte. Er werd me verteld dit maximaal 5 dagen 3x per dag te mogen gebruiken. Overmatig gebruik zou de slijmvliezen kunnen doen verdikken, het zou dan averechts werken. Die vijf dagen ging het stukken beter, om vervolgens weer terug bij af te zijn. Weer belde ik de kinderarts, die zei het nog maar een keer te gebruiken.
Nog een week later zat het me toch niet lekker, wat is er nu aan de hand. Ik had al ontdekt dat Elynne niet plat op haar rug kon slapen. Haar bed lag dus iets schuin maar het beste slaapt ze op mijn buik. Constant bleef haar ademhaling hoorbaar. Ik kreeg steeds meer het gevoel dat ze al haar energie gebruikte om adem te halen. Iedere keer als ik de huisarts of de kinderarts belde kreeg ik te horen dat ze niks konden doen. Ik mocht best komen, ze zouden dan alleen observeren en weer wat neusdruppels gebruiken. Daar wilde ik mijn energie niet aan opmaken. Waarom konden ze niks. Het was geen verkoudheid!