Snap
  • Baby
  • Moeilijk
  • #postnataledepressie
  • #4maandenoud
  • pauzenodig

Het gaat niet goed.

Alweer. Lol.

“Doe je dat bewust, de fietssleutels daar laten liggen?” vraagt mijn man, enige irritatie op zijn gezicht.

“Ik ben er niet aan toegekomen om ze op te ruimen,” antwoord ik. ‘Godsamme, weer vergeten…’

“Oh, het is altijd het eerste dat ik doe,” zegt hij. “Mijn sleutels uit het slot draaien en ze in mijn zak steken.”

“Ja. Ik niet. Ik heb geen zakken en ik ben eerst met andere dingen bezig. Drie kinderen…”

“Ja, maar toch.” 

Het voelt als een verwijt. De fiets staat veilig, er kan niemand zomaar bij, het is voor mij geen prioriteit. De twee peuters die bijna omvallen van vermoeidheid, de hond die echt nu water nodig heeft na het rennen én de baby die ieder moment een voeding nodig heeft… Dat zijn mijn prioriteiten. En daarna, als aan dit alles aandacht is besteed, ben ik allang het bestaan van de sleutels vergeten. 

Maar voor mijn man is dit wel een prioriteit. Net als een hoop andere dingen. Hij is verbaasd dat ik het vergeet. Hoe kan ik zoiets nou vergeten, zelfs hij met zijn klachten vergeet dat niet. En hem lukt het ook in de chaos. Ja, de chaos wanneer precies? Welk moment gaat hij met alle drie de kindjes op stap, met de hond, tussen een dutje en voeding in? Op welke momenten van de dag is zijn chaos van het in drieën moeten splitsen? (Een voor de baby, een voor de jongens, een voor het focussen) Wanneer heeft hij in de afgelopen tijd alles moeten laten vallen voor een voeding van de baby?

Ik moet al een tijdje een pakketje ophalen. En ik wil al een tijdje naar een Intratuin toe. Beide is me in de chaos van de drie kinderen nog (steeds) niet gelukt.  Vandaag heb ik plannen gemaakt om met mijn moeder en de jongste naar het dorp te gaan. Er is iets van een markt. Kan ik het pakketje ophalen en besteden we daarna wat tijd samen en kunnen we over de markt heen. En wanneer we alles gezien hebben ga ik naar de Intratuin.

Maar het wordt later. (Mijn moeder moest nog lunchen, ze laat het weten wanneer ze naar het dorp komt.) Zo leef ik, geen probleem. Ze belt en ik vertel haar het precieze plan. Pakketje halen, op de markt even schumen  en daarna naar de Intratuin. Of ze mee wilt?

Geen tijd. En als ze zo op de klok kijkt dan heb ik geen tijd om beide te gaan doen. Dus ik vraag of ze mijn pakketje op kan halen, dan kan ik met de jongste naar de Intratuin. Prima, gaat ze voor me doen. Natuurlijk is het een beetje jammer dat we elkaar nu niet zien, maar in principe moest ik sowieso naar de winkel toe en is deze ontmoeting dan gewoon ‘extra’ geweest. We gaan elkaar gauw weer zien.

Ik ga gauw een lijstje maken voor wat ik nodig heb bij de Intratuin. “Maar dat kan je daar on the fly toch bekijken?” vraagt mijn man.

“Nee lieverd, ik heb specifieke spullen nodig voor wat ik wil.” (Plus de Intratuin is zo’n chaos en we willen besparen dus ik wil het geld goed uitgeven en geen dingen kopen die ik achteraf toch niet nodig blijk te hebben.)

Ik bekijk het lijstje en besluit dat de spannendste spullen allemaal online gekocht kunnen worden. En als het niet nodig is dan blijf ik liever thuis. 

“Ik bestel het wel online,” besluit ik dan.

Mijn man’s gezicht betrekt en hij wordt nukkiger en kortaf. Hij uit zijn frustratie, nu heeft hij al de hele dag rekening met mijn planning gehouden (?) en nu blijf ik alsnog thuis. Ik zou met de jongste gaan, de jongste waar ik 24/7 de zorg voor doe en draag. Welke fucking planning?

“Ik vind het vervelend dat ik nu voor niks mijn planning heb aangepast voor jou.”

“Hoezo aangepast?” 

“Ja ik probeer je al de hele tijd te helpen met vertrekken.” Of ik genoeg spullen heb gepakt voor de jongste. Die twee luiers en dat pakje met Zwitsaldoekjes bedoel je? 

Helpen met de jongste, planning aanpassen en vervelend. Ik heb een te korte nacht gehad. Pas mijn planning al sinds haar geboorte aan. Heb in geen tijden warme koffie gedronken en mijn eten is geregeld koud. Ik sta 24/7 aan. En hij klaagt dat hij het vervelend vindt om zijn ‘planning’ aan te passen. Welke. Fucking. Planning. Hij heeft geen zorg voor de jongste, in het weekend houdt hij de twee oudste in leven. 

Planning aanpassen. Er is geen planning met een baby, lieve man. Zij huilt en dan spring ik op. Ik wil al weken naar de Intratuin, moet al iets meer dan een week dat pakketje afhalen. Oh en iets schrijven? Dit schrijven? Ik zit op onderbreking 3 en counting. Tyf op met je planning.

Dit alles, deze woede, frustratie, verdriet, komt door zijn ongeloof. Waarom ik die sleutels daar toch laat liggen. Waarom dat niet mijn prioriteit heeft. 

Want hij kan het wel met deze omstandigheden. 

Mijn man doet heel heel veel en ik ben echt enorm dankbaar voor alles wat hij doet om dit huishouden boven water te houden. Maar voor de jongste zorgen, dat doe ik (buiten soms een luier om). Hij snapt niet in welke chaos ik ongeveer 3 keer per doordeweekse dag sta. Doe daar wat ADHD en een scheut weinig slaap doorheen en dan heb je dit. 

Ik ben het zat. Ik ben op. Als het aan mijn planning ligt dan kom ik voorlopig mijn bed niet meer uit. Ik wil pauze.

Maar dát staat voorlopig niet in de planning.

Omdat ik altijd overdenk heb ik dit stuk in een ruk geschreven (buiten de baby onderbrekingen om) en niet hermetisch gecheckt op foutjes. Plus neem het slaapgebrek in gedachte. Mijn man is geen monster. Allesbehalve.