Goed aanleggen

Met goed aanleggen zorg je ervoor dat je melkproductie optimaal gestimuleerd wordt en dat je baby genoeg moedermelk binnen krijgt. Bovendien voorkom je zo pijnlijke tepels of verstopte melkkanaaltjes.

Een probleem bij het aanleggen is een veel voorkomende reden om een lactatiekundige te vragen om op consult te komen. Aanlegproblemen kom ik in verschillende gradaties tegen: van een baby die helemaal niet aan de borst gaat tot een moeder die pijn heeft bij het voeden of graag een andere houding wil leren.

Direct na de geboorte kan een gezonde voldragen baby met zijn aangeboren reflexen zelf op zoek gaan naar de borst. Als hij op zijn buik op jouw buik ligt kan hij deze reflexen optimaal gebruiken. Met wat hulp en begeleiding is hij zelf in staat om bij je borst te komen en aan te happen. Natuurlijk kun je je baby ook zelf pakken en bij je borst leggen. Je baby maakt smakkende geluidjes en zuigbewegingen, hij zoekt je tepel. Een geweldig moment van kennismaken, hormonen die vrijkomen en leren drinken aan de borst.

Mocht dit door omstandigheden niet mogelijk zijn, is er zeker niets verloren. Zo’n hernieuwd eerste contact kun je altijd later nog eens doen. Bloot op bloot, in alle rust.

Het is belangrijk dat je als moeder zoveel mogelijk zelf probeert je baby aan te leggen. Hulp moet gericht zijn op jouw zelfredzaamheid waarbij jij en je baby de tijd moeten krijgen om het zelf te proberen. Als je baby op het achterhoofdje of nekje tegen je borst geduwd wordt kan dit een verstoring van de reflexen geven. Je baby zal mogelijk meer moeite krijgen om goed aan de borst te gaan.

Probeer uit wat je zelf fijn en handig vindt. Voor de ene moeder is liggend voeden een uitkomst, terwijl een andere moeder het zo lastig vindt dat ze liever zittend voedt.

Zo was ik een keer bij een moeder die veel pijn had bij het liggend voeden. De pijn nam direct af toen ze overging naar zittend voeden. Het omgekeerde heb ik ook mee gemaakt. Laatst was ik op consult bij een moeder met diverse borstvoedingsproblemen. Haar was geleerd om altijd zittend te voeden. Het ging niet fijn, zowel moeder als baby voelden zich niet prettig bij deze houding. Ze had een heerlijke ruime bank. Ik stelde voor dat ze op de bank zou proberen om liggend te voeden. En terwijl de moeder een kussen onder haar hoofd legt, had de baby de beslissing al gemaakt: de baby hapt keurig netjes aan en drinkt met volle teugen aan de borst. Zonder pijn.

Wat ook goed werkt, is om in een ontspannen houding wat achter over te gaan zitten. Vervolgens neem je je baby op je borst waarbij hij met zijn buik op jouw buik ligt. Aangeboren voedingsreflexen worden gestimuleerd en werken positief voor het aanhappen en borstvoeding. Deze houding voor jou als moeder maakt dat je zelf ontspant, wat voeden prettiger en beter laat verlopen.

Jij en je baby reageren in deze houding heel natuurlijk en reflexmatig op elkaar. Je doet het samen, er is direct contact. En vanzelf komen de voedingsreflexen weer terug. Je baby opent zijn oogjes, begint ruiken en zoeken naar de borst. Je aait je baby, praat lieve woordjes tegen hem. Je baby tilt zijn hoofdje op, zet af met zijn voetjes en probeert zich naar je borst te verplaatsen.

Er is geen sprake van ingewikkelde of aangeleerde houdingen. Als moeders geen uitleg krijgen over voedingshoudingen is het een manier van voeden die ze van nature vaak zelf zullen kiezen.

Blijf je problemen houden met het aanleggen of vind je dat het met borstvoeding niet lekker loopt, aarzel dan niet om deskundige hulp in te schakelen. Je baby weer aan de borst of voeden zonder pijn in een fijne houding maakt dat borstvoeding geven ook fijn kan zijn.