Snap
  • Baby

Gewoon even met zijn drieën 'alleen' zijn!

Na 3 weken ziekenhuisopname werd het 'oerinstinct' om met zijn drieën 'alleen' zijn steeds groter!

Zoals in een eerder blog geschreven werd onze kleine man prematuur geboren na 34,5 weken. Dat is zeker niet zoals de natuur dat bedoeld heeft, maar hij deed het fantastisch en volgens de kinderarts was hij zo goed als ‘af’. Direct na de geboorte heeft hij een halve minuut op mijn borst gelegen en na de eerste controles is hij in de couveuse gelegd.Mijn man begeleide onze zoon naar de afdeling neonatologie, terwijl de coassistent bij mij bleef voor de schadeherstel-werkzaamheden (zie eerder blog). Nadat ik een douche had genomen bleek dat er met mij weinig aan de hand was en dat ik per direct het ziekenhuis mocht verlaten. Op zich was dat goed nieuws want ik had nog een waslijst aan dingen die gedaan moesten worden. Eerst wilde ik natuurlijk nog bij onze zoon gaan kijken, want ik had hem maar heel kort mogen bewonderen. Op naar de afdeling neonatologie! Eerst een sluis door, je jas ophangen en je handen desinfecteren. Bij het binnengaan van de afdeling komt de hitte op je af, zoals de warmte in de vlindertuin van Artis. Links achterin de hoek ligt hij…ons kleine wonder! Wat is hij mooi! Met tranen in mijn ogen kijk ik door de couveuse naar zijn perfectie. Hebben wij dit wonder gemaakt? Zat jij twee uur gelden nog in mijn buik? En heeft hij echt tien vingers? (op de afdrukken die wij van de echoscopist mee kregen, telde ik er steeds maar negen (-;) Ik moest hem gewoon even aanraken om hem te laten weten dat zijn mama bij hem was. Ik wurmde mijn arm door het ‘kattenluik’ in de couveuse. Met zijn grijpreflex pakte hij mijn vinger vast, deed een poging om zijn oogjes te openen en draaide zijn hoofdje om. Kort daarna kwam het personeel van de afdeling ons feliciteren en kennismaken. ‘Bent u de kersverse tante van deze knappe vent?’ vroeg een verpleegkundige? ‘Nee, ik ben zijn moeder’, zei ik trots. ‘Goh, zo fris en fruitig maken we ze maar weinig mee!’. Misschien had ik toch niet mijn zwarte legging, neon Azteken-vest en mijn biker boots aan moeten doen. De moeders om mij heen liepen (of rolden in hun rolstoel) allemaal in pyjama ofgelijksoortige outfit. ‘s Middags om twee uur liepen mijn man en ik in een roes het ziekenhuis uit. Eenprachtige zoon rijker, een dikke buik armer.
De eerste dagen was mijn man nog vrij en gingen we drie keer per dag naar het ziekenhuis. Na die vier dagen ging hij weer aan het werk. Lang leve het Scandinavische systeem voor het Papa-verlof! Die eerste dag ‘alleen’ was gek. Heel gek! Omdat ik natuurlijk niet 24 uur per dag in het ziekenhuis kon zijn en ook geen kraamzorg aan huis nodig had, was ik alleen thuis. Helemaal alleen! Samen met een lege wieg, een lege box en een platte buik.
Die eerste week liepen we steeds met geknepen billen het ziekenhuis in. Het leek alsof ze steeds iets nieuws ontdekten wat niet in orde leek te zijn; verhoging (dus antibiotica), geelzien (dus onder de UV-lamp) en zondevoeding. Ons kleintje heeft die eerste week echt moeten bewijzen dat hij gezond was. Na een week leek hij de kinderarts ervan overtuigd te hebben dat hij uit puur enthousiasme zo vroeg ter wereld kwam, niet vanwege gezondheidsredenen. En daarmee mochten we heel erg in onze handen knijpen. Rondkijkend op de afdeling zagen we ook kindjes die ter wereld waren gekomen met 25 weken of eerder en dan zijn bovenstaande complicaties echt ‘peanuts’. Wat moet dat nog veel heftiger zijn! Na die eerste week waren we langzaam gewend geraakt aan de piepende monitoren, galopperende hartmeters en afzakkende saturatiebandjes. Onze zoon mocht uit de couveuse in een verwarmde wieg. Ondertussen probeerden wij de borstvoeding op te starten. Helaas zonder succes, want het drinken kostte hem nog teveel energie. Steeds al ik hem aanlegde, sloot ik het gordijn om zijn wiegje als een coconnetje om ons heen. Daarmee hadden we heel even de illusie dat we alleen en met zijn drieën waren. Totdat na een paar minuten steevast een verpleegkundige haar hoofd tussen het gordijn wurmde: ‘Alles goed hier? Jullie roepen wel als jullie hulp nodig hebben he?!’ In het begin was ik blij met alle hulp om de borstvoeding op gang te krijgen. Maar nadat ik alle 286 mogelijke poses om de kleine aan te leggen, meerdere keren had geoefend, werd het irritant. Mogen we dan niet heel even alleen zijn?! Gewoon genieten van het feit dat we met zijn drieën een gezinnetje zijn? Dat gevoel werd steeds sterker, het leek wel een oerinstinct. Na twee weken kon ik die veel te lieve en welwillende verpleegkundigen wel aanvliegen op het moment dat ze zich met ons ‘bemoeiden’. Ik kon moeilijk verkroppen dat we twee weken na zijn geboorte nog geen minuut alleen en met zijn drieën hadden doorgebracht. Gierende hormonen, bijtrekkende hechtingen en ontplofte borsten droegen ook negatief bij aan mijn gemoedstoestand. Halverwege de tweede week begon de kleine steeds beter uit de fles te drinken. De zonde mocht er uit en daarmee namen we lachend afscheid van de laatste toeters en bellen aan zijn lijfje. Vanaf het moment dat hij 24 uur lang al zijn flessen zelfstandig zou drinken, mochten we hem mee naar huis nemen. En dat gelukzalige moment kwam drie weken na zijn geboorte. Met zijn ruim twee kilo verdronk hij bijna in de Maxi Cosi en trots als een pauw liepen we stralend van geluk als gezinnetje het ziekenhuis uit. Als een speer naar huis, ramen en gordijnen dicht, deur op slot en genieten van onze eerste minuten ALLEEN met onze zoon!