Een half jaar! Deel 2
21 november 2019
'Oh een jongen! Oooo wat ben ik blij dat hij er is!' Zoiets heb ik, volgens mij, gezegd toen om 5.12 uur eindelijk een warm hoopje mens omhoog werd gehouden. Daar was hij eindelijk, na een hele nacht heel hard werken. Onze lieve Levi! Wat hebben we naar hem uitgekeken. 'O, ik ben zo blij dat hij er is!' zei ik voor de 44e x in 5 minuten. Ik dacht alleen maar: Dit is voorbij en ik hoef dit nooit meer te doen. Doei zwangerschap, waar ik zo van afgetakeld ben, doei bevalling waar ik helemaal van uitgeput ben, doei hormonen waar ik helemaal gek van werd. Ik ga nu heel hard uitrusten en heerlijk genieten. En na een week of wat, ga ik lekker weer aan mijn conditie werken, ik moet en ik zal de betere versie van mezelf weer terugkrijgen. Ik kreeg er helemaal zin in.
Maar ergens knaagde er iets. Hetzelfde gevoel als ik had in de zwangerschap. Het gevoel alsof er iets niet goed was. Ik heb het toen maar weggewuifd als 'labiel' en 'hormonaal', maar het nare gevoel bleef de hele zwangerschap hangen. En het bleek achteraf wel te kloppen, de bevalling ging niet bepaald volgens het boekje. Maar waarom voelde het nu nog steeds niet goed, nu hij er was? Hij is toch nagekeken? Hij is toch gezond, voor zover we kunnen zien?
Precies. Voor zover we konden zien. En juist dat zinnetje maakte me onzeker.
De eerste nacht lag ik wakker van Levi's ademhaling. Bij elke ademhaling hoorde ik een vreemd geluid. Alsof hij een fluitje in zijn keel had. Ik kreeg het er zelf benauwd van. Maar Levi sliep rustig, zelfs met het fluitje. De volgende ochtend viel het de kraamverzorgster ook op. Ze had een tijdje naar hem staan kijken en luisteren, maar ook zij zag dat hij ondanks de gekke ademhaling, rustig was. Ik voelde me enigszins gerustgesteld als ik niet alleen was. De zuster wist precies waar ze op moest letten, dus ik probeerde het nare voorgevoel van me af te zetten. Maar zo snel ik het van me afzette als de zuster binnenkwam, zo snel kwam het weer opzetten als ze naar huis ging. De bekende opstartproblemen kwamen om de hoek, en voor we het wisten was de eerste week om. Ik heb bij de oudste 2 geen traan gelaten, toen de zuster wegging, maar dit keer moest ik wel een potje op m'n lip bijten, toen we haar uitzwaaiden. Ik kon het allemaal nog lang niet alleen! Wat moest ik nou met dat onheilspellende gevoel? Lag het aan mij? Was ik nog te zwak? Of klopte er echt iets niet?
De dagen en nachten die volgden, bestonden vooral uit huilen, drinken en krijsen. Wanneer stopten deze opstartprobleempjes? Wanhopig probeerde ik rustig te blijven, en zocht ik naar de oorzaak. Ik zag hem vaak slikken en daarna ontroostbaar huilen. Verborgen reflux! schoot het door me heen. Maar hij huilde bijna de hele dag! Kwam dit dan door krampjes? Kwam het omdat ik overging op de fles? Was er iets anders? Wat was dit? Dit is geen rustige, tevreden baby!
Zo kwam het dat mijn 2 weken oude baby op de behandeltafel bij de osteopaat lag. Conclusie in het kort: het arme kind zat totaal vast door de bevalling, hij heeft een koemelkallergie en daardoor een reflux. De rare ademhalingspiep komt vaker voor bij kinderen met reflux. Nu was het plaatje compleet.
Na 2 behandelingen en een hele hoop geregel voor speciale voeding, merkten we rustig aan iets verbetering. Ik durfde weer een beetje adem te halen. Nu zou het genieten gaan beginnen. En ja, dat deden we. Maar nog steeds niet onbezorgd. Want nu werd Levi verkouden. De ademhaling werd alsmaar onrustiger en ik merkte steeds vaker ademstops op. Nachtenlang was ik in de weer geweest met een huilend kind, nu sliep hij eindelijk wat uurtjes en dan lag ik wakker van angst dat hij helemaal zou stoppen met ademhalen. Het nare gevoel kwam met dubbele kracht terug en liet me niet meer los. Ik durfde niet meer bij hem weg. Als hij boven in zijn bedje lag, rende ik om de 2 minuten naar boven om te kijken of hij nog ademde. Nu wilde ik natuurlijk toch graag aan mijn conditie werken, maar dat had ik net even wat anders voor ogen. Ik kreeg geen rust. In mijn lijf niet en in mijn hoofd niet. Het alarmbelletje ging steeds harder rinkelen. Vrijdagavond kreeg ik nog wat collega's op visite. Ik probeerde steeds maar positief te blijven, tot ik even een één op één gesprekje had met een collega. Ik vertelde haar van mijn voorgevoel. 'Ik durf het haast niet te zeggen, maar ik vertrouw het niet... Ik denk dat er meer aan de hand is,' biechtte ik op.
De volgende ochtend al, zou blijken dat ik gelijk had...
Word vervolgd...
Damaya
Wat naar dat je al steeds een voorgevoel had dat er iets niet goed was, herkenbaar!! Liefs D xxx