Snap
  • Baby
  • rouw
  • ikmisje
  • doodgeboren
  • iuvd
  • ikhouvanje

Deel 4: Daan, een dood kindje in mijn buik

Daar zat ik dan, thuis op de bank, in shock en met een dood kindje in mijn buik. Ik kon het niet bevatten dat Daan niet meer leefde. Het gevoel wat ik had is moeilijk te omschrijven. Allerlei emoties die ik voelde, verdriet, boosheid, onzekerheid, angst, onbegrip, onmacht maar vooral een intens diep verdriet. Ik wilde weten wat er met hem was gebeurd. Want dat wisten we niet. Dit zou later uitgezocht gaan worden. Veel ging aan me voorbij, ik kan me ook niet precies alles tot in detail herinneren. Mijn schoonouders en vader waren er. En ik had boekjes meegekregen vanuit het ziekenhuis, ter voorbereiding op de bevalling. En een boekje over iuvd (intra-uteriene vruchtdood). De bevalling... daar moest ik ook nog doorheen dacht ik. Want ik moest “gewoon” natuurlijk gaan bevallen. Ik mocht helemaal zelf weten wanneer ik wilde bevallen. Ik mocht in principe ook wachten tot de bevalling uit zichzelf zou beginnen. Maar dat kon ik niet.. dat was emotioneel veel te zwaar. Mijn allereerste reactie toen ik hoorde dat Daan was overleden, was: ‘haal hem er maar uit’. Maar dit doen ze niet. Dit is niet goed voor de verwerking én daarbij is een keizersnede een operatie en dat heeft een veel langere herstelperiode als een natuurlijke bevalling. En achteraf ben ik daar ook heel erg blij om.

Het was dinsdagavond en ik besloot om donderdag te gaan bevallen. Van de gynaecoloog had ik een pilletje meegekregen waardoor de baarmoedermond weker zou gaan worden, ter voorbereiding op de bevalling. Ik zat dinsdagavond op de bank en Roel zat naast me.. en ik nam het pilletje in. Het voelde voor mij alsof ik mijn kind vermoordde. Dat was natuurlijk niet zo, maar het voelde zo verkeerd aan. Maar Daan was natuurlijk al dood. Maar omdat hij nog in mijn buik zat voelde het niet alsof hij dood was. Ik was bang.. bang voor alles! Maar vooral ook om zelf dood te gaan tijdens de bevalling. Al het vertrouwen wat ik inmiddels had opgebouwd was weg. Daar was niks meer van over. Roel en ik zijn ‘s avonds naar bed gegaan en hebben daar nog een beetje tv gekeken als zombies. Roel vroeg later op de avond nog een keer of ik Daan misschien toch nog had gevoeld... nee. Helaas. Was het maar zo. Het werd woensdag, die dag hebben we wat gewandeld kan ik me herinneren.. verder weet ik er niet zo heel veel meer van. Wel weet ik dat ik bang was, ik was zo bang voor de bevalling die ik moest doorstaan. Ze hadden me al verteld dat ik een ruggenprik zou krijgen. Ze zouden er alles aan gaan doen dat ik lichamelijk zo min mogelijk pijn zou hebben... maar toch, ik was bang dat ook ik het niet zou overleven. Papa was bij mij en hield me vast en zei dat het goed zou komen. Papa bleef net zolang bij me tot ik iets geruster zou zijn. De volgende dag zou hij ons naar het ziekenhuis brengen. Ik vond het zo fijn dat ik wist dat papa er was. De tijd tikte verder en het werd 21.00 uur.. Ik lag in bed, Roel ook. Ik wilde niet gaan slapen want dan zou het zo snel morgen zijn. Ik wilde niet dat het morgen zou worden want morgen werd een vreselijke dag. Maar tegelijkertijd bedacht ik me dat ik ook moest rusten want ik moest hard gaan werken de volgende dag. Vanuit het ziekenhuis had ik slaappillen meegekregen, deze nam ik met tegenzin in. Ik wilde niet slapen, maar ik moest. Ik moest de volgende dag “fit” genoeg zijn om Daan op de wereld te zetten. Ik viel in slaap en het werd donderdag, de dag die ik niet wilde die zou komen. Om 7.00 uur moest ik me melden in het ziekenhuis. Ik zou ingeleid gaan worden d.m.v. cytotec. Ik maakte me thuis klaar om te gaan, maar het voelde zó tegen natuurlijk. Ik wilde niet. Ik wilde niet dat dit ons overkwam. Ik wilde niet dat Daan dood was. Ik huilde maar raapte mezelf weer op.

Ken je dat beeld van een hond aan een riem die mee wordt gesleurd naar de dierenarts? Zo’n hond die niet wil... zo voelde ik me. Maar dan nog 2000x zo erg. Normaal gesproken als je gaat bevallen, weet je dat je pijn krijgt en ongemakken gaat ervaren maar dan weet je waar je het voor doet. Dat had ik niet, ik wist dat als ik deze bevalling achter de rug had én had overleefd, ik en Roel een zware tijd tegemoet zouden gaan. Wij moesten een crematie gaan voorbereiden en rouwkaartjes laten maken. Maar eerst moest ik de bevalling doorstaan... focus op de bevalling. De rest zou later komen... eerst deze klus klaren.