
Beeld: Yvette Huitema
“Door te schrijven, neem ik ruimte in”
Wanneer je een baby verliest, verandert alles. Of het nu gaat om een miskraam, een stilgeboorte of een kindje dat kort na de geboorte overlijdt: je verliest niet alleen een kind, maar ook de toekomst die je voor je zag. Het wiegje, de kleertjes, de plannen voor later, in één klap worden ze zinloos en leeg.
Wat dit verlies misschien nog zwaarder maakt, is dat er in de wereld om je heen vaak nauwelijks ruimte voor lijkt te zijn.
Veel moeders horen zinnen als: “Je bent nog jong, je krijgt vast nog een nieuwe kans,” of: “Het was nog zo klein.” Soms wordt er gezwegen, alsof woorden te gevaarlijk zijn. Al die reacties hebben hetzelfde effect: ze maken het verlies kleiner dan het is.
Ik weet dat gevoel maar al te goed. Toen mijn eigen zoontje bij de geboorte overleed, hoorde ik ook dit soort zinnen. Alsof mijn verdriet geen plek verdiende. Alsof mijn moederschap ophield op het moment dat mijn kind stierf.
Ik merkte toen dat er maar weinig ruimte was voor mijn verdriet; rouw om een baby krijgt zelden dezelfde plek als ander verlies. Als je partner of ouder overlijdt, zijn er condoleances, rituelen, kaarten. Er zijn woorden die passen. Maar bij babyverlies lijkt die ruimte vaak te ontbreken. Het is een verlies waar de wereld liever stil over blijft, omdat het te confronterend is, omdat er geen duidelijke rituelen voor zijn, omdat mensen bang zijn iets verkeerds te zeggen.
En zo blijf je als moeder achter met een dubbel gemis: het verlies van je kind én het gemis aan erkenning. Er is weinig ruimte voor je moederrol, voor je verdriet, voor je kind.
Zelfs op de werkvloer is er meestal weinig plek voor. In veel gevallen krijg je geen extra verlof. Terwijl je net bevallen bent, terwijl je lichaam bloedt, terwijl je hart gebroken is, wordt er verwacht dat je snel weer terugkomt. Alsof het verlies niet groot genoeg is om tijd en ruimte te vragen.
En toch is dat precies wat ik voel: ik mis mijn kind. Elke dag. En dat missen ís bewijs dat er iemand was. Want je kunt alleen missen wie echt heeft bestaan.
Schrijven als plek
Omdat er zo weinig ruimte was, begon ik zelf ruimte te maken. Ik schreef dagboeken, brieven, korte zinnen. Ik gaf mijn verdriet papier, omdat er nergens anders plek voor leek te zijn.
“Door te schrijven, neem ik ruimte in. Voor mijn verdriet. Voor mijn moederschap. Voor de naam van mijn kind.”
En telkens wanneer ik mijn verhaal deel, krijg ik reacties van andere ouders. Echt, ik krijg zoveel berichtjes: “Dat heb ik ook meegemaakt, maar ik heb er nooit over gepraat.” Het liet me zien dat ik niet alleen was. Dat er zovelen zijn die dit verlies dragen in stilte, omdat er geen ruimte voor wordt gemaakt.
Een aanklacht en een uitnodiging
Daarom is dit schrijven niet alleen persoonlijk. Het is ook een aanklacht: tegen een samenleving die babyverlies te weinig erkent, tegen een cultuur die vrouwen klein maakt in hun verdriet, tegen systemen die geen tijd en ruimte bieden voor rouw.
Maar het is ook een uitnodiging. Om ruimte te maken voor verhalen die verteld mogen worden, voor namen die genoemd mogen worden, voor tranen die mogen vallen.
Hoe meer we spreken, hoe meer ruimte er komt. En hoe meer ruimte er komt, hoe minder eenzaam dit verlies hoeft te zijn.
Tot slot
Mis je. Die twee woorden zeggen alles. Ze maken een moeder zichtbaar. Ze maken een kind zichtbaar. Ze geven verdriet een plek. Ze openen ruimte waar eerder stilte was.
En misschien is dat wel het begin van verandering: dat we samen erkennen dat rouw om een baby net zo waarachtig is als elk ander verlies.
PRAAT MEE MET ANDERE Mama’s in de community
Kom in contact met (aanstaande) ouders, word lid van een geboorteclub en blijf op de hoogte van de ontwikkeling van je kind.