
Beeld: Canva
Ze wou zo graag grote zus zijn: “Komt er ooit nog een baby, mama?”
Narani’s dochter van vier wil niets liever dan grote zus zijn. Ze stelt haar moeder die ene vraag steeds opnieuw. Maar hoe vertel je een kind van vier dat haar grootste wens niet uitkomt?
“Komt er ooit nog een baby, mama?”
Mijn dochter van vier vraagt het regelmatig. Soms in woorden, soms in haar spel. Dan moeten we stil zijn, want haar pop Harrie ligt zogenaamd te slapen. Ze zorgt voor hem alsof het een echt broertje is.
Ik kijk naar haar. Zo lief, zo zorgzaam. En ik denk: wat zou het mooi zijn geweest. Misschien had je een broertje of zusje gehad. Maar ons pad liep anders.
Voor Emily hebben we lang moeten knokken. Twee jaar lang proberen, zonder resultaat. Uiteindelijk werd ze via IVF geboren – ons meisje, in coronatijd, in Engeland. Ver weg van onze familie. De eerste maanden zagen mijn ouders haar alleen via een scherm. Het was een heftige start: mooi én uitputtend.
Een tweede kindje? We twijfelden. Het leek ons pittig, maar de wens bleef. We besloten het toch te proberen.
Twee IVF-pogingen volgden. Embryo’s van matige kwaliteit, geen zwangerschap, niets om in te vriezen. We waren moe, teleurgesteld, en begonnen ons af te vragen of dit het was. Was het niet genoeg zo? Moesten we verdergaan, of stoppen?
Net toen we hadden besloten een laatste poging te wagen, werd ik onverwacht spontaan zwanger. Voor het eerst. Het voelde als een wonder. Tot bij de eerste echo bleek dat het hartje niet klopte. Het wachten op een miskraam volgde. We waren er kapot van.
We twijfelden opnieuw. Durven we die laatste IVF-poging nog aan? Hebben we de energie, de ruimte, het vertrouwen? Toch besloten we het nog één keer te proberen. Gewoon, om zeker te weten dat we alles hadden gedaan.
Ook die poging mislukte.
Sindsdien proberen we de wens los te laten. En tegelijk: wat zijn we blij met Emily. Ze is gevoelig, grappig, eigenwijs – een kind waar we elke dag van genieten. We hebben tijd voor onszelf en voor elkaar. En dat voelt goed.

Ik hoorde haar laatst tegen een vriendje zeggen: “Wij wilden graag een baby, maar die komt niet. Dat vinden we jammer.” Zo wijs en pas vier jaar oud.
Narani
En toch… het knaagt soms.
Als mensen vragen: “Heeft ze geen broertje of zusje?”
Als er in een vriendenboekje staat: hoeveel broertjes of zusjes heb je?
Of als zij weer zegt: “Ik wil zó graag grote zus zijn.” Dat gebeurt vaak. En het raakt me steeds weer een beetje.
Laatst zei ik voor het eerst echt duidelijk tegen haar: “Liefje, er komt geen baby meer.”
Ze knikte. Was even stil. En ging toen weer spelen. “Kijk, mama,” zei ze, “ik ben de grote zus van pop Harrie.”De volgende ochtend vroeg ze onderweg naar school wat ík ervan vond dat er geen baby komt. Zo lief, dat ze er zelf over begon. Ik zei dat ik het jammer vond, maar ook heel blij ben met ons drietjes. En dat zij zich geen zorgen hoeft te maken – wij redden ons wel. Jij mag gewoon kind zijn.
Sinds dat moment lijkt het lichter. Bij haar, en bij ons. We kunnen het nu echt gaan verwerken. Ik hoorde haar laatst tegen een vriendje zeggen: “Wij wilden graag een baby, maar die komt niet. Dat vinden we jammer.” Wat is ze al wijs. En pas vier jaar oud.
We genieten echt van het leven met z’n drieën. Het gaat goed. Er is ruimte om te lachen, om uit te rusten, om samen te zijn. En dat voelt rustig en fijn. We zijn blij met hoe het is. Oprecht.
En toch. Er blijft een beetje verdriet. Natuurlijk. Maar het hoort erbij. Soms slijt het. Soms steekt het op. En meestal is het gewoon oké.
Ik deel dit verhaal omdat ik weet: we zijn niet de enigen. Misschien herken jij je erin. Misschien mis jij ook een kindje. Of een droom.
Weet dan: je bent niet alleen. Het mag rauw zijn. En verdrietig. Maar je hoeft het niet alleen te dragen.”
PRAAT MEE MET ANDERE Mama’s in de community
Kom in contact met (aanstaande) ouders, word lid van een geboorteclub en blijf op de hoogte van de ontwikkeling van je kind.
OOK INTERESSANT
Eenvlinderuitvaart: “Waarom begraaf je het?”
Drie moeders over waarom zij geen sinterklaas vieren: “Teveel verdeeldheid”
Justm: “Ik maak mezelf en dit kleintje de belofte…”