ziekenhuis nr 3
wanneer je vliezen breken met 25 weken
Eenmaal aangekomen in Utrecht slaat de klok al een uur of 4. Ik ben inmiddels al bijna 9 uur 'onderweg' en kan geen ‘boe’ of ‘bah’ meer zeggen. Ik ga er van uit dat ik eindelijk even kan slapen, maar dat blijkt een naïeve gedachte. Ik moet natuurlijk nóg een keer aan de ctg. Ik kijk haar aan met een blik van ‘heb genade’, maar dat heeft weinig resultaat. Ik ben benieuwd wat ze in Utrecht verstaan onder ‘een half uurtje’. De banden worden weer om mijn buik geïnstalleerd en de baby laat blijken er ook genoeg van te hebben, want die begint er direct een bokswedstrijd tegen. Laat maar goed zien wat voor sterke vent je bent, kleine jongen. Hierdoor moet de ctg alleen weer wat langer duren dan een half uur, maar gelukkig geeft hij zich binnen een uur gewonnen. De klok slaat 5 uur als ik eindelijk (!) mag gaan slapen.
Het is ergens tussen 7 en half 8 en ik word wakker doordat er iemand de kamer binnen komt. Ze vraagt me wat voor ontbijt ik wil. Pardon? Ontbijt? Ik heb net twee uur geslapen, vriendin! Laat me met rust! Ik realiseer me dat ik op een normale doordeweekse dag nog tot later kan slapen dan dit, want Noël slaapt altijd tot een uur of 8. Ik mag toch hopen dat dit geen gewoonte van ze is. Ik kies wel wat uit om te eten, maar bewaar het voor later. Honger heb ik toch nog niet. Ik realiseer me dat er heel veel dingen geregeld moeten worden: me afmelden bij mijn ene baan, mijn werk als zelfstandig ondernemer naar het ziekenhuis laten brengen, familie en vrienden inlichten, een uitlaatschema voor de hondjes opstellen en natuurlijk een schema maken voor wanneer Noël bij wie ondergebracht kan worden.
Dat brengt me direct bij mijn eigen weekplanning. Ik had al gehoord dat ik maar 1 bezoeker per dag mag ontvangen, vanwege de coronamaatregelen. Dat betekent dat iedereen gescheiden langs moet komen: mijn ouders, mijn schoonouders, opa’s en oma’s en ook vriendinnen. Dat vraagt om een druk en strak weekschema. Gelukkig telt Noël niet als bezoeker, dus hij kan onbeperkt mee. Ik weet dat het niet realistisch is om hem iedere dag te kunnen zien, maar om de dag moet lukken. En om Stephan een beetje te ontlasten, plan ik het zo in dat Stephan niet iedere keer zelf hoeft te komen.
Mijn hoofd tolt van al dat nadenken en ik merk hoe uitgeput ik ben, terwijl ik eigenlijk nog helemaal niet eens de tijd heb gehad om na te denken over wat er nu eigenlijk allemaal gebeurd is of wat er nog gaat gebeuren. Laat staan om even bij te komen. En ik krijg daar ook geen tijd voor, want steeds komen er maar mensen binnen. Er komt een verpleegkundige binnen met allerlei apparatuur en ze legt uit dat ik iedere dag onder controle blijf. Dit houdt in dat ik iedere ochtend aan de ctg moet en ’s ochtends én ’s avonds wordt mijn bloeddruk en pols gemeten. Ook geeft ze mij een formulier, een thermometer en wat vaseline. Ik mag vier keer per dag mijn temperatuur gaan meten, rectaal. Rectaal? Vier keer per dag? Is dat een soort bezigheidstherapie ofzo? ‘Mag dat niet met een gewone oor thermometer, zoals ze die in het andere ziekenhuis ook hadden?’ vraag ik.
‘Nee, rectaal is accurater.’ krijg ik als antwoord.
Ik krijg steeds meer de pest in alles. Ik moet gelijk de eerste meting maar gaan doen, dus ik neem de spullen mee naar de wc. Ik werp een snelle blik in de spiegel en wil verder lopen, maar zet toch weer even een stap in zijn achteruit. Holy shit! Wat is dit? Inmiddels ben ik al wel aardig wakker, maar ik denk dat het slaapgebrek met mijn hoofd aan de haal is gegaan. Mijn hoofd is echt zo rood als een tomaat. Ik heb ook vaak een tomatenhoofd na het sporten, maar dit is echt next level tomaattomaat. Ik heb nu echt een beetje een boerentrienengezicht uit de jaren 30. Ik sla een paar keer op mijn wang, maar dat maakt niks uit. Ik realiseer me dat ik het eigenlijk ook stikheet heb. Dat zal vast wel zijn van alle adrenaline en opwinding. Pas een paar weken later zal ik ontdekken dat dit komt door de longrijping, maar niemand die mij dat vertelt!
Mijn temperatuur is prima. Ze vraagt welke kleur mijn vruchtwater is en vertelt dat ze dit iedere dag even willen bekijken vanuit een maandverbandje. Een donkerdere kleur kan er op wijzen dat de baby in het vruchtwater heeft gepoept en een rode kleur kan betekenen dat er iets niet goed gaat met de zwangerschap. In beide gevallen kan het betekenen dat de baby dan direct gehaald moet worden, maar gelukkig is het gewoon een transparante kleur. Mijn hartslag en bloeddruk zijn ook goed, dus ik mag direct door naar de ctg. Gelukkig is die apparatuur allemaal in mijn eigen kamer, dus ik kan lekker blijven liggen. Misschien lukt het wel om even te slapen. De verpleegkundige zegt dat ze zo terug komt en dat ook de arts vandaag nog langs komt om me van meer informatie te voorzien. Ik stuur Stephan daarom een appje, want het is wel handig als hij daar bij is. Kan hij direct wat spullen voor me meenemen.
De ctg gaat niet helemaal van harte. De hartslag van de baby is een beetje te rustig en ook een aantal keer aan het dippen. Ik word er een beetje bang van, want ik weet niet wat dit betekent. Er wordt me ook verder niks over uitgelegd. Ik weet dat dit een reden kan zijn om de baby direct te moeten gaan halen, maar wanneer is dat het geval? Wanneer wordt zo iets gevaarlijk? Ik houd het scherm daarom continue in de gaten. Dit is weer een reden waarom de ctg langer moet duren dan een half uur, maar ook dat wordt mij niet uitgelegd. Ik weet niet of dat ze mij vergeten zijn of dat ze het druk hebben of dat de ctg gewoon nog niet goed is. Doordat ik het een beetje spannend vind, is slapen natuurlijk geen optie, dus ik ga maar wat eten. Pas na 1,5 uur wordt ik van de ctg gehaald met de mededeling dat hij is goed gekeurd.
Stephan is vanochtend eerst naar zijn werk gegaan, maar komt daarna naar mij toe. Het is de eerste keer dat we elkaar zien nadat ik van huis ben vertrokken, dus er is veel in te halen. Als Stephan bij mij arriveert, druk ik gelijk op de bel, zodat de arts ingelicht kan worden. We zitten allebei vol verwachting, want we hopen op goed nieuws, maar zijn ook bang voor minder goed nieuws. We hebben totaal geen idee wat te verwachten. We zitten dan ook vol vragen als de arts binnenkomt, maar eigenlijk heeft hij nergens antwoorden op. Hij kan niet voorspellen hoe het gaat lopen of hoe het gaat aflopen, dus is het eigenlijk belangrijk om ons te informeren en ons voor te bereiden op het ergste. Niet omdat het anders alleen maar kan meevallen, maar omdat er zoveel gevaren zijn en zoveel mogelijke scenario’s waarop het mis kan gaan en daar moeten we ons wel van bewust zijn. Het kan zijn dat de bevalling over een uur al vanzelf gaat beginnen, maar dit kan ook nog 14 weken duren. En als de bevalling niet vanzelf begint, kan mijn situatie binnen een mum van tijd veranderen van stabiel naar spoed door bijvoorbeeld een infectie of door de baby’s welzijn en dan zal hij moeten worden gehaald. Dan ligt het er nog aan hoe hoog de spoed is of ik dan kan worden ingeleid en natuurlijk kan bevallen of dat hij moet worden gehaald door middel van een keizersnee. Sowieso is de kans dat ik natuurlijk mag bevallen klein, omdat hij in stuit ligt. De baby is ook nog niet ingedaald en om die redenen moet ik volledige bedrust houden. Ik mag mijn kamer niet meer uit en ik heb nog ‘geluk’ dat ik zelf mag douchen en naar de wc mag gaan. Ik schrik ook wel een beetje als ik hoor waarom dit zo gevaarlijk kan zijn. Ten eerste kan het weeën doen opwekken wanneer ik loop en ten tweede is ‘de doorgang’ nog vrij als de baby niet is ingedaald en als je vliezen gebroken zijn, kan dat betekenen dat de navelstreng, een handje of een voetje naar buiten kan floepen. Dit is ook een reden waarom ik hoogst waarschijnlijk helemaal niet meer naar huis mag tot en met de bevalling. Dat is wel een domper, omdat mij eerst werd verteld dat ik naar huis mocht als de weeën uit zouden blijven.
Als Stephan weer naar huis is, kickt alle nieuwe informatie binnen. De tranen stromen over mijn wangen en ik kan niet meer stoppen. Het voelt als één grote soapserie waarin ik iets misdadigs heb gedaan en daardoor in de gevangenis ben beland. Eigenlijk nog erger dan de gevangenis, want daar mogen ze tenminste nog naar buiten om een luchtje te scheppen. De onzekerheid van de hele situatie grijpt me bij de keel. Ik raak in paniek als ik denk aan wat er allemaal kan gebeuren met mij en de baby. De kans dat ik niet meer naar huis mag voelt als een doodvonnis, want ik kan alleen nog maar denken aan het hier en nu. Een leven na deze periode voelt als onbereikbaar en alsof dat nooit meer aan de orde zal komen. Dat ik Noël zo lang moet missen, voelt alsof ik mijn kind zojuist ben verloren. Dat ik hem een paar keer in de week een uurtje op visite krijg, is een schrale troost. Ik kan geen moeder zijn voor mijn kind voor onbepaalde tijd. Ik ben bang dat hij er aan gaat wennen dat ik er niet ben en dat ik veel van hem ga missen.
to be continued...
Benieuwd naar het hele verhaal? Bestel mijn boek op http://www.bravenewbooks.nl/books/288640