Misgekraamd…
De WC van het UC
De wc van het uc...
Het is woensdag 22 april 2015 als ik met de slaap nog in mijn ogen mijn kantoor aan de Nieuwe Hilversumseweg binnenstap. Mijn collega is later en aan mij de schone taak de uitvaartverzorgers aan het werk te zetten en te koppelen aan een overledene. Hoe bizar is het als ik hoor dat er twee baby'tjes zijn overleden. Normaal gesproken verzorgen we eens in de zoveel maanden een 'kinder'uitvaart, maar sinds ik weet dat ikzelf weer zo'n klein ienieminiemensje in mijn buik heb zijn er al vijf gepasseerd. Vijf! Van 16 weken zwangerschap tot 32 weken, dood geboren, nog even geleefd... Enorm confronterend, maar na een paar keer diep ademhalen en denken aan wat ik die avond zal eten daalt mijn stressniveau. Gewoon mijn werk doen, net als anders... Ik weet nog dat ik zwanger was van Silveijn en in t tijdsbestek van die paar maanden gebeurde hetzelfde: een niet levensvatbare embryo die door middel van zoals dat heet een spontane abortus ter wereld kwam, een doodgeboren foetus, een tijdens de bevalling overleden voldragen baby, een klein kereltje wat overleed aan de gevolgen van wiegendood en zelfs een moeder die het leven liet om haar kind het leven te geven. Dat alles gaf mij de, dan druk ik het nog zacht uit, bibbers destijds en ook nu liet het me niet los. Het gezegde 'het overkomt altijd een ander', maakte wederom plaats voor de gedachte 'waarom zou het mij niet overkomen'. Die middag probeerde ik zoals altijd mijn angst weg te lachen terwijl ik misselijk van de tosti's en met lichte rommels in mijn buik mijn werk deed. Het was naast de lopende zaken rustig, tijd voor koffie en grapjes tussendoor. De sfeer ontspannen...
Om 16.55 uur, veel vroeger dan normaal, besluiten we het voor gezien te houden. Voordat ik de file in ga besluit ik nog even een pitstop te maken op het toilet om de reeds door hormonen week geworden blaas te legen. Nog voordat ik na het laten zakken van panty en onderbroek de zittende beweging maak voel ik iets knappen. Zonder vooraankondiging gebeurde er iets waarvan ik eigenlijk meteen wist; dit is foute boel! Daar, op de wc van het UC (uitvaartcentrum) leek mijn grote angst werkelijkheid te worden. Ik verloor bloed. Niet een beetje bloed, maar een driedubbele menstruatie maakte haar opwachting, althans zo leek het. De acuut ontstane paniek zette ik om in een voor mij gewoon relativisme. Het zouden vast een paar druppels bloed zijn, gesprongen adertje gezien de druk die ik had gezet op mijn volle blaas ofzo, of een late innesteling ofzo...bloed vermengt met water geeft een enorme plas, het zal wel meevallen. Tegelijkertijd zei een ander stemmetje in mijn hoofd: 'je hebt zojuist je kind verloren op het toilet van een uitvaartcentrum...'
Versuft en verhit van adrenaline poets ik pot en bril, was mijn handen en stap zonder blikken of blozen naar buiten, de plaats delict achter me latend. Ik wens met stalen gezicht een nog aanwezige collega veel werkplezier en een fijne avond. Buiten gekomen voel ik de koude wind tegen mijn warme, rode wangen waaien. Ik moet naar huis, mijn ouders passen op Silveijn en de schone schijn ophouden gaat me niet lukken. Vanuit de auto bel ik Mereijn met de vraag of hij naar huis kan komen omdat 'het' niet goed voelt. Thuis aangekomen licht ik mijn ouders in, wacht op Mereijn en na familieberaad bel ik schoorvoetend, denkend dat ik overdrijf, de verloskundige. Zij die me begeleidde bij de bevalling van Silveijn neemt op. Stelt me ietwat gerust en zegt dat het nog alle kanten uit kan gaan. Dat ik geen buikpijn heb is een soort van positief teken, voor zover het positief kan zijn gezien het verlies van bloed. Het enige wat ik kan doen is afwachten. Wachten op het onbekende. Wachten op het stoppen van de bloeding of wachten op verergering van klachten. De verloskundige kan niks voor me doen, maar ik mag altijd bellen. Tsja...nee da's fijn...
Die avond krijg ik geen hap door mijn keel. Al weken niet maar dat kwam door de misselijkheid. Nu blokkeert alles in mijn lijf. Nadat mijn ouders me met natte ogen sterkte hebben gewenst en naar huis zijn gegaan zit ik in mijn eentje op de bank. Mereijn is aan het werk. Domme televisie staat aan en in de verte hoor ik de presentatrice praten over een paradijselijk eiland waar naakte Adams en Eva's elkaar zouden moeten vinden... In gedachten dwaal ik af naar mijn kleine Adam of Eva. Het gevoel wat ik sinds weken koesterde lijkt weg. Het irritante maar speciale gevoel van misselijkheid, gespannen borsten, borrelende darmen, het gevoel een klein mensje in me te hebben is weg. Die avond huil ik mezelf in slaap in de hoop dat een nieuwe dag ander licht op de situatie zou werpen. Tegen beter voelen in stap ik die ochtend opgewekt uit bed. Geen bloedverlies, totdat ik op het toilet beland. Schoorvoetend loop ik de trap af en vertel Mereijn mijn bevindingen en weer bel ik de verloskundige. Ditmaal lijkt het maken van een echo nog de enige weg naar antwoorden. Ondanks de prille zwangerschap zou er een hartje te zien moeten zijn. Ik stem toe en die middag worden we verwacht.
In de wachtkamer van de verloskundigenpraktijk zit ik naast een vrouw die bijna op haar eind loopt gezien de enorme toeter die uitsteekt boven haar zwarte leren broek. Op een muur met schoolbordverf staat geschreven; volg je hart, want dat klopt. Een waarheid als een koe! Mijn hart klopt inderdaad. En niet te zuinig. Zenuwen gieren door mijn lijf. Mereijn zit naast me nog even nonchalant z'n mail te checken maar aan de pulserende beweging in zijn hals zie ik dat ook hij gespannen is. De verloskundige roept ons uiteindelijk een kwartier overtijd binnen. Een klamme, trillende hand is wat ze van me krijgt. Na een korte introductie van de gebeurtenissen tot aan dat moment mag ik me ontdoen van alle kleding onder de gordel en plaatsnemen op de onderzoekstafel met uitzicht op de echo-flatscreen. Een driehoekig kussen wordt onder mijn bekken geschoven zodat er een betere toegang is tot de ingang naar de kraamkamer. Betere toegang voor de mega-dildo met camera inclusief condoom dus. Een inwendige echo laat betere beelden zien, nou vooruit dan maar!
Gezien het feit dat een volle blaas de baarmoeder extra fotogeniek laat overkomen heb ik thuis een liter water gedronken. Mijn megablaas zorgt echter voor mist en slecht zicht bij de inwendige opname dus ik mag weer afstappen en met vrees voor roodgestippelde vloerbedekking me spoeden naar het toilet aan de andere kant van de wachtkamer in de praktijk. Al bekkenbodem-aanspannend stap ik blootsvoets door de met zwangere dames bezette wachtkamer naar het toilet om daar, op van de zenuwen, mijn plas te laten lopen. Eenmaal terug op de tafel met het driehoekskussen oncomfortabel onder mijn dysplastische heup begint de zoektocht naar baby met hartslag. Het had niet veel gescheeld of mijn eigen hartslag was zichtbaar geweest op de echo-flatscreen. De zenuwen gieren door mijn lijf. Op het moment dat de verloskundige het woord 'vrucht' in de mond neemt weet ik genoeg. 'Vrucht' betekent niet veel meer dan baby zonder hartslag. Mijn baarmoeder ligt erbij als een verlaten onderkomen. Her en der nog huisraad maar de bewoner ontbreekt. In mijn baarmoedermond lijkt een 'vrucht' te zitten. Deze vrucht en bijbehorende inboedel zullen in de komende week afgestoten worden door mijn lichaam. De komende week?!? Meestal gebeurt het binnen zeven dagen, zo niet dan volgt mogelijk curretage in het ziekenhuis aldus de vroedvrouw die zich ontdoet van handschoenen en ander latex gebruiksvoorwerp. Na mezelf weer te hebben aangekleed luisteren Mereijn en ik naar dat wat ik van dr. Google al wist maar nu uit de mond van de verloskundige. Dat ik paracetamol mag nemen voor de wee-achtige pijn, dat het vloeien best heftig kan zijn. Bladiebladiebladiebla. Het laatste wat ik hoor is dat ze zegt dat ik maar naar huis moet gaan en een wijntje kan nemen. Want dat mag nu weer…
Met betraande ogen zeg ik tot ziens en baan me een weg via de met lachende zwangeren gevulde wachtkamer naar buiten. Frisse lucht! In de auto breek ik. Ondanks de prille zwangerschap van 10 weken, het ienieminiemensje in wording, raakt het me enorm. Het is een feit; ik heb een miskraam.
Ik vind het woord miskraam een heel naar woord. Alsof je iets fout hebt gedaan. Ik kraam mis. Ik heb misgekraamd. Ik weet dat het geen werkwoord is, maar toch. Als je binnenbuikse baby de eerste 16 weken niet overleeft, dan is het een miskraam. Mijn moeder klampt zich na thuiskomst met betraande ogen aan me vast, troost me, terwijl ik m'n vader ongemakkelijk op z'n trillende lip zie bijten. Een moeilijk maar enorm waardevol moment met de mensen die 32 jaar geleden mij als ienieminiemensje verwachtten. En nu....nu is het afwachten. Wachten totdat moeder natuur mij ontmoedert. Hopen dat 'de vrucht' zichzelf een weg naar buiten baant, hopen dat ik niet naar het vreselijke ziekenhuis moet gaan om 'de vrucht' te laten curetteren, af te laten zuigen. 'De vrucht'. Vreselijke benaming voor ons 'concept-kindje'. Ik zal nooit weten of het een jongetje of een meisje is, of het op mij of Mereijn lijkt, of Silveijn een trotse grote broer van dit kleine mensje zou zijn...maar hoe pijnlijk de situatie nu ook is, ik heb de overtuiging dat in het leven niks zonder reden gebeurt...welke reden deze vreselijke gebeurtenis heeft daar hoop ik op een dag, na al deze fysieke en mentale ellende achter te komen.
Twee dagen na de diagnose 'vrucht', wazige pijnklachten en ferme bloeding ging ik wederom met een knoop in m'n maag en mascara op m'n kin naar boven, proberen te slapen. In tijd van een paar minuten voelde ik me als in de beginfase van mijn eerdere bevalling. Een krampende pijn trok in golvende beweging van baarmoeder naar onderrug en terug. Toch nog maar even naar het toilet, besloot ik toen een vreemde aandrang zich aandiende. Al twee dagen ging ik ietwat krankzinnig te werk op dit toilet. Ik was als de dood 'de vrucht' door te spoelen. Na laat ik zeggen zorgvuldig handelen bleek ik na een megakramp ineens iets wat in mijn ogen leek op 'de vrucht' op het wc-papier te hebben gevangen. Een golf van emotie overviel me; verdriet om wat ik zag, de bevestiging van echo en lichamelijke klachten, maar ook een enorme opluchting. Mijn lichaam reinigde zichzelf! Geen dokters noodzakelijk, halleluja. In een vlaag van verstandsverbijstering of misschien toch wel macht der werkgewoonte bedacht ik me geen moment en baarde 'de vrucht' op. Enigszins waardig lag het op zijn of haar denkbeeldige ruggetje op een zacht bedje, inlegkruisje genaamd. Gefascineerd bekeek ik ons kindje in wording terwijl ik Mereijn belde. Terwijl hij aan het werk in Soest was deed ik verslag van de 'obductie'. Met een schuifspeldje uit mijn haar inspecteerde ik elk uitstekend onderdeeltje van het ienieminiemensje waarna ik hem/haar in een klein jampotje met alcohol liet glijden. Die nacht 'sliep' ons ienieminiemensje naast me op het nachtkastje. De volgende dag heb ik in rap tempo het hele huis gepoetst terwijl ik me volkomen leeg heb gehuild op muziek van Queen. Ik wilde die middag lunchen met Mereijn en dat doen wat ik als 'de vrucht' was blijven zitten niet mocht; rauwe vis eten en wijn drinken. In enigszins beschonken toestand besloot ik dat we naar Intratuin moesten om symbolisch een mooie plant uit te zoeken. Een dag later vond in de stromende regen de begrafenis van ons ienieminiemensje plaats, in onze tuin. Onder de uitgezochte magnoliastruik zal het hopelijk zorgen voor vruchtbare grond.
De hoop stierf na het blij verwachten:
geen kloppend hartje van ons kind;
geen toekomstplannen in gedachten;
geen navelstreng die ons verbindt.
En tóch nog steeds de dagen tellen,
totdat jij zou zijn volgroeid…
En zachtjes steeds je naam weer spellen, alsof je niet bent weggevloeid…
J.A
Wat verdrietig maar ook wat ontzettend mooi verwoord, liefdevol geschreven… sterkte!