Hoe mijn zwangerschap van zorgeloos naar zorgelijk veranderde
In 2015 raakte ik voor de tweede keer in verwachting.
In oktober hadden we de 20-wekenecho. De zwangerschap verliep prima tot die dag. Ik had wel veel last van harde buiken, vooral als ik een stuk gelopen had, maar dat was het enige. Ik stond onder controle van de verloskundige en wilde deze keer graag thuis bevallen.
Ik weet nog dat de 20-wekenecho in een oud gebouw plaatsvond. Ik vond het maar een ongezellig gebouw. Vol vertrouwen gingen we de echo tegemoet. We hadden dit immers al een keer eerder meegemaakt en toen was alles goed. Ik wist dat het een medische echo was, maar naïef als ik was, hoopte ik vooral dat ze het geslacht goed konden zien en dat we erachter zouden komen of we een zoon of dochter kregen.
Ik kon gaan liggen en de echoscopist begon aan de echo. Wij konden meekijken op het scherm. Metingen werden gedaan, de organen werden bekeken. Het viel me op dat ik bij de meting van het hoofd zag '18 weken' en ook bij de meting van de benen viel me dat op. Ik realiseerde me dat dit gek was, want ik was al 21 weken zwanger. Ik maakte hier een opmerking over naar de echoscopist, want zij had er zelf niets over gezegd. Ze reageerde dat dit haar ook was opgevallen. Ook kon ze het geslacht van de baby niet zien, de darmen waren wit en er was weinig vruchtwater. Toen we haar vroegen wat dit betekende, kon ze hier geen antwoord op geven, behalve dat dit kon duiden op een syndroom. Ze zou de metingen doorgeven aan de verloskundige en we zouden doorgestuurd worden naar het EMC voor een GUO.
Daar stonden we dan. Na de 20-wekenecho. In alle onzekerheid. Huilend. Want: wat betekende dit? Zou ons kindje een syndroom hebben, ziek zijn? Het kom me niets meer schelen of we een zoon of een dochter kregen, alles wat ik op dat moment wenste, was dat ons kindje gezond was. Wat de echoscopist wel had kunnen meten, had er goed uit gezien. Geen verdikte nekplooi, het hartje zag er gezond uit, geen open gehemelte of open ruggetje, de neusbrug was niet breder, 3 vaten in de navelstreng, alle andere organen waren aanwezig.
Drie dagen later konden we terecht in het EMC voor de GUO. Ondertussen had ik al op internet gezocht wat het kon betekenen. Het kwam er op neer dat er twee opties waren: 1. Er was sprake van een symmetrische groeivertraging, dan is er vaak sprake van een syndroom. 2. Asymmetrische groeivertraging, door bijvoorbeeld verminderde werking van de placenta. Bij ons was sprake van de laatste vorm van groeivertraging. Ik probeerde mezelf hiermee gerust te stellen.
Uit de metingen van de GUO kwam hetzelfde beeld naar voren als tijdens de 20-wekenecho. Echter zagen de darmen er dit keer wel goed uit en konden ze deze keer het geslacht zien: we kregen een zoon! Echter liep zijn groei nog steeds achter en had ik weinig vruchtwater. We kregen allerlei vragen: rookte ik? Nee. Waren wij klein of waren familieleden klein? Nee, gemiddeld. Mijn man is zelfs erg lang, namelijk 196cm.
De gynaecoloog gaf aan dat dit de kans op een syndroom bij ons kindje erg aannemelijk maakte. Om hier achter te kunnen komen, konden we een vruchtwaterpunctie laten uitvoeren. Hier moesten ze dan wel haast mee maken, want ik was al bijna 22 weken zwanger.
Maar dat is helemaal niet waar ik over na wilde denken. Ik wilde namelijk de zwangerschap niet afbreken. Dit kindje was welkom. Bovendien: wat als zou blijken uit de vruchtwaterpunctie dat ons kindje gezond was, maar we ons kindje juist door de punctie zouden verliezen. Want die kans is er ook!
Mijn man was wel voorstander van de punctie. Zijn gedachte was: we zouden weten waar we aan toe zijn. Als ons kindje een syndroom zou hebben, konden we ons hierop voorbereiden. Uiteindelijk ben ik hierin meegegaan en de week daarna konden we terecht voor de punctie.
De punctie viel me mee. Verder moesten mijn man en ik bloed laten prikken om te onderzoeken of wij genetische afwijkingen hadden of drager waren. Daarna begon het wachten. Gelukkig had de punctie geen gevolgen voor onze zoon.
Al snel kregen we de uitslag: er waren geen afwijkingen gevonden! Wat een opluchting. Toch werd benadrukt dat na de bevalling kom blijken dat ons zoontje toch iets mankeerde. Ook was de kans groter dat ik eerder zou bevallen dan de uitgerekende datum.
Omdat de groei van onze zoon toch achterbleef, moesten we onder controle blijven van het ziekenhuis. In eerste instantie hoefde dit niet bij het EMC te zijn en zou ik worden overgedragen aan het Ikazia. Maar de gynaecoloog van het EMC gaf uiteindelijk toch aan dat hij graag wilde dat ik bij hem onder controle bleef. Hoewel de keuze aan mij was.
Omdat het EMC toch al op de hoogte was van mijn situatie, besloot ik dat ik daar onder controle wilde blijven.
Uit de verdere controles bleek de groei van ons zoontje achter te blijven, maar hij bleef wel groeien. Er werden flowmetingen gedaan. Deze waren iedere keer goed. Ook nam het vruchtwater iets toe.
6 maart 2016 was ik uitgerekend. Ik leefde van week naar week. Eerst was ik blij om de 24 weken te zijn gepasseerd. Daarna was ik dankbaar voor iedere week die erbij kwam. Uiteindelijk begon de bevalling spontaan op 1 maart rond 23u en is onze zoon Niek gezond geboren op 2 maart 2016 om 07:28u. Hij woog bij de geboorte 2960gram. Dit was te licht voor dat termijn voor een jongen, wat betekende dat hij dysmatuur was. Maar hij bleek uiteindelijk niet zo licht als ze hadden verwacht. We moesten een nachtje in het ziekenhuis blijven omdat hij last had om zijn glucose op peil te houden. Op 3 maart mochten we gelukkig allemaal naar huis.
Mama van 2
Gefeliciteerd met de geboorte van Niek 🎉