Gebroken #2
2005
De volgende dag gingen ik rond de tafel met mijn moeder en stiefvader. Ze leggen uit dat het niet langer kan, de ruzies en het terroriseren van mijn zusje. Ik wil op dat moment uitleggen dat mijn zusje veel uitdaagt en dat ik dat niet leuk vind en dan boos word, maar ik word in de reden gevallen en er word mij verteld dat ik niet altijd maar anderen de schuld kan geven. Ik voel me als 11 jarige machteloos en het besluit van mijn ouders zou toch niet veranderen. Ze geven mij folders van een plek wat het Jannetjesdal heet. Ik weet nog dat op de voorkant een groot wit huis stond midden in de bossen. Hier zou ik gaan leren hoe ik met andere mensen om moet gaan en dan vooral met mijn zusje en ouders.
Dat weekend hadden mijn ouders mijn koffers ingepakt en was ik klaar om naar het Jannetjesdal te gaan. Eenmaal daar aangekomen werd ik bang. Het was een groot huis met allemaal begeleiders en boven waren allemaal kamers. Ik vond ze kil. Ik was namelijk als kind al gek op veel kleurtjes, en hier lag alleen een blauw vloerzeil en nu ik ouder ben kan ik het het beste omschrijven als een kamer in een bejaardentehuis. Gelukkig had ik kleurrijke kussentjes bij me en posters. Nadat we de spullen op de kamer hadden gezet moesten we naar beneden en hadden we daar een laatste gesprek. Toen gingen mijn ouders weg. Ik voelde me zo in de steek gelaten en alleen. Daar zat ik dan aan de grote eettafel in de woonkamer met voor mij alleen maar onbekende mensen.
Sommige negatieve dingen hebben ook zo hun positieve. Zo zag ik mijn vader elke 2 weken, 1 dag. En wat was ik blij om hem en mijn zusjes te zien. We deden dan ook altijd leuke dingen als hij mij weer mocht komen ophalen. Ik had het idee dat dit niet alleen mij maar ook mijn vader goed deed. Want dat waren momenten dat het gezin voor ons compleet was.
Bij een nieuwe omgeving hoort uiteraard ook een nieuwe school. Dit is denk ik school nummer 6. We werden dan 's ochtends opgehaald met een busje en naar school gebracht. Ik voelde mij raar want ik was een kind dat op Jannetjesdal woonde, en iedereen ,dus ook de kinderen in mijn klas, wisten wat voor kinderen daar zaten. Ik had dan ook niet veel vriendinnen wat het voor mij allemaal nog moeilijker maakte. Ik begon ook aan mezelf te twijfelen want ben ik dan echt niet normaal? De begeleiders op het Jannetjesdal lieten dit namelijk ook zo overkomen.
Elke week had ik therapieën en gesprekken. Ik moest ook een boek bijhouden hoe ik me voelde. Ik heb deze laatst weer gevonden en word heel verdrietig wat ik daar in lees. Ik voelde mij veelal verdrietig en eenzaam en wat had ik graag mijn jongere ik een knuffel willen geven en haar willen vertellen dat alles uiteindelijk wel goed komt.
Om de 2 weken mocht ik naar mijn moeder. Die was alweer verhuisd naar het volgende nieuwe dorp. Ik was altijd heel nerveus om daar heen te gaan omdat ik, nadat iedereen zo op mij in had gepraat, me niet normaal voelde. Ik voelde me als iemand die in een psychiatrische inrichting thuishoorde. Als ik dan weer bij mijn moeder thuis kwam was het ook moeilijk om weer te acclimatiseren en waren er veel ruzies in huis. Ook omdat dit het moment is geweest dat mijn zusje vond en liet merken dat ik er niet bij hoorde. Dit werd dan uiteraard ook terug gekoppeld bij de begeleiders, dat ik jaloers was op mijn zusje en dat ik nog steeds ruzie aan het zoeken ben met haar.
En daar zat ik dan weer uit te kijken tot mijn vader me weer kwam ophalen. Daar was nooit een verschil in zusjes wij waren namelijk allemaal gelijk. Daar gingen we leuke dingen doen en hadden we plezier.
Ondertussen sliep ik met een van de meiden op de groep, op 1 kamer. Dit was een hele verandering want eindelijk had ik iemand waar ik mee kon praten en leuke dingen mee kon doen. Zo hebben we zelfs een keer een slaap partij mogen houden met nog een ander meisje van de groep. Echter na 2 maanden moest ik weg uit die kamer. We waren allebei van het kletsen maar dit deden we op momenten dat we moesten slapen. Ik werd dus weer terug gezet op een kamer voor mij alleen en het meisje waar we het logeer partijtje mee hielden mocht bij haar op de kamer. Wat voelde dit oneerlijk en ik voelde me wederom alsof ik nergens bij hoorde.
Toen kwam de begeleider die maandenlang thuis had gezeten terug. Op de een of andere manier had hij een hekel aan me. Achteraf begrijp ik dat mijn moeder hem de fijnste begeleider vond en hem alles vertelde. Laat ik hier wel bij zeggen, mijn moeders versie van het verhaal. Dit verschilt nogal van wat er echt gebeurde. Deze man had zelfs zo'n hekel aan mij dat hij express mijn persoonlijke beker (een giraffenmok) kapot had laten vallen. Ook moest ik door hem al vroeger dan de rest naar bed en was ik altijd degene die met het minst leuke mocht spelen. Je had daar computers, tijdschriften, spelletjes etc. Maar nee ik moest dan met de houten treinbaan spelen. Je weet wel die treinbanen die je voor je zoon van 4 zou kopen. Dit is het moment dat ik me gebroken voelde. Waarom had iedereen een hekel aan mij? Waarom ben ik niet gewoon normaal? Waarom?
Damaya
Hoewel een heel andere situatie, begrijp ik hoe eenzaam je je gevoeld moet hebben, dat zou nooit mogen gebeuren!! Liefs en knuffel D xxx