Mijn grootste angst: m'n tweede zoon ook verliezen
Een ambulance rit van twee uur
Dit is deel 2 van mijn bevallingsverhaal:
Mijn man stapte bij mijn broer in de auto en ze reden achter de ambulance van Mex aan. Via WhatsApp hielden we elkaar op de hoogte. De arts legde uit dat het belangrijk was dat Mex zo snel en veilig mogelijk naar Nijmegen vervoerd zou worden. Ik kon aan niets anders denken.
Met loeiende sirenes verliet mijn pasgeboren zoon het ziekenhuis. Een rit van twee uur in de ambulance. Omdat het artsenteam mee moest, was er geen plek voor ons in de ambulance. Voor mij werd een andere ambulance besteld, maar omdat ik geen spoedgeval was, moest ik wachten.
Ondanks mijn positieve instelling overheerste mijn grootste angst: mijn tweede zoon ook verliezen. Dat kon toch niet mogelijk zijn? Maar het voelde zo dichtbij.
Al snel reed er een brancard met twee ambulancemedewerkers mijn kamer in. Gelukkig, want ik zag erg op tegen de rit. Mijn ruggenprik was uitgewerkt en de pijnstillers werkten nog niet. Ik word snel wagenziek, en dan liggend, achteruit vervoerd worden met enorme pijn was onvoorstelbaar, zowel fysiek als mentaal. Maar ondanks alles wilde ik zo snel mogelijk bij Mex op de NICU zijn.
Niet lang nadat ik een berichtje van mijn man kreeg dat Mex de rit goed had doorstaan en inmiddels op de NICU lag, reden wij Nijmegen binnen. “Nog twee minuten,” zei de chauffeur. Ik telde af.
Het was inmiddels nacht toen we aankwamen in een verlaten ziekenhuis. Door een lange gang, met de lift omhoog, kwamen we aan op de NICU. Mex lag in een eigen kamertje, dat bijna op een operatiekamer leek met zoveel apparatuur en personeel dat zich over hem bekommerde. Vanaf dat moment noemde het personeel mij ‘de mama van Mex’. Tot op de dag van vandaag weet ik niet of ze mijn voornaam kennen..
De mama van Mex, wat een prachtige eretitel
Nieuw ziekenhuis, nieuw personeel, en dus opnieuw de vraag of Mex ons eerste kindje was. Weer het antwoord dat Mex een broertje Sem had, maar dat hij na een spoedkeizersnede en acute loslating van mijn placenta overleden was. Weer uitleg waarom Mex met 35,5 weken gepland geboren is.
Weer veel verbazing en compassie. “Dat jullie dit nu ook moeten meemaken,” zeiden ze. Maar ik kon alleen maar denken: “Hij is er, Mex is zo sterk, ze gaan hem hier beter maken.” Maar stiekem wist ik dat ik blufte. Alles was nog onzeker: zijn toekomst, onze toekomst. Eerst de operatie afwachten.
Dat zijn hernia diafragmatica niet gezien is tijdens de vele echo’s, wekelijkse controles en maand ziekenhuisopname vooraf, is een wonder. Dit kon maar één verklaring hebben: dat de hernia heel klein is en zijn darmen nog maar kort geleden in zijn ribbenkast zitten. Laat dat positief zijn!
Binnenkort deel 3. Al nieuwsgierig hoe het met Mex gaat? Volg mijn blog op instagram nanniewacanno