
Beeld: Canva
Jasmina Borgeld: “Wie bij leven niet kwam”
Een paar dagen na het overlijden van mijn vader werd ik keihard geraakt. Niet door het gemis alleen, maar door een bericht op Facebook. De zus van mijn vader schreef dat haar broer was overleden en dat ze respect had voor het islamitische geloof, maar dat het haar pijn deed dat ze geen afscheid had mogen nemen. Het voelde alsof er een mes recht in mijn hart werd gestoken. Alsof er een sneer naar ons werd gemaakt. Wellicht niet zo bedoeld en misschien nam ik het veel te zwaar op door het verdriet dat ik overal voelde… maar het deed pijn.
Want dat klopte niet. Op het moment dat mijn vader bijna uit huis vervoerd zou worden naar de aula voor de islamitische wassing, stormde mijn tante juist binnen. Mijn moeder liet de lijkenzak openritsen zodat ze haar broer nog kon zien. Ze kreeg die kans, daar hebben we voor gezorgd. En ook daarvoor en daarna waren er momenten genoeg geweest. Mijn vader overleed op vrijdag en kon vanwege de gemeente pas maandag begraven worden. Dat betekende dat hij drie dagen thuis lag opgebaard. Er was tijd, er waren mogelijkheden om afscheid te nemen. Het enige wat niet kon, was aanwezig zijn wanneer hij ten grave werd gedragen.
Dat laatste is iets wat voor niet-moslims vaak lastig te begrijpen is. Het is niet zo dat vrouwen minderwaardig zijn of geen recht hebben op rouw. Het gaat erom dat verdriet vaak hevig en zichtbaar is, en wij geloven dat de ziel nog alles ziet. Het beschermen van vrouwen tegen het rauwe moment van het begraven is bedoeld als bescherming, niet als uitsluiting. Het is geen keihard verbod, maar een sterke aanbeveling. En toch had mijn tante genoeg momenten gehad om haar broer te zien en afscheid te nemen. Als ze dat moeilijk vond, had ze met ons kunnen praten, haar gevoel met ons kunnen delen. In plaats daarvan kwam er een bericht op Facebook, zichtbaar voor de hele wereld, terwijl wij midden in ons rauwe verdriet zaten.

Ik vertelde hem dat ik niet wilde dat de anderen naar de uitvaart zouden komen
Mijn vader had zeven broers en zussen. En toch waren het er maar drie die naar hem omkeken toen hij ziek was. Twee broers en één zus. De rest zweeg. Geen telefoontje, geen kaart, geen bezoek. Helemaal niets. Alsof hij nooit had bestaan. Mijn vader was geen makkelijke… dat weet ik. Ik ken niemand die eigenwijzer was dan hij, maar toch was het hun broer.
Een dag voor zijn overlijden sprak ik met mijn oom, die wel regelmatig kwam. Elke donderdag zat hij naast mijn vader, in alle stilte maar met zoveel aanwezigheid. Ik vertelde hem dat ik niet wilde dat de anderen naar de uitvaart zouden komen. Niet omdat ik hard of kil was. Niet omdat ik hen het afscheid niet gunde. Maar omdat mijn vader geen poppenkast verdiende. Hij was geen kermisattractie waar je even langsloopt om te kijken. Zij hadden zoveel kansen gehad. En keer op keer kozen ze ervoor niets te doen.
Mijn oom slikte. Hij vond het moeilijk, dat zag ik. Maar hij begreep mijn keuze. Hij vertelde dat er een groepsapp was waarin alles besproken werd. Ze wisten dus precies hoe het met mijn vader ging. En toch deden ze niets. Hoe wrang is dat?
We hadden als gezin alles besproken met mijn vader. Tot in detail wisten we hoe hij zijn uitvaart wilde. Wat hij wilde, en wat hij niet wilde. Ik was tenslotte degene die dit gesprek met hem was aangegaan toen hij nog helder van geest was. Dus toen ik zei dat wie bij leven niet kwam, ook niet hoefde te komen als hij dood was, voelde dat als trouw blijven aan hem.
Op de dag van de uitvaart kwam er inderdaad niemand. Alleen de twee broers die altijd waren gekomen. De anderen bleven weg. Misschien uit schaamte, misschien uit gemakzucht, misschien omdat ze vonden dat ze geen rol meer speelden, of misschien omdat mijn oom met hen gedeeld had wat ik tegen hem had gezegd. Ik weet het niet. Maar wat ik wel weet, is dat het hele proces al pijnlijk genoeg voelde.
Tijdens de uitvaart vroeg mijn oom of hij foto’s mocht maken van mijn vader in de kist. Niet voor zichzelf, maar omdat een andere broer daar in de groepsapp om gevraagd had. Ik voelde de woede in me opborrelen. Alsof ze bewijs nodig hadden. Alsof ze wilden zien of hij wel écht dood was. Het voelde zo walgelijk, zo kil, dat ik het resoluut weigerde. Mijn vader was geen object, geen plaatje dat je even doorstuurt in een appgroep.
De dag zelf verliep rustiger dan ik had gedacht. Het sneeuwde heftig, dikke vlokken die de wereld wit en stil maakten. Ik had rampscenario’s in mijn hoofd: wegen die onbegaanbaar zouden zijn, auto’s die vast zouden komen te zitten, een uitvaart die niet zou kunnen doorgaan zoals we hadden gehoopt, of nog erger… dat ze zouden uitglijden met zijn kist. Maar alles verliep goed. Alhamdullilah.
Mijn vader was eindelijk begraven, zoals hij wilde. Vanuit huis, met de mensen die er altijd al waren. Geen poespas, geen schijnvertoning. Eerlijk, puur, liefdevol.

Rouw is niet lineair. Het gaat in golven, soms zacht kabbelend, soms als een storm die je overspoelt
En toen viel de stilte. Niet letterlijk, want er waren altijd mensen, familie, telefoontjes, berichten, maar vanbinnen. De stilte die volgt als het geregel stopt. Als de adrenaline wegebt en het besef indaalt.
Want dan begint pas het verwerken. Dan komen de herinneringen terug: de jaren ziekte, de pijn van de behandelingen, het sterfbed. De manier waarop we hem zagen aftakelen, hoe hij stukje bij beetje van ons werd afgenomen. En het afscheid, dat moment waarop hij eindelijk zijn laatste adem uitblies.
We vielen in een gat. Vooral mijn moeder, die dag en nacht voor hem had gezorgd. Haar leven draaide volledig om hem, en ineens was dat leven leeg. Voor mijn zusje en mij was het ook zwaar, maar op een andere manier. Wij hadden onze eigen levens, ons werk dat doorliep. Zij had alleen hem gehad, en hij was weg.
De wereld draaide door, maar voor ons leek alles stil te staan. Rouw is niet lineair. Het gaat in golven, soms zacht kabbelend, soms als een storm die je overspoelt. Maar het begint pas echt als de uitvaart voorbij is, als je beseft dat hij niet meer terugkomt.
En dat gat, dat gat voelt nog steeds, jaren later, soms even groot als op die allereerste dag. Want niet alleen wij, maar ook Farah moest haar nana voor altijd missen en hij zou nooit meer terugkomen.
Jasmina Borgeld: “Het afscheid dat ons leven voorgoed veranderde”
Jasmina Borgeld: “De stervensfase ingaan: vasthouden en loslaten”
Mijn naam is Jasmina. Na jaren vol teleurstellingen, tranen, hoop en vruchtbaarheidsproblemen werd ik eindelijk moeder. En geloof me: toen ik dat eerste kleine mensje in mijn armen hield, voelde het alsof ik de jackpot had gewonnen. Inmiddels heb ik er twee rondrennen, mijn eigen ondeugende bengels, en die zorgen ervoor dat het leven nooit saai is (lees: ik ben continu moe, maar ó zo gelukkig).
Ik ben contentcreator, chronisch ziek (astma en diabetes type 1) en verslaafd aan reizen. Juist omdat ik weet hoe kwetsbaar het leven kan zijn, leef ik met de dag en probeer ik zoveel mogelijk herinneringen te maken. Mijn doel? Elke schoolvakantie met de kinderen iets moois beleven… of dat nou in een j abra in Dubai is of gewoon bij mijn zusje in de tuin aan de andere kant van het land.
Op mijn socials vind je geen picture-perfect plaatjes, maar eerlijke verhalen met een dikke knipoog en een flinke scheut humor. Want laten we eerlijk zijn: het moederschap is fantastisch, maar zonder humor zouden we het allemaal niet overleven. Wil je meer over mij weten? Volg me dan op Instagram.
Liefs,
Jasmina
PRAAT MEE MET ANDERE Mama’s in de community
Kom in contact met (aanstaande) ouders, word lid van een geboorteclub en blijf op de hoogte van de ontwikkeling van je kind.
Ook de koning en koningin maken zich zorgen om veiligheid dochters: “Altijd opletten”
Win! Een pakket met 15 producten van de Kleine Keuken naar keuze
Welk vakantietype zijn jij en je gezin? Bekijk de beste matches hier