Beeld: Kimberly de Vries

,

“De zwarte wolk die duizend keer zwarter werd.”

Author Picture

“Hoe kan dit gebeuren?”

“De eerste dagen naast zijn bedje op de High Care waren onwijs zwaar. Daan lag aan verschillende kabels. Plakkers op zijn borst om zijn hartactie en ademhaling te meten. Een bandje om zijn voet om te kijken naar zijn saturatie. 3 naalden in zijn hoofd voor zijn hersenactiviteit en in zijn neus een sonde en buisjes voor een flow. Dat arme kleine lichaampje van een week oud en net 2 kilo zwaar, had zó onwijs veel te verduren. Hoge koorts erbij en hij kon amper bij me liggen. 1 keer per dag mocht hij uit het bedje om even te buidelen. Je wilt je kindje zo graag vasthouden en zeggen dat alles goed komt. En het is vreselijk als dat niet kan. 

Na dik een week leek het weer beter met hem te gaan. De antibiotica leek goed zijn werk te doen en Daan mocht van de High Care af, naar een aparte kamer. Wij konden hier gelukkig ook blijven slapen. Om de paar uur controles, flesjes, schone luiers en nieuwe antibiotica gifts. Ook in de nacht. We waren blij als we drie uurtjes per nacht sliepen. Het waren daardoor pittige nachten! 

Daan deed het op gegeven moment zó goed, dat ze na dik twee weken besloten dat we naar huis mochten met thuiszorg. En daar gingen we. Bang, maar wel heel veel zin om naar huis te gaan. 

Eenmaal thuis ging het super goed. De kinderthuiszorg kwam 3 keer per dag langs om de antibiotica via zijn infuus toe te dienen. Het waren aardige mensen en de dagen gingen snel voorbij. Daan lag bij ons op de kamer en (waarschijnlijk zoals de meeste nieuwe ouders) werden we wakker bij elk geluidje. Gelukkig waren mijn man en ik samen thuis en konden we elkaar in de nacht wat afwisselen. Eind oktober was Daan klaar met zijn antibiotica. En ergens midden november hoefden we pas weer heen voor controle. Maar nu konden we hopelijk eerst even genieten van elkaar. Ondertussen waren mensen langs geweest van het consultatiebureau, GGD en Certe. Hij had zijn hielprik gehad en er was een aantal keer bloed afgenomen voor andere dingen. Genoeg geplaagd dacht ik zo.. tijd om leuke dingen te gaan doen. Het was tussendoor gelukkig lekker weer en we hebben af en toe een wandeling met de kinderwagen gemaakt. Heerlijk! We begonnen een beetje te wennen aan het leven met z’n drieën en genoten er voorzichtig van. Wel merkten we dat alles toch wel een impact op ons had gehad en vooral bij mij was de onzekerheid en vermoeidheid daardoor toch wel aanwezig. Maar ik wist.. dat heeft tijd nodig en het zal vanzelf weer beter gaan. 

Inmiddels was het zondag 7 november. Mijn man had zijn spullen alweer klaargelegd om de volgende ochtend richting het werk te gaan. Die avond was Daan een beetje anders. In de avond wilde hij zijn fles niet drinken. Hoogstens 20cc ging erin. We zijn op tijd naar boven gegaan om een ‘goede’ nachtrust te pakken. Misschien zou dat Daan ook goed doen en zou hij de volgende fles goed drinken. Ik lag maar te draaien in bed en iets voelde niet goed. Hij lag aan mijn kant van het bed in zijn ledikantje, dus gelukkig dichtbij. Op gegeven moment begon zijn ademhaling anders te klinken en het leek alsof hij af en toe stopte en daarna moeite had met ademen. Ik haalde hem direct uit bed en merkte dat hij heel warm was. Ik heb toen vlug zijn slaapzak uit gedaan en de thermometer erbij gepakt. 39,2.. Totale paniek ging door mij heen. Hoge koorts. Alweer. Ik heb mijn man wakker geschreeuwd en direct het spoednummer van de doktersdienst gebeld. Ze pakten Daans dossier erbij en we mochten meteen langs komen. In de wachtkamer van de spoeddienst hebben we een uur moeten wachten tot we aan de beurt waren. Eenmaal bij de arts was zijn temperatuur nog meer gestegen. We dachten aan het RS virus. Wat vreselijk balen als dat zo zou zijn. Ook nog een virus.. dachten we toen. Maar de dienstdoende spoedarts durfde niks te zeggen en stuurde ons naar de kinderafdeling waar Daan al een keer had gelegen. We liepen naar boven in het ziekenhuis in veronderstelling dat hij een virus of goeie griep te pakken had en dat we morgen of overmorgen wel weer thuis zouden zijn. Op de afdeling mochten we naar een aparte kamer en Daan werd nagekeken. Zijn bloed werd geprikt en hij werd grondig onderzocht. Zijn ontstekingswaarden waren best wel laag en ze konden niet heel veel vinden. Maar vanwege zijn achtergrond wilden ze hem toch de nacht ter observatie houden. Ik kon gelukkig bij hem blijven. Inmiddels was het al een uur of 3 in de nacht en omdat mijn man niet kon blijven slapen, ging hij naar huis. Elke 10/15 minuten schrok Daan die nacht wakker. Het leek alsof hij pijnscheuten had en begon dan heel hard te huilen. Het was een helse nacht. 

De volgende ochtend leek hij er nog slechter aan toe te zijn. Weer werd hij onderzocht en werd er bloed afgenomen. Zijn ontstekingswaarden bleken torenhoog. Kort na deze uitslag werd er voor de zekerheid wat bij het ruggenmerg afgenomen. Begin van de middag kwamen twee artsen terug bij ons op de kamer. Ik zag de ernst op hun gezichten. Het onwerkelijke werd werkelijkheid en de grond zakte onder mijn voeten vandaan. De hersenvliesontsteking was terug.”

Wordt vervolgd 

Dit is een verhaal van Kimberly de Vries

28 jaar, trotse mama van Daan en samenwonend met haar gezin in Groningen. Na flinke regenbuien wacht ze op de zonneschijn, met hoop en kracht.

WhatsApp
Facebook
X
LinkedIn
Email