zorgintenslief

Beeld: Canva

ZorgintensLIEF: “Leven tussen hoop en angst: zwanger na een zorgintensief kind”

Een derde kindje. Het was een wens die al een tijdje rondfladderde in ons hoofd en hart. Maar een wens uitspreken is iets heel anders dan hem durven najagen. Zeker wanneer je al een zorgintensief kind hebt en jarenlang hebt geleefd tussen onzekerheden, ziekenhuisbezoeken en therapieën. De vraag was nooit simpel: willen we nog een kindje? De echte vraag was: waarom willen we dit? En kunnen wij dit, echt?

Vooral ik had daar tijd voor nodig. Veel tijd. Ik wilde namelijk een eerlijk antwoord kunnen geven. Wilde ik nog een kindje omdat ik diep vanbinnen verlangde naar twee gezonde kinderen en daarmee een stukje levend verlies wilde verzachten? Of omdat ik echt een groter gezin wilde, ongeacht hoe dat eruit zou zien? Het heeft me jaren gekost om dat verschil te voelen.

En natuurlijk waren er de praktische zorgen. Tijdens mijn eerdere zwangerschappen was ik twintig weken lang volledig uitgeschakeld door extreme misselijkheid. Mijn man nam toen niet alleen de volledige zorg voor de kinderen op zich, maar ook het huishouden en zijn werk, en had daarbovenop een extra zorg erbij, namelijk mij. Het vooruitzicht dat dit misschien weer zou gebeuren, woog zwaar.

Daarnaast speelde de grootste vraag van allemaal: wat als dit kindje ook zorgintensief zou zijn?

Daarnaast speelde de grootste vraag van allemaal: wat als dit kindje ook zorgintensief zou zijn? Omdat we nog geen duidelijke oorzaak hadden voor de cerebrale parese van Félice, vroegen we of het genetisch onderzoek herhaald kon worden. Er waren inmiddels nieuwe genetische afwijkingen bekend, waardoor opnieuw testen zinvol was. Misschien zou er nu wel een verklaring gevonden worden.

Maar ook dit keer kwam er niets uit. Geen afwijking, geen richting, geen antwoord. Alleen onze wens bleef overeind.

Langzaam beseften we dat de dingen waar we tegenop zagen weliswaar groot waren, maar van tijdelijke aard. De intensieve zorg in de kraamweken, de logistiek van twee kinderen met heel verschillende behoeften, het combineren van een baby met de zorg voor Félice, het vooruitdenken en organiseren. Dat zou pittig worden, absoluut. Maar niet eindeloos. Ons verlangen naar een derde kindje voelde juist blijvend, stevig en echt.

We besloten ervoor te gaan. We waren open naar familie en vrienden, en hun zorgen waren oprecht. Toch voelden we allebei hetzelfde: wij zijn een sterk team. We dragen dit samen.

En toen bleek ik zwanger. Vrij snel daarna was ik opnieuw volledig uitgeschakeld door de misselijkheid. Medicatie durfde ik niet te nemen, dus ik kon alleen ondergaan wat mijn lichaam besloot te doen. Mijn man draaide op volle kracht door: werk, twee kinderen, huishouden, zorg en nogmaals zorg.

Tijdens de zwangerschap kregen we uitgebreidere controles. De 20 weken echo en de 34 weken echo vonden plaats in een academisch ziekenhuis, met extra aandacht voor de hersenen. Alles zag er goed uit. Toch fluisterde er ergens een stemmetje in mijn hoofd: bij Félice zagen ze ook niets.

Die ochtend stortte alles wat ik negen maanden had vastgehouden ineens naar buiten

Toch lukte het me meestal om in een positieve mindset te blijven. Hoopvol, dankbaar, realistisch. Tot de dag van de geplande keizersnede.

Die ochtend stortte alles wat ik negen maanden had vastgehouden ineens naar buiten. Ik heb de hele ochtend gehuild. De spanning, de angst, de hoop, het verlangen, alles kwam eruit. Niet in paniek, maar als een soort ontlading van alles wat ik had weggestopt.

En toen, tijdens de operatie, werd onze dochter op mijn buik gelegd. Het was een intens en overweldigend moment. Niet omdat ik meteen voelde dat alles goed zou zijn, maar omdat ze er was. Omdat ik haar eindelijk kon vasthouden. Omdat de maanden van spanning ophielden op het moment dat ze tegen mij aan lag.

De kraamperiode verliep beter dan ik ooit durfde te dromen. Ze dronk goed, sliep goed en was tevreden. Mijn man nam in die periode de volledige zorg voor Félice op zich, zodat ik mij kon richten op de baby, kon herstellen en mijn lichaam weer kon opbouwen.

Lees ook

ZorgintensLIEF: “Groeispurt? Eerst even een formulier of tien”

ZorgintensLIEF
Lees ook

ZorgintensLIEF: “Een school waar zorg, leren en liefde samenkomen”

Na een aantal weken kon ik ook de zorg voor Félice weer oppakken. En vanaf dat moment voelde het alsof ons gezin compleet was. Niet omdat het allemaal makkelijk was, maar omdat het klopte. Omdat zij er mocht zijn, precies zoals ze is.

Zwanger zijn na een zorgintensief kind is een reis waarin hoop en angst voortdurend naast elkaar bestaan. Maar soms komt alles samen in iets dat groter is dan twijfel, groter dan zorgen: de komst van een prachtig derde kindje en het gevoel van een compleet gezin.

ZorgintensLIEF

Columnist

Jannie is moeder van drie kinderen, waaronder Félice, die 24-uurszorg nodig heeft door cerebrale parese en epilepsie. Haar leven draait om liefde, medische zorg en eindeloos veel regelwerk. In haar columns schrijft ze over de rauwe én mooie kanten van het zorgouderschap. Naast de zorg werkt ze ook gewoon 36 uur en probeert ze alle ballen in de lucht te houden – meestal met koffie, een flinke dosis geduld en een gezonde portie humor.

Al mijn columns

Jasmina Borgeld
Columns

Jasmina Borgeld: “Geen geldboom, wel een passie voor herinneringen maken”

jasmina borgeld
Columns

Jasmina Borgeld: “Mijn vader missen – tussen boosheid, schuldgevoel en dankbaarheid”

jasmina borgeld
Columns

Jasmina Borgeld: “Wie bij leven niet kwam”

WhatsApp
Facebook
X
LinkedIn
Email