
Beeld: Canva
Jasmina Borgeld: “Mijn vader missen – tussen boosheid, schuldgevoel en dankbaarheid”
Een vader verliezen… het is iets waar je jezelf nooit echt op kunt voorbereiden. Hoe ziek hij ook was, hoe vaak we ook hoorden dat het einde dichterbij kwam, het moment dat hij er écht niet meer was, sloeg toch alles onderuit. Inmiddels is er tijd verstreken, het ouderlijk huis is verkocht en mijn moeder woont dichter bij ons. Het leven gaat door, maar het gemis blijft. Soms zacht op de achtergrond, soms rauw en scherp, alsof het verlies gisteren pas plaatsvond.
Het gemis dat dubbel begon
Eigenlijk begon het gemis al lang voordat mijn vader stierf. Toen hij ziek werd en steeds meer veranderde, moest ik stukje bij beetje al afscheid nemen. De tumor in zijn hoofd vrat niet alleen zijn lichaam op, maar ook delen van zijn karakter. Hij vergat, werd snel boos en kon zichzelf soms niet meer uitdrukken. De man die ooit zo aanwezig was, zakte langzaam weg in een lichaam dat hem in de steek liet.
En toch, tussen al die donkere dagen, waren er ook lichtpuntjes. Zoals de momenten met Farah, zijn kleindochter. Voor haar perste hij er nog een lach uit, stapte hij zelfs nog op zijn driewieler van de WMO, met haar achterop. Voor haar zette hij zijn moeizame lichaam nog één keer in beweging. Zij was zijn zonnestraaltje, zijn houvast.

Rouw is niet alleen maar verdriet. Soms is het boosheid
Boosheid en schuldgevoel
Rouw is niet alleen maar verdriet. Soms is het boosheid. Boos op mensen die hem links lieten liggen toen hij nog leefde, maar later wel mee wilden kijken in zijn dood. Boos op de zorg die soms te laat kwam of keuzes doordrukte die hij zelf niet wilde. Boos op de mensen die dichtbij stonden maar er eigenlijk niet voor me waren. Boos op mezelf, omdat ik niet altijd de geduldige dochter was die ik had willen zijn. Omdat ik soms geïrriteerd reageerde of niet vaker langs kon komen. Omdat ik, op momenten dat het me te zwaar werd, weleens dacht: laat het maar klaar zijn.
En tegelijk voel ik schuld. Schuld omdat ik mijn vader nooit heb gezegd dat ik van hem hield. Niet omdat ik dat niet voelde, maar omdat wij daar nooit woorden aan gaven. Hij sprak niet over zijn gevoelens, dus ik ook niet over de mijne. Maar juist daarom spookt het soms door mijn hoofd: wist hij het wel echt? Heeft hij het gevoeld in mijn daden, in de zorg die ik hem gaf, in de momenten dat ik er was? Of was hij echt boos? Vertrouwde hij me echt niet? Had ik hem pijn gedaan?
De leegte die blijft
Er zijn dagen dat ik hem nauwelijks mis. En er zijn dagen dat de leegte me volledig overvalt. Want mijn vader was een tegenstrijdig mens: aanwezig, maar vaak ook in zichzelf gekeerd. Hij belde nooit zomaar, hield telefoongesprekken kort met zijn welbekende: “Verder nog iets, Bassie?” Toch voel ik de leegte in het ouderlijk huis, de leegte aan de eettafel, de leegte tijdens verjaardagen en Eid (suikerfeest).
Het is een gat dat niet te vullen is. Geen enkele pleister past op deze wond. Je denkt soms dat je eraan gewend raakt, maar dan overvalt het je toch weer. Bij Vaderdag, bij zijn verjaardag, of simpelweg als Farah vraagt: “Mama, kan nana mij nog horen?”
Teleurstelling in mensen
Wat het rouwproces extra zwaar maakt, is de teleurstelling in mensen. Mensen waarvan ik dacht dat ze dichtbij stonden, die niets meer lieten horen. Geen telefoontje, geen bezoek, slechts een vluchtig appje. Terwijl er anderen waren, juist uit onverwachte hoeken, die ons liefde en steun boden toen we het het hardst nodig hadden.
En dan waren er ook de mensen die bij leven geen goed woord voor hem over hadden, maar na zijn dood ineens spraken alsof hij een heilige was. Mijn vader was dat niet en dat hoeft ook niet. Hij was soms een moeilijk man met scherpe randjes, maar hij was wel míjn vader. En hem verliezen, dat doet pijn, ongeacht hoe ingewikkeld hij soms was.

Ik zie nog hoe ze verhaaltjes voorlas aan zijn bed, haar pop naast hem legde of hem kusjes gaf als hij onrustig was
Dankbaarheid
Naast de boosheid, schuld en teleurstelling is er ook iets anders: dankbaarheid. Dankbaar dat mijn vader Farah nog heeft leren kennen. Dat hij, ondanks zijn ziekte, zoveel liefde voor haar heeft kunnen voelen en zij voor hem. Ik zie nog hoe ze verhaaltjes voorlas aan zijn bed, haar pop naast hem legde of hem kusjes gaf als hij onrustig was.
Dankbaar dat Allah ons meer tijd gaf dan voorspeld. In 2019 kregen we te horen dat hij nog maar drie tot acht maanden zou hebben. Uiteindelijk kregen we bijna twee jaar extra. Twee jaar waarin we afscheid konden nemen, herinneringen konden maken en waarin hij, tegen alle verwachtingen in, bleef vechten.
Dankbaar dat hij thuis is gestorven. In zijn eigen omgeving, omringd door de mensen die hem het meest liefhadden. En dat wij erbij mochten zijn toen hij zijn laatste adem uitblies. Dat hij thuis opgebaard lag en we hem konden zien en aanraken wanneer we dat wilden. Geen koude aula, maar de warmte van zijn eigen huis. Ook voor Farah gaf dat rust.
En dankbaar dat mijn vader in mijn dromen nog vaak bij me terugkomt. In het begin droomde ik vaak dat hij zei: “Waarom zeggen jullie dat ik dood ben? Ik ben er gewoon nog.” Het zijn dromen die me troost gaven, alsof hij toch nog ergens dichtbij is.
Het moederschap in rouw
Rouwen terwijl je moeder bent, is ingewikkeld. Farah hield me op de been, maar vroeg ook zoveel van mijn energie. Ze begreep niet waarom ik huilde, waarom ik soms stilletjes voor me uit staarde. Ze vroeg wanneer nana terug zou komen, of ze hem nog een knuffel kon geven. En elke keer brak mijn hart een stukje verder.
Maar juist haar onbevangenheid, haar kinderlijke geloof dat alles goedkomt, gaf me ook kracht. Elke avond doet ze dua en vraagt ze Allah om haar nana “Jennah” (het paradijs) te geven. Als ik haar dat hoor fluisteren met haar kleine stem, voel ik dat haar liefde en gebeden sterker zijn dan mijn verdriet.
Een wond zonder einddatum
Rouw heeft geen tijdslijn. Er staat geen einddatum op verdriet. Soms voel ik me verloren in schuldgevoel, boosheid of gemis. Soms lach ik om een herinnering en voel ik alleen dankbaarheid. Het ene moment is zwaar, het andere lichter. Wat blijft, is de liefde.
Misschien heb ik mijn vader nooit gezegd dat ik van hem hield. Maar elke vezel in mij hoopt dat hij het wist. Dat hij het zag in mijn daden, dat hij het voelde in mijn nabijheid. En dat hij nu, daar waar hij is, rust heeft gevonden.
Jasmina Borgeld: “Wie bij leven niet kwam”
Jasmina Borgeld: “Het afscheid dat ons leven voorgoed veranderde”
Mijn naam is Jasmina. Na jaren vol teleurstellingen, tranen, hoop en vruchtbaarheidsproblemen werd ik eindelijk moeder. En geloof me: toen ik dat eerste kleine mensje in mijn armen hield, voelde het alsof ik de jackpot had gewonnen. Inmiddels heb ik er twee rondrennen, mijn eigen ondeugende bengels, en die zorgen ervoor dat het leven nooit saai is (lees: ik ben continu moe, maar ó zo gelukkig).
Ik ben contentcreator, chronisch ziek (astma en diabetes type 1) en verslaafd aan reizen. Juist omdat ik weet hoe kwetsbaar het leven kan zijn, leef ik met de dag en probeer ik zoveel mogelijk herinneringen te maken. Mijn doel? Elke schoolvakantie met de kinderen iets moois beleven… of dat nou in een jabra in Dubai is of gewoon bij mijn zusje in de tuin aan de andere kant van het land.
Op mijn socials vind je geen picture-perfect plaatjes, maar eerlijke verhalen met een dikke knipoog en een flinke scheut humor. Want laten we eerlijk zijn: het moederschap is fantastisch, maar zonder humor zouden we het allemaal niet overleven. Wil je meer over mij weten? Volg me dan op Instagram.
Liefs,
Jasmina
PRAAT MEE MET ANDERE Mama’s in de community
Kom in contact met (aanstaande) ouders, word lid van een geboorteclub en blijf op de hoogte van de ontwikkeling van je kind.
Jasmina Borgeld: “Wie bij leven niet kwam”
Jasmina Borgeld: “Het afscheid dat ons leven voorgoed veranderde”
ZorgintensLIEF: “Groeispurt? Eerst even een formulier of tien”