
Beeld: Linda | dehuisboerin
Melk met een missie
Mijn hele zwangerschap hoopte ik dat ik ons kindje borstvoeding zou kunnen geven, maar ik heb ook altijd gezegd dat het oké is als het niet zou lukken. Ik wilde mezelf geen druk opleggen. Toen ik aan het einde van mijn zwangerschap soms een druppel opmerkte, ben ik wel begonnen met kolven met de hand.
Als het kon, wilde ik het liefst zo goed mogelijk voorbereid zijn. Nu moet je niet denken dat ik hele hoeveelheden bij elkaar kolfde hoor. Na veel oefening en met een hoop moeite was de opbrengst één tot drie milliliter, met misschien een uitzondering van vijf milliliter. Toch was ik enorm trots; ik had namelijk gelezen dat colostrum heel belangrijk is voor het immuunsysteem van een pasgeboren baby. Mocht ik dus, om welke reden dan ook, geen borstvoeding kunnen geven, dan kon ik ons kindje in ieder geval helpen bij een goede start.
Ik had echter nooit durven dromen dat mijn productie zó goed zou zijn. Zó goed dat het advies van mijn lactatiekundige was om de eerste zes tot acht weken niet te kolven om overproductie te proberen te voorkomen. Toch moest ik af en toe voor een voeding even met de hand afkolven om de druk wat weg te halen én om te zorgen dat onze dochter kon aanhappen, omdat mijn borst te vol was.
Nu is het niet zo dat ik altijd met een lach heb gevoed hoor. Doordat de eerste kraamhulp verkeerde uitleg heeft gegeven, kreeg ik helaas kloven. Daarnaast heb ik last gehad van erg pijnlijke stuwing, nog meer kloven, pijnlijke tepels, huilbuien en heb ik zelfs een paar keer geroepen: ‘Als dit zo blijft, dan stop ik ermee!’ Maar ik zette door, want die fijne momenten samen met onze dochter waren waardevol. Zó waardevol dat ik weigerde op te geven. Dus ik beet soms op mijn tanden, liet de tranen de vrije loop als dat nodig was en kreeg veel steun van mijn man.
Na acht weken ben ik pas rustig gaan proberen te kolven met een handkolf, omdat ik alsnog overproductie had en hierdoor veel last had van stuwing. Daarnaast was een klein voorraadje in de vriezer altijd handig voor het geval dat; je weet namelijk nooit hoe het leven loopt.
Dit voorraadje resulteerde in een vriezer vol, maar ik voed onze dochter nog altijd live (ik ben nog niet toe aan een flesje aanbieden en daar heb ik mijn redenen voor; dit komt als ik hier klaar voor ben), dus die voorraad liep steeds verder op. Toen ben ik gaan onderzoeken wat de mogelijkheden waren voor donatie. Ik had hier al iets over gelezen, maar ben mij meer gaan verdiepen en zo kwam ik terecht bij de moedermelkbank van het Amsterdam UMC. Nadat ik mailde om mezelf aan te melden, werd ik vrij snel gebeld voor een intake. Hierna werd ik opgeroepen voor een medische keuring, waarbij er een aantal vragen werden gesteld en bloed werd afgenomen. Gelukkig ben ik helemaal goedgekeurd en heb ik ondertussen al acht flesjes klaarstaan voor premature baby’s. Ik hoop nog lang mijn eigen dochter en andere kindjes te mogen voeden met mijn vloeibare goud.
Ik ben enorm trots op mijn lichaam en mijn eigen doorzettingsvermogen. Zeker nu ze tandjes krijgt, is het weer op mijn tanden bijten en soms een traan. Ik weiger echter nog steeds op te geven, want ja, die momentjes samen hè…
Heb jij ook voldoende productie en wil je hier graag andere kindjes mee helpen? Neem dan zeker contact op met de moedermelkbank via moedermelkbank@amsterdamumc.nl
PRAAT MEE MET ANDERE Mama’s in de community
Kom in contact met (aanstaande) ouders, word lid van een geboorteclub en blijf op de hoogte van de ontwikkeling van je kind.
Laat me slapen
Meer rust en structuur voor kinderen in december
Sinterklaas op haar manier
