Beeld: Canva

De Bemoeibrigade op het schoolplein

Author Picture
Serie blogger

Ik tril nog een beetje na. Slik mijn tranen weg. Gebeurde dit zojuist echt?

Ik sta met mijn dochters op het schoolplein, bij de fietsenstalling. Mijn oudste dochter is bezig haar fiets op slot te zetten. Ik sta met Iris naast haar en we wachten tot we naar de deur van de school kunnen gaan.

Iris ziet een kindje dat ze kent en roept vrolijk en enthousiast zwaaiend: ‘Hallo!’ Het jongetje zwaait terug terwijl hij zijn fietsje in het rek zet.

Naast hem staat zijn moeder. Ik heb haar nooit eerder gezien. Ze kijkt op. Eerst naar Iris, dan naar mijn oudste dochter. En dan naar mij. En dan begint het.

‘Ze is wel groot voor haar leeftijd, hè?’ zegt ze, half vragend.
‘Ja, dat klopt,’ antwoord ik, in de hoop het gesprek kort te houden.

In mijn hoofd gaan de alarmbellen alweer af. Heb ik zin om hier nu uitleg te geven? Moet ik iets toelichten, kort benoemen, of niet? Of zal ze het hierbij laten?

Maar nee, ze laat het er niet bij.

‘Ze zijn zelfs even groot,’ zegt ze vervolgens. Ze knikt van mijn oudste dochter naar Iris.

Ik voel vanbinnen dat ik lichtelijk geïrriteerd raak, maar probeer rustig te blijven. In een split second schieten er allerlei gedachten voorbij. Ik besluit toch iets meer te zeggen; het kindje zit bij Iris op school, dus waarschijnlijk komen we elkaar nog wel een keer tegen.

‘Ja, ze heeft een groeistoornis waardoor ze sneller groeit dan andere kinderen,’ zeg ik snel.
Daar laat ik het bij. Ik heb geen zin om het woord ‘syndroom’ te noemen en om er verder over uit te wijden. Dit is wat het is.

Dan komt het.

Terwijl ik nog steeds met mijn oudste dochter en Iris naast de fiets van mijn oudste sta, zegt ze het. Ze zegt het echt.

‘Oooohh, wat zieliiiiig!’ kraait ze.

— BAM — Mijn oren klapperen. Ik verstijf.

‘Dan zal ze dus ááltijd groter zijn dan andere kinderen!’ gooit ze er nog bovenop, met een blik die bij mij binnenkomt als een mengeling van ongemakkelijke verbazing en een soort medelijden dat ik niet wil voelen.

— BAM-BAM —

Ik blokkeer. Ik stamel: ‘Ze heeft er nu zelf nog niet zo’n last van, hoor.’

De moeder knikt en loopt weg. Ze loopt naar haar man en fluistert iets in zijn oor. Zou ze nu vertellen wat ze zojuist heeft “ontdekt”? Ik beeld me van alles in.

Ik ben stil. Pak de handen van mijn dochters vast, die links en rechts van mij lopen.

Mijn oudste dochter zegt: ‘Iris is nu even groot als ik, hè?’
‘Ze is zelfs iets groter dan jij, schat,’ zeg ik. ‘Maar ze zal altijd jouw lieve kleine zusje blijven.’
‘Nou, niet echt klein,’ reageert mijn oudste, wijs als ze is.
‘Nee, dat klopt,’ zeg ik. ‘Jouw lieve jongere zusje dan.’ Ik knijp haar bemoedigend in haar hand. M’n oudste glimlacht tevreden.

Ik kijk naar Iris. Ze huppelt vrolijk het plein op. Zou ze dit hebben gehoord? Dat iemand zei dat het “zo zielig” is dat ze langer is? Wat als dit nog eens gebeurt — wat doen dit soort opmerkingen met haar?

Het lijkt haar niet te deren. Ze zwaait me breedlachend uit terwijl ze de school inloopt.

Eenmaal thuisgekomen bel ik mijn vriend, en de tranen rollen over mijn wangen. Ik ben boos. Op de vrouw — dat ze zoiets zegt, waar Iris nota bene bij staat.

Maar ook op mezelf. Had ik niet feller moeten reageren? Meer voor Iris moeten opkomen? Allerlei gedachten schieten door m’n hoofd over wat ik wel of niet had moeten doen. Gevoelens van boosheid, verdriet en schuldgevoel overspoelen me. M’n vriend weet me te kalmeren en zegt dat ik het goed heb gedaan.

Het moeten “uitleggen” waarom je kind niet binnen de standaarden valt — ik weet dat het erbij hoort. Ik weet dat dit onderdeel is, en nog gaat zijn, van ons leven en dat van Iris. Vooral het feit dat Iris hiermee te maken gaat krijgen en op een gegeven moment zelf moet kiezen of ze iets wil uitleggen of niet, doet me pijn.

Wat voor impact dit soort opmerkingen en vragen op haar kunnen hebben. Wat dit met haar zal doen. Het breekt mijn hart. Maar het maakt me ook nog vastberadener om haar hier goed bij te helpen.

Ook al weet ik nog niet precies hoe.

Ik pak mezelf bij elkaar, doe m’n hardloopschoenen aan en ga een rondje hardlopen. M’n hoofd leegmaken.

Dat helpt.

Femmy

Femmy

Serie Blogger

Trotse mama van drie mooie meiden. Mijn middelste dochter Iris was 1,5 jaar oud toen het zeldzame Sotos Syndroom werd vastgesteld. Ik deel mijn ervaringen hierover op Mamaplaats.

Al mijn artikelen

Praat met mij in de community

Series

Sinterklaas op haar manier

WhatsApp
Facebook
X
LinkedIn
Email