
Beeld: Canva
Jasmina Borgeld: “Waar hoop veranderde in vreugde”
De stilte was oorverdovend. Daar lag ik, op de operatietafel, uitgeput en kapot van twee dagen weeën, terwijl mijn dochter stil in de armen van de kinderarts lag. Ik fluisterde dat ze mooi was, maar in mijn hoofd schreeuwde ik alleen maar: Waarom huilt ze niet?
De seconden voelden als uren. Ik hoorde mijn eigen hart bonken in mijn keel, zag Jerry’s paniek in zijn ogen, en ik wist niet of ik moest bidden, vloeken of gewoon keihard gillen. Alles in mij wachtte op dat ene geluid.
Maar het bleef stil. De arts nam haar mee naar een kamertje naast de operatiezaal. Jerry week geen seconde van haar zijde, precies zoals we vooraf hadden afgesproken. Ook als dat betekende dat ik alleen achterbleef. Mijn hoofd tolde: Ga maar, verlies haar niet uit het oog. Zij heeft je nu harder nodig dan ik. Toch voelde het alsof iemand een stuk van mij weghaalde.

Hope… tja, die naam zegt genoeg. We hadden nooit opgegeven, nooit losgelaten, en nu lag ze hier
En toen kwam het. Eerst zacht, bijna aarzelend, en daarna harder. Haar eerste huiltje. Het mooiste geluid dat ik ooit had gehoord. Ik voelde mijn tranen over mijn wangen rollen. Niet van pijn, niet van vermoeidheid, maar van pure opluchting. Ze leefde. Mijn meisje was er. Later hoorde ik dat ze gewoon uitgeput was van de bevalling, én met een hypo werd geboren. Typisch onze start: meteen alle alarmbellen en extra metertjes erbij.
Ze kreeg een flesje kunstvoeding om haar suikers stabiel te krijgen, terwijl ik eigenlijk meteen borstvoeding wilde geven. Het voelde dubbel, ik wilde haar meteen bij me, voeden, vasthouden… maar tegelijk wist ik: dit is nodig. Ze werd zo vaak geprikt dat ik iedere keer mijn adem inhield, alsof ik die prik zelf voelde. Maar zij gaf geen kik…toen al een kleine vechtertje. Ik kon mijn ogen niet van haar afhouden. Je zou denken dat ik knock-out was na zo’n bevalling, maar ik was klaarwakker. Vol adrenaline. Vol liefde.
We gaven haar de naam Farah Hope. Farah betekent ‘vreugde’ in het Arabisch. En vreugde, dat bracht ze meteen. Hope… tja, die naam zegt genoeg. We hadden nooit opgegeven, nooit losgelaten, en nu lag ze hier. Ons meisje.
Mijn moeder bleef een week bij me om te helpen, want eerlijk: als kersverse ouders wisten we totaal niet wat we deden. Slapeloze nachten, eindeloos wiegen, voedingen op onmogelijke tijden… Ik dacht serieus dat ik nooit meer een normale douche zou nemen. Maar toch voelde ik me gelukkig. Compleet. Alsof alles eindelijk op zijn plek viel.
En toen kwam dat bijzondere moment met mijn vader. Hij had al jaren gezegd hoe graag hij opa wilde worden. Soms hoorde ik de teleurstelling in zijn stem dat het er maar niet van kwam. Nu was het eindelijk zover. Toch aarzelde hij toen we vroegen of hij Farah wilde vasthouden: “Ik wacht liever tot ze zes maanden is, dan is ze wat steviger.” Hij vond het maar eng, zo’n klein en kwetsbaar baby’tje. Maar het leven liep anders. Want op een middag legde Jerry haar gewoon in zijn armen: “Hou haar maar even vast, dan kan ik wat eten.” Voor hij kon protesteren, keek hij naar beneden en was verkocht. Vanaf dat moment waren opa en kleindochter onafscheidelijk. Ondanks zijn ziekte, opnieuw kanker…..zag ik hem opleven. Farah was zijn medicijn.

Iedereen verklaarde me voor gek: “Je kunt toch niet met zo’n klein kindje op vakantie?!” Maar ik dacht: jawel hoor, watch me
Twee weken later zaten we zelfs al met haar in de auto naar Luxemburg. Iedereen verklaarde me voor gek: “Je kunt toch niet met zo’n klein kindje op vakantie?!” Maar ik dacht: jawel hoor, watch me. Ik ga herinneringen maken. We gingen met een hele stoet want er was familie uit Suriname gekomen. Een soort karavaan van liefde, koffers, luiers en heel veel extra handjes. Terwijl ik kolfde en soms even mijn ogen sloot, genoten zij van hun nieuwe familielid.
Wat ik toen nog niet wist, was hoe belangrijk die eerste vakantie zou worden. Tussen alle onzekerheden en angsten door, de angst om haar kwijt te raken, na alles wat ik al verloren had …voelde ik ook iets anders: vertrouwen. Vertrouwen dat ik dit kon. Dat wij dit konden. En dat Farah er niet alleen voor ons was, maar ook voor mijn ouders, misschien wel in het bijzonder mijn vader.
Ze was nog maar twee weken oud, maar ze had al meer veranderd dan ik ooit had durven dromen.
Mijn naam is Jasmina. Ik ben inmiddels moeder van twee prachtige kinderen. Maar deze kinderen kwamen er niet zomaar.
Er is een tijd geweest waarin ik écht geloofde dat ik nooit moeder zou worden. Dat mijn grootste wens altijd een gemis zou blijven. Ik heb geleefd met die gedachte, gehuild om die gedachte, gevochten tegen die gedachte.
Daarom deel ik dit. Niet omdat het makkelijk is, maar omdat het nodig is. Omdat 1 op de 6 stellen te maken krijgt met vruchtbaarheidsproblemen. Omdat ik één van die zes was.
En omdat ik wil dat jij die dit leest en die zich nu misschien zo alleen voelt in dit gevecht, weet dat je niet alleen bent.
Ik zie je. Ik voel met je mee. En ik hoop dat je, hoe jouw pad ook loopt, je eigen kracht blijft vinden in de liefde waarmee je deze strijd voert. Ik neem je dus in mijn columns mee in het fertiliteitstraject.
Je kunt me volgen op Instagram voor eerlijke verhalen over moederschap, kwetsbaarheid en het leven zoals het echt is. Maar ik begrijp ook dat als je midden in deze crisis zit…er wellicht nog niet aan toe bent.
Veel liefs,
Jasmina
PRAAT MEE MET ANDERE Mama’s in de community
Kom in contact met (aanstaande) ouders, word lid van een geboorteclub en blijf op de hoogte van de ontwikkeling van je kind.
OOK INTERESSANT
Jasmina Borgeld: “Wie bij leven niet kwam”
Jasmina Borgeld: “Het afscheid dat ons leven voorgoed veranderde”
ZorgintensLIEF: “Groeispurt? Eerst even een formulier of tien”