
Beeld: Canva
Jasmina Borgeld: “De leegte waar niemand over praat”
Je hoort het mensen weleens zeggen: “Als je iets écht wilt, moet je er gewoon voor gaan.” Maar wat als dat ‘écht willen’ niets verandert aan de uitkomst? Wat als je diepste wens niet gehoord wordt door je eigen lichaam?
Ik ben lang stil geweest. Niet alleen omdat het pijn deed, maar ook omdat ik me onbegrepen voelde. Omdat dit onderwerp in mijn omgeving, en zeker binnen mijn cultuur, met stilte wordt omgeven. Er heerst nog altijd een taboe op vruchtbaarheidsproblemen. Alsof je gefaald hebt als vrouw. Alsof je het zelf veroorzaakt hebt. Alsof het jouw schuld is.
Dat maakt het moeilijk om erover te praten, en nog moeilijker om steun te vinden. Je draagt een groot verdriet, maar niemand die echt vraagt hoe het met je gaat of ruimte geeft om te zeggen: “Het gaat níet.”
Ik was begin twintig toen ik in het ziekenhuis belandde met hevige buikpijn, een opgezette buik en hoge koorts. Mijn baarmoeder was verzakt. De diagnose: PCOS. Een syndroom dat mijn cyclus ontregelde en mijn kansen op een zwangerschap drastisch verkleinde.
De arts keek me aan en zei iets in de trant van: “Misschien is het beter als je je kinderwens opgeeft.” Het voelde alsof de grond onder me wegzakte. Niet omdat ik het niet wilde accepteren, maar omdat er nog zoveel onduidelijkheid was. Het voelde alsof ik terechtkwam in een grijs gebied waar niemand me echt kon zeggen wat er nog mogelijk was.
En ik? Ik wilde maar één ding. Moeder worden. In mijn vriendenboekjes op de basisschool stond het al: wat ik later wilde worden? Geen juf, geen arts…gewoon moeder. Dat was genoeg voor mij. Meer had ik niet nodig.
Ik probeerde het los te laten. Probeerde door te gaan met mijn leven. Maar een kinderwens laat zich niet wissen. Het sluimert op de achtergrond, maar duikt op wanneer je het minst verwacht. Als iemand je vraagt of je kinderen hebt. Als je een babyshower voor je beste vriendin organiseert.. Als je droomt van wie er nog niet is.

Ik dacht dat ik voorbereid was, maar niets kon me voorbereiden op de pijn. Ik huilde, schreeuwde, voelde me klein
Toen ik uiteindelijk na veel onderzoek en gesprekken aanklopte voor een IVF-traject, kreeg ik opnieuw een klap te verwerken: een negatief advies. De kans op succes werd te klein geacht, en dus kreeg ik geen toestemming. Ook geen vergoeding. De deur ging dicht.
Maar ik gaf niet op. Want hoe geef je op wat je zó graag wilt?
Mijn diabetes type 1 maakte het allemaal nog complexer. Mijn bloedsuikers moesten een jaar lang stabiel zijn voordat er überhaupt opnieuw naar een behandeling gekeken kon worden. Dankzij een fantastische diabetesverpleegkundige kreeg ik een insulinepomp met sensor. Ik haatte dat ding in het begin, maar het hielp. Ik kreeg mijn waarden onder controle.
En toen kwam er een nieuwe gynaecoloog in beeld. Iemand die écht naar me luisterde. Die zag wat deze wens met mij deed. Die mijn verdriet erkende. Die me serieus nam.
Zij gaf me de kans om met hormonen te starten. Eerst met Clomid, zonder resultaat. Daarna met Gonal F en dat deed wél iets. Elke dag een spuit in mijn buik. Ondanks mijn ervaring met insulineprikken vond ik die naald verschrikkelijk. Zo lang, zo confronterend. Mijn man moest hem zetten. Iedere keer weer. Maar er groeiden eitjes. Er kwam beweging in mijn lichaam.
Ik kwam in aanmerking voor IUI. Het werkte niet. Poging na poging. Elke keer de hoop. Elke keer de klap. Uiteindelijk volgde IVF.
Mijn lijf was op. De hormonen sloegen in als een mokerslag: moodswings, gewichtstoename, verdriet, vermoeidheid, pijn. Maar ik bleef doorgaan. Omdat je alles over hebt voor een droom waar je al jaren voor leeft.
Toen kwam de punctie. Ik dacht dat ik voorbereid was, maar niets kon me voorbereiden op de pijn. Ik huilde, schreeuwde, voelde me klein. En toch… zei de arts dat ik het goed had gedaan. Voor mij voelde het anders, alsof tranen afwezigheid van moed betekenden. Maar achteraf besef ik: ik was wél moedig. Elke prik, elke test, elke tegenvaller, ik ging gewoon door.
De eerste terugplaatsing mislukte. De tweede eindigde in een miskraam. En dan moet je een manier vinden om met dat verdriet om te gaan. Om opnieuw op te staan. Om niet bitter te worden, maar vast te houden aan hoop, ook al voelt het alsof die steeds verder wegglijdt.

Er is een tijd geweest waarin ik écht geloofde dat ik nooit moeder zou worden. Dat mijn grootste wens altijd een gemis zou blijven
En toch ben ik blijven vechten. Ook al was ik bang. Ook al twijfelde ik. Ook al was ik moe. Omdat hoop koppig is. En liefde voor een kind dat er nog niet is, sterker was dan je ooit had kunnen denken. Niet alleen voor mijzelf, maar ook voor mijn partner, die eigenlijk al een geboren vader was, zonder dat hij kinderen had.
Mijn naam is Jasmina. Ik ben inmiddels moeder van twee prachtige kinderen. Maar deze kinderen kwamen er niet zomaar.
Er is een tijd geweest waarin ik écht geloofde dat ik nooit moeder zou worden. Dat mijn grootste wens altijd een gemis zou blijven. Ik heb geleefd met die gedachte, gehuild om die gedachte, gevochten tegen die gedachte.
Daarom deel ik dit. Niet omdat het makkelijk is, maar omdat het nodig is. Omdat 1 op de 6 stellen te maken krijgt met vruchtbaarheidsproblemen. Omdat ik één van die zes was.
En omdat ik wil dat jij die dit leest en die zich nu misschien zo alleen voelt in dit gevecht, weet dat je niet alleen bent.
Ik zie je. Ik voel met je mee. En ik hoop dat je, hoe jouw pad ook loopt, je eigen kracht blijft vinden in de liefde waarmee je deze strijd voert. Ik neem je dus in mijn columns mee in het fertiliteitstraject.
Je kunt me volgen op Instagram via [www.instagram.com/sparklesinside.nl] voor eerlijke verhalen over moederschap, kwetsbaarheid en het leven zoals het echt is. Maar ik begrijp ook dat als je midden in deze crisis zit…er wellicht nog niet aan toe bent.
Veel liefs,
Jasmina
PRAAT MEE MET ANDERE Mama’s in de community
Kom in contact met (aanstaande) ouders, word lid van een geboorteclub en blijf op de hoogte van de ontwikkeling van je kind.
OOK INTERESSANT
Jasmina Borgeld: “Mijn vader missen – tussen boosheid, schuldgevoel en dankbaarheid”
Jasmina Borgeld: “Wie bij leven niet kwam”
Jasmina Borgeld: “Het afscheid dat ons leven voorgoed veranderde”