Hem afgegeven
Daar ging hij dan. In de armen van een wild vreemde vrouw. In een klein kistje, die net iets groter was dan hem. Ze liep met hem door de deur en wij bleven achter. In elkaars armen. Het werd stil. Doodeng moment. Want wat gebeurd er nu? Hoe gaan we als koppel hier te boven? Hoe ga ik als mama dit overleven? Hoe gaat hij als papa dit verwerken?
We liepen samen voorzichtig weg. Onder de baan door in het ziekenhuis vroeg ik hem of we konden passeren in het kappeletje. Daar konden we samen een kaars aansteken en toch nog eventjes bij hem stil staan. Oorverdovend stil was het. Zonder woorden voelde we elkaar aan en vertrokken naar huis.
Met lege handen liepen we door het ziekenhuis. Rode ogen, snot liep langs me neus in mijn mondmasker. Toch wist niemand die ons tegenkwam hoe we ons voelde. Ons lichaam kapot van verdriet en te weinig slaap.
Toen we thuis kwamen vielen we gelijk in slaap. In elkaars armen in de zetel, alsof we nooit boven zouden gehaald hebben om in ons eigen bed te kruipen. De dag ging sneller voorbij op deze manier.
De dinsdag is een vaak verhaal. Tot vandaag weet ik niet meer wat ik wel of niet gedaan heb. Die dag is er geweest voor een ander maar mij is het volledig voorbij gegaan zonder besef.
De woensdag was anders. We waren klaar! Klaar want we mochten om zijn urn gaan in het ziekenhuis. Ik vertelde ook aan me vriend dat ik graag terug op gynaecologie wou passeren. De pijn in mijn baarmoeder bleef aanhouden en werd zelfs erger. En terwijl we er toch zijn, was het goed om hiernaar te laten zien.
Om 14u mochten we hem halen bij de parochie. Daar stond hij dan. Een spierwitte urn met bovenaan een sticker. Zijn naam, onze namen en da datum van geboorte, sterfte en crematie stonden erop geschreven. Ze waren we zeker dat het hem was. Zonder veel extra woorden liepen we met hem in een papierenzak door het ziekenhuis. Eerst terug de kapel binnen, om daar wederom een kaarsje te branden. En dan naar gynaecologie. Vrij snel mocht ik binnen bij de dokter. Ze wist waarvoor ik kwam. Na de gebeurtenis was het afwachten of alles wel weg was en dit betekende dat er toch nog iets in mijn baarmoeder zat.
Toen ze zei dat ik wel degelijk nog een curettage nodig had, viel ik toch even stil. Na alle medicatie was dit de laatste oplossing om te zorgen dat mijn baarmoeder niet ontsteekt. Infectie is een gevaar voor later.
Terug bloed genomen en afspraak voor volgende week binnen te komen op dagziekenhuis.
Die week voelde het verdriet van Tibbe verschrikkelijk maar de angst om onder narcose te gaan en te moeten horen dat de complicaties blijven opstappelen nog net iets erger. Waarom kan mijn lichaam mij nu geen rust meer gunnen zodat ik gewoon in het rouw proces blijf zonder meer... Alsof ik blijf gestraft worden voor het verlies van mijn baby. Mijn lichaam laat me in de steek...
De dagen gaan op en af. Tussendoor hoorde ik vaak dat een curettage niet zo erg is, dat het geen pijn doet. Maar toch kan niemand iets zeggen die mij beter doen voelen.
Dinsdag ochtend stond ik op om 6u30. Vol stress voerde mijn vriend mij naar het ziekenhuis. En hier lig ik nu. Dit bericht te typen. Hoe gaat dit verder?