Dat wij nog wij zijn
Een klein wonder wel
Dat hij en ik nog wij zijn is een klein wonder. We raakten elkaar bijna kwijt, en dat niet één keer. Het besef dat het anders had kunnen lopen en dat het anders kan lopen is altijd aanwezig. Laatst, tijdens een interview voor een magazine, sprak ik ook over onze relatie.
Een huilbaby kan echt funest zijn, maar de tijd daarna, is denk ik doorslaggevend. In de periode dat je kindje zo huilt is het overleven, de periode daarna is het opnieuw ontdekken wie je bent en waar je staat. Liefde moet weer teruggevonden worden, het standje "overleven" moet uit. Je bent veranderd, samen verander je en dat gaat automatisch. Het is niet te vergelijken met het installeren van een Ikea-kast (of Ikea-keuken in ons geval haha), het is een beproeving die iedere dag opnieuw begint en waarvan het einde niet in zicht is.
Uiteindelijk is dat einde er, je hebt elkaar weer door, wat rust in huis, misschien wat genegenheid. Maar nog altijd alarmbellen op de achtergrond: "wat als het opnieuw begint?". Wij moesten onszelf weer leren kennen, elkaar leren kennen.
Dat riedeltje begon opnieuw na Keet, ookal was zij "makkelijk", het wakkert een vuurtje aan in jezelf. Een vuurtje dat een explosie kan worden, aangewakkerd door een eerdere angst, zuurstof bij de vlammen door het geluid van huilen. We verwerkten dat ieder op een andere manier, kunnen we dit wel? Kunnen we dit samen? Zijn we niet gewoon de slechtste ouders ooit? Omdat we onzeker zijn? Opnieuw beten wij ons vast, we wisten dat het beter zou worden. Dat werd het. Dat is het. Wij blijven wij, een nieuwe wij.