
#6 De dag van de begrafenis.
Ik lees nog een stukje terug uit het dagboek en lees dat er een hoop geregeld moest worden voor de uitvaart. Ik was en ben nog steeds maar wat blij en zeer dankbaar voor alle hulp die wij kregen van iedereen die ons wilde helpen.
Het duurde enkele weken voordat mijn ouders begraven konden worden. Hun lichamen werden niet eerder vrijgegeven, omdat die nog grondig onderzocht moesten worden naar wat nou de echte doodsoorzaak was. Er moest veel geregeld worden voor de uitvaart. Vanaf het vervoer naar de aula bij de begraafplaats in het dorp tot aan de koffie en thee. Anita's ouders hielpen ons daarbij en daar waren wij heel blij mee. Het vervoer naar de aula werd al geregeld door de politie, maar dat moest wel betaald worden. Helaas waren mijn ouders slecht verzekerd. De verzekering kon de kosten van de uitvaart niet voldoende dekken. De datum stond al wel snel vast. Het was op een vrijdag. Dit was de enigste mogelijkheid. Omdat het dorp waar we woonden klein was ging het bericht van het overlijden van onze ouders als een lopend vuurtje door het dorp. Vele dorpelingen wisten dat mijn ouders het niet zo breed hadden en bedachten een plan om geld in te zamelen om zo de kosten van de begrafenis te kunnen betalen, want Dennis en ik konden dat niet betalen met ons verdiende geld van ons bijbaantje. Dennis en ik waren de dorpelingen dan ook zeer dankbaar voor wat ze voor ons deden. Erg veel dorpelingen waren er niet op de begrafenis. De meeste dorpelingen kenden ons dan ook niet goed genoeg. Toch hadden zij wel mee geholpen aan die geld inzameling. Anita en haar ouders waren er in elk geval wel, maar zij zaten aan de andere kant van de kleine aula. Zij wilden ons niet teveel lastig vallen, net als klein een aantal dorpelingen die wel aanwezig waren. Vanuit school waren alleen onze leraren en Anita aanwezig. Na de toespraak kon er afscheid genomen worden. Iedereen die dat deed ging verliet daarna de aula en liep naar buiten. Wij bleven als laatsten over. Zo hadden Dennis en ik alle tijd om afscheid te nemen. Daar stonden we dan. Huilen deden Dennis en ik bijna niet. Alleen maar een paar tranen rolden over onze wangen. De weken ervoor hebben we zoveel gehuild dat we eigenlijk niet meer konden huilen. Toch viel het afscheid ons zwaar. Het zijn en blijven toch altijd nog onze ouders ook al zijn ze er nu niet meer. Dennis en ik hielden elkaar vast. Nadat wij afscheid genomen hadden knikten wij naar de kistdragers en kwamen zij naar voren om de kisten met onze ouders erin naar de begraafplaats te dragen. Dennis en ik liepen er achter aan elkaar nog steeds vasthoudend. Buiten op de begraafplaats werd er nog een korte toespraak gehouden. Iedereen stond achter ons toe te kijken. Daarna ging iedereen terug naar de aula en was er binnen de gelegenheid om te condoleren na het nuttigen van koffie, thee en een stuk cake. Heel simpel allemaal, maar het voelde goed. Iedereen condoleerde ons behalve Anita en haar ouders. Zij knuffelden ons nadat alle dorpelingen vertrokken waren. Met z'n vijven gingen wij terug naar huis. Nou ja, het huis van Anita en haar ouders waar Dennis en ik inmiddels ook woonden. Het was ook ons thuis geworden.
Die avond zaten Dennis, Anita's vader Mark en ik met z'n drieën in de eetkamer(zaal) te eten en na te praten over de begrafenis. Anita's moeder Hilda had nachtdienst in een verpleeghuis in de stad. Anita was net thuis van haar bijbaantje en kwam binnen gelopen met haar eten toen Dennis vroeg: "Hoe vond jij het?" Ik keek hem aan. "Tja, wat moet ik er van zeggen. Mam en pap zijn er niet meer. Dat maakt me nog steeds verdrietig. Ik mis ze heel erg. Ik kan niet zeggen of ik die begrafenis nou echt mooi vond. Maar mooier dan dit kan volgens mij niet." gaf ik aan. "Dat bedoel ik niet. Niemand hoeft een begrafenis mooi te vinden. Ik bedoel eigenlijk: wat vind je ervan dat er heel veel mensen uit dit dorp de begrafenis voor ons hebben betaald door middel van die geld inzameling." Dennis keek naar mij. "Wel goed. Denk ik. Ik zou die mensen eigenlijk allemaal wel persoonlijk willen bedanken met een kaartje of zoiets, maar we kennen al die mensen helemaal niet of nauwelijks." Anita kwam bij ons zitten en had wel een idee. "Pap kan er zo achter komen wie er allemaal mee heeft geholpen met die geld inzameling. Hij kan aan adressen komen als jullie een bedankkaartje naar die mensen willen sturen. Hij kent eigenlijk iedereen hier in het dorp." zei Anita. "Ik hoef niet per se hun adressen te hebben, maar als de kaartjes al aankomen vind ik het al goed genoeg. Zou u voor ons dan de kaartjes willen versturen naar die mensen of aan ze geven?" vroeg ik aan Mark. "Maar natuurlijk wil ik dat doen. Mijn vrouw wil niet dat ik zoiets doe, maar toch doe ik het wel voor jullie. Ik verwacht dat het enkele dagen zal duren voordat ik precies weet wie mee gedaan hebben. Als jullie dan met z'n tweeën of misschien wel met z'n drieën de kaartjes gaan schrijven, dan zal ik ervoor zorgen dat de kaartjes aankomen." En zo gebeurde het. Het duurde inderdaad enkele dagen voordat Mark alle namen wist van wie er mee hadden geholpen.
De maandag na de begrafenis moest Dennis weer aan de slag met zijn examens. Helaas werd er geen uitzondering voor hem gemaakt vanwege het overlijden van onze ouders. Dus tussen al zijn verdriet door was hij de stof voor zijn examens in zijn hoofd aan het stampen. Zo ook die avond. "Ik ga maar eens weer met mijn neus in de boeken. Maandag heb ik een examen voor wiskunde." zei Dennis. Daarna verliet hij de eetkamer om naar zijn kamer te gaan. Van de politie hadden wij onze schoolboeken gekregen zodat wij gewoon naar school konden gaan. Andere persoonlijke spullen hadden wij nog niet gekregen, op mijn dagboeken na dan. We mochten ons ouderlijk huis nog steeds niet in om die spullen op te halen. Er werd nog volop onderzoek gedaan. Terwijl Dennis naar zijn kamer ging ruimden Anita, Mark en ik de tafel af en gingen daarna op de grote hoekbank zitten om televisie te kijken. Na een uurtje kwam Dennis erbij zitten. Het was gezellig. We kletsten wat met elkaar. Even later ging de deurbel. "Als jullie mij willen excuseren?" vroeg Mark beleefd en liep naar de voordeur. Enkele minuten later kwam Mark weer terug met een vrouw. Ze had een uniform aan. 'Een uniform??!!! Een agente??!!! Wat komt zij hier doen?' dacht ik verschrikt. Die had ik namelijk niet verwacht, omdat al het contact via de telefoon verliep. "Ahum... Dennis, Carmen en Anita, zou ik even jullie aandacht mogen? Agente Gaby heeft een mededeling en een verzoek aan jullie." sprak Mark tegen ons. "Tijdens het televisie kijken?" protesteerde Anita. "Anita, hou je een beetje in graag." zei Mark. "Sorry pap, maar......" probeerde Anita. "Niks te maren. Je kunt gewoon even aanhoren wat agente Gaby te melden heeft." Ik hoorde Anita binnensmonds mopperen: "Dat kan ze toch niet maken." Agente Gaby ging op de andere kant van de hoekbank zitten. "Sorry dat ik jullie moet storen tijdens jullie televisieavond. Dat was niet mijn bedoeling. Dennis en Carmen, de recherche heeft wat aanwijzingen gevonden rond de dood van jullie ouders. Dat willen ze graag verder gaan onderzoeken. Daarom wil ik namens de recherche Dennis verzoeken om direct met mij naar het bureau te komen voor wat vragen. Carmen, we bellen wanneer jij je broer weer kunt komen ophalen. Daarna kunnen jullie samen weer naar huis." Dennis stond perplex te kijken. "Hoe lang gaat dat duren dan? Maandag heb ik een examen voor wiskunde en ik moet nog wat daarvoor in mijn hoofd stampen." zei Dennis. "Ik kan daar geen uitspraak over doen, maar zullen we gaan?" zei agente Gaby en ze stond op. Dennis stond zonder wat te zeggen ook op.
"Maak je maar geen zorgen om mij." fluisterde Dennis tegen mij. Daarna liep hij achter Agente Gaby aan. Ik keek hem na.