Snap
  • Mama

Independent woman......

Tien jaar geleden had ik me het leven heel anders voorgesteld. Ik zou een INDEPENDENT WOMAN worden. Niemand die mij wat zou kunnen maken....

Niemand die iets voor mij zou kunnen bepalen en niemand die te dicht bij mocht komen.
Als kind van gescheiden ouders verachtte ik mensen die getrouwd waren of papa's en mama's met schreeuwende kinderen. Ik walgde van 'perfecte gezinnetjes', en vooral van mensen die daarvoor leefden. Het vertrouwen in de omgeving was ik allang kwijt geraakt en ik was er van overtuigd dat ik nooit een man zou vinden die de gebruiksaanwijzing zou vinden om met mij te kunnen leven. Ik sta positief in het leven, maar ik ben me ervan bewust dat ik me veel heb laten leiden door (nare) ervaringen in mijn leven. Misschien wel te veel. Vandaar dat ik keuzes maakte. INDEPENDENT WOMAN... Ik tegen de wereld, ik zonder wederhelft en sterker nog: Ik zonder kinderen.

Zeven jaar geleden ging ik toch overstag. Hoewel ik niet op zoek was, leerde ik mijn Hubbie kennen. Nuchter en lekker rustig van karakter was hij. Dat vond ik prettig want dan was er meer ruimte voor mijn dominantie. Ik kon uren kletsen en hij luisterde. En als hij dan toch iets zei, dan was het met een overdosis humor die ik tot op de dag van vandaag ontzettend waardeer. Ook durfde hij me te begrenzen. Ik was het dan niet altijd eens met de manier waarop hij dat deed, maar ik had dit wel nodig. En sterker nog, ik vond dat eigenlijk wel prettig.
Twee tegenpolen waren we, mijn Hubbie en ik, en dat zijn we nog steeds. We vullen elkaar aan en versterken elkaar in onze relatie maar ook als individu. Negen van de tien keer gaat het goed, maar als het de tiende keer fout gaat, dan gaat het ook goed fout. Onze ruzies kunnen behoorlijk oplopen. Maar altijd komt het goed.
Hij vroeg me of ik wilde trouwen. In eerste instantie zei ik 'Nee, natuurlijk niet!', maar toen hij me enkele maanden later nogmaals vroeg op een mooi wit strand, wilde ik niets liever dan dat. Zo geschiedde; In het mooie Italië zijn we getrouwd in kleine kring en bij terugkomst in Nederland gaven we een groot trouwfeest voor en met onze dierbaren. Op een roze wolk werden we geleefd. Boven verwachting vond ik het heerlijk. En toen kwam de dag dat we besloten om een kindje te nemen. Dag, INDEPENDENT WOMAN. (die ik zo nu en dan toch nog wel eens was)... Hallo, onbekende wereld.

Het was de tweede nacht van het leven van mijn baby Boy. Ik werd weer wakker in een smerig ziekenhuisbed met een slapende Hubbie naast me op een matrasje. Mijn lichaam verkeerde zich nog steeds in zwakke toestand. Ik voelde m'n benen nauwelijks en de wond van de keizersnede voelde ik door m'n hele lijf.
Ik drukte op het ziekenhuisknopje en even later verscheen er een zuster in de deuropening en deed de lamp aan. ,,Hoiiiii!!!! Wil je naar em toe??", vroeg ze op luide en vrolijke toon. Meteen deed ze haar hand voor d'r mond en gebaarde dat ze niet zag dat mijn Hubbie lag te slapen. Ik moest lachen om haar verschijning. Terwijl mijn eigen kind enkele meters verderop lag te vechten voor zijn leven, moest ik lachen... Ik vond het grappig hoe de zuster over kwam. Van dat soort types hield ik wel. Ik antwoordde dat m'n Hubbie niet zo gauw ergens wakker van wordt ik graag naar mijn kindje wilde. Ze bracht me bij je.
Je lag daar stilletjes in de couveuse in je blootje met alleen een pamper aan in de couveuse op de NICU. Alle draadjes die vastzaten aan je lichaampje waren zichtbaar. Je lag aan de beademing en er zaten naaldjes in je hoofdje die de hersenactiviteit deden meten, je had een sonde in en een infuus aan je inieminie- voetje. Ook zat er een band om je hoofdje. Je papa noemde je daarom Rambo.
Een baby met alles erop en eraan. Alles aan jou zou het moeten doen. Toch was er iets waardoor je jezelf niet goed in leven kon houden. Er waren epileptische aanvalletjes. Kortsluiting in je hoofdje. Hoe zouden die zijn ontstaan, vroeg ik me af. Wat was er mis gegaan en waar was het mis gegaan. Had ik iets kunnen doen? Had ik het kunnen voorkomen?
Ondanks alle paperassen aan je mini- lijfje, had ik alleen maar oog voor jou. Ik zag niet eens dat je zo kritiek op de NICU lag. Ik kon uren naar je kijken en nu vond ik het nog meer bijzonder dat ik midden in de nacht alleen met je was. Voor het eerst was ik alleen met je! Af en toe liep de zuster die voor je zorgde in en uit, maar voor de rest van de tijd was het jij en ik.
Ze adviseerden ons dat het beter was om je zo min mogelijk aan te raken. Je zou dan misschien teveel prikkels kunnen krijgen. Ik negeerde dit. Ik ben tenslotte je moeder, dus dat bepaalde ik zelf wel. Ik aaide over je hoofdje en raakte je bos haar aan. Pikzwart zijn ze, net zoals die van mij. Ik praatte op zachte toon honderduit over van alles en nog wat. Ook zong ik er soms bij. Het ging allemaal van zelf. Althans, ik dacht dat het vanzelf ging. Ik weet niet of het wel goed was wat ik deed. Want als dit niet goed was, hoe moest het dan wel?

Mijn emoties en gevoelens zijn afgevlakt. Mijn overlevingsstand staat nog steeds aan. Ik wil geen emotie voelen. Ik vind namelijk dat die er al genoeg zijn om me heen. Ook past dat niet bij mij. Huilen doe ik wel in m'n eentje. Een vorm van zwakte vind ik het. Het is het begin van de ochtend als ik me bedenk dat ik moet gaan kolven. Ik wil je kussen maar dit gaat nog niet omdat mijn lichaam het nog niet mogelijk maakt om over de couveuse heen te buigen. Ik knijp daarom in je handje.

Na het kolven mag ik eindelijk gaan douchen. Voor het eerst sinds dat ik bevallen ben. Een zuster helpt me ermee. Volgens mij is ze best aardig. Ik heb geen idee wat de bedoeling is. Voor m'n bevalling was ik nog nooit opgenomen geweest in een ziekenhuis. Het lukt me nauwelijks om van mijn bed naar de douche te lopen. De zuster begeleid me alsof ik een oud vrouwtje ben. Ik moet op een stoel gaan zitten op de badkamer. Ze helpt me met uitkleden.
Eerst verwijderd ze m'n katheter. ,,Het plassen zal in het begin nog wat ongecontroleerd gaan, maar als het komt dan wel graag laten gaan en zo snel mogelijk een toilet zoeken", zegt ze me nog. Als een klein kind zet ze me onder de douche en wast ze notabene m'n rug. Ik roep nog dat ik moet plassen, en ze zegt doodleuk dat ik het nu dus moet laten gaan. Even twijfel ik nog, maar ik laat het gebeuren. Terwijl ze m'n rug af spoelt, laat ik m'n urine lopen terwijl ik onder de douche sta. ,,Goed zo, heel goed!!", becomplimenteert ze me. Van binnen schreeuw ik, dit alles heb ik zo nooit gewild. Pure gezichtsverlies, vond ik het. Maar het kon niet anders en ik zette m'n glimlach op en maakte een grapje in de trant van zelfspot.

Aansluitend krijgt Baby boy een MRI- scan. Drie dagen oud is hij nu. Vooraf krijgt hij slaapmedicatie toegediend. Nog meer slaapmedicatie, zuinig zijn ze er in ieder geval niet mee. De scan wordt afgenomen aan de andere kant van het ziekenhuis. Dit betekent dat we een hele rit moeten maken. Er wordt een dekentje over de couveuse gelegd. ,,Voor pottenkijkers", vertellen ze ons. M'n Hubbie kijkt me bedenkelijk aan. Dat zal toch wel meevallen?
Terwijl mijn Hubbie me in de rolstoel vooruit duwt door de ziekenhuisgangen lopen er drie zusters met onze Boy voorop die in de couveuse ligt, weliswaar met drie karren achtereen gesloten waar alle apparaten in vervoerd worden. Het lijkt wel een treintje, met mijn slapende baby Boy als machinist. Om ons heen kijken mensen ongegeneerd naar ons met een nieuwsgierige lach. Eerst naar de couveuse en dan met een zielige blik vol medelijden naar mijn Hubbie en mij.
Ik vind het beschamend en wil mijn ogen neer slaan. Ik wil naar ze schreeuwen of ze niks beters te doen hebben en of ze de andere kant op willen kijken. Maar ik doe het niet. Ik beantwoord hun blik en ik lach, giechel en ik straal trots uit. Want ik ben ten slotte net moeder geworden, mensen!!! Mooier kan mijn leven momenteel niet zijn!
Aan de ziekenhuisgangen lijkt geen einde te komen, maar toch bereiken we de MRI- kamer. We moeten afscheid van je nemen, want we mogen niet bij het MRI- onderzoek aanwezig zijn. ,,Geen probleem!!", zeg ik tegen het ziekenhuispersoneel die ons zorgelijk aan kijkt en ons vertelt dat zij heel goed voor onze zoon gaan zorgen. Mijn Hubbie neemt op emotionele wijze afscheid van onze baby Boy. Ik maak daar nog snel even wat foto's van en lach naar de mensen om ons heen. ,,Voor in het plakboek, lief he!!", zeg ik zo krachtig mogelijk met een dikke smile. De kar met mijn kind erin komt in beweging en wordt door de klapdeuren gereden. In stilte blijven we alleen achter.

Stilzwijgend rijdt mijn Hubbie me weer terug over de ziekenhuis gangen. Niet wetend wat we nu moeten doen. ,,Even naar buiten", zegt mn Hubbie. En voordat ik het weet komt de warme zomerzon me tegemoet geschenen. De zon, de warmte, de zomer... Een tijd waar ik zo ontzettend van geniet altijd. Ik vind het de mooiste tijd van het jaar. Voor het eerst sinds dat ik moeder ben geworden kom ik buiten. Ik zet mijn brede glimlach op en kijk om me heen. Mijn Hubbie parkeert de rolstoel met mij er in langs een pad waar de mensen in en uit lopen vlak bij de ingang van het ziekenhuis.
Ik probeer een grapje te maken omdat ik niet wil dat mijn Hubbie zo'n ernstig gezicht op zet. Ik wil lachen, ik wil honderduit kletsen en dan moet mijn Hubbie naar me luisteren en zo nu en dan een grapje maken.
Ik wil niet in een rolstoel zitten, ik wil niet plassen waar een zuster bij staat, ik wil niet dat mijn kind ernstig ziek is, ik wil niet dat men voor mijn kind zorgt terwijl ik er niet bij ben, ik wil niet dat de epileptische aanvalletjes de hersentjes van mijn Boy beschadigen, ik wil niet dat hij in slaap wordt gehouden, ik wil niet dat hij aan de beademing ligt, ik wil niet dat hij een MRI krijgt.. Ik wil niet huilen. Ik wil niet huilen in bijzijn van anderen. Ik wil geen zwakte laten zien. Ik wil me niet overgeven. Ik wil me niet laten troosten. Ik wil sterk zijn, zoals ik altijd was toen ik nog INDEPENDENT WOMAN was.

Een golf van emotie komt met volle vaart op me af. Ik kan niet meer bukken, ik kan niet meer wegrennen, ik kan niet meer overeind blijven staan. Het is dat ik in een rolstoel zit en niet door mijn benen heen kan zakken. Een halve seconde probeer ik nog te vechten. Probeer ik het tegen te gaan. Probeer ik het te negeren en te doen alsof het er niet is.
Maar op dat moment word ik overspoeld door alle emoties die ik de afgelopen dagen had moeten voelen. Die ik had moeten laten zien. Die er hadden moeten zijn. Dag sterke brunette, dag lachebek, dag 'alles komt wel goed'- instelling, dag krachtige persoonlijkheid, dag INDEPENDENT WOMAN, dag 'Mij'....

Ik schreeuw, voel een pijnscheut in mijn buik, de misselijkheid neemt de overhand alsof ik moet kotsen, ik kokhals en ik voel hoe de heftige, krachtige golf over mee heen komt en zich aan me vastklampt.
En daar midden voor het ziekenhuis, waar mensen in en uit lopen, alsof ik in een soap zit, wordt ik overspoeld door mijn emoties. Ik laat het gaan, omdat het te sterk is, omdat het goed is. Mijn lichaam word slap en mijn tranen komen... Ik kan niet meer praten, enkel schreeuwen. En dat doe ik. Want het is teveel. Ik ben kapot. Kapot gemaakt. Ik sta er zelf bij, maar er is niets wat ik kan doen. Mijn Hubbie vangt me op en ik laat het gaan. Een schreeuw van een machteloze moeder met daarop volgend een zee van tranen. Een INDEPENDENT WOMAN kan geen mama zijn...