
Floor schrijft Fictie #Epiloog 4
De mussen vallen van het dak terwijl ik in de koele lucht van de airco lekker aan het schrijven ben. Lees je mee?
'Sorry dat ik zo kom binnenvallen, ik weet even niet waar ik naartoe moest gaan,' zeg ik snel als de deur opengaat en Berend mij aanstaart. Ik bespeur geen verbazing, wel verrassing.
'Kom binnen, je hoeft je natuurlijk niet te verontschuldigen. Je bent hier altijd welkom,' zegt Berend en wil mijn jas aannemen. Ik schud mijn hoofd en blijf in de hal staan, het huilen staat mij nader dan het lachen en ineens voel ik mij stom dat ik hier naartoe ben gegaan. Ik heb mijn ouders, Lodewijk en Theo in opperste verbazing achtergelaten en ben het huis uit gestormd. Even heb ik overwogen om naar Klaas-Jan te gaan, maar besefte dat ik hem niet ken. Hij voelt op een of andere manier niet zo vertrouwd. Nu sta ik ietwat verloren in de hal bij Berend en weet ineens niets meer te zeggen.
'Wil je thee?' vraagt Berend en zonder enig antwoord af te wachten loopt hij weg en laat mij achter. Ik weet dat ik hem moet volgen en hier niet kan blijven staan, maar ik kan geen stap meer zetten. Ik ben moe, ik wil geen bevelen en orders van anderen opvolgen en bovenal wil ik mij nooit meer laten leiden door angst.
'Kom je nog of zal ik daar een paar stoelen neerzetten?'
Ik probeer mijn ene voet voor de andere te zetten, maar alles weigert. Zelfs mijn stem laat me in de steek. Ik voel warme tranen over mijn wangen lopen en het gevoel bekruipt mij dat ik naar Coen moet gaan, dat mijn tijd erop zit. 'Ik kan niet meer, ik ben moe,' fluister ik met schorre stem. 'Zo moe...' Berend is net op tijd om mij op te vangen.
Ik doe mijn ogen open, kijk om mij heen en zie Berend in de hoek zitten. Hij glimlacht als hij ziet dat ik wakker ben. Ik besef ineens dat mijn ouders niet weten waar ik ben. 'Mijn ouders...'
'Weten dat je hier bent, ik heb ze eergister gebeld,' zegt Berend kalm. Hij glimlacht nog steeds. 'Je hebt bijna 48 uur geslapen, ook mijn huisarts is nog even geweest. Hoe voel je je nu?'
'Beter. Bedankt dat ik hier mocht blijven.' Ik gluur even snel onder de dekens en zie dat ik geen kleren meer aan heb, alleen mijn ondergoed. Ik voel dat ik moet blozen en kijk even vlug naar Berend. 'Geen zorgen, ik had mijn ogen dicht. Wil je douchen of in bad?'
'Een douche zou wel even fijn zijn,' zeg ik en ik vind het fijn dat hij verder nergens naar vraagt. Hij staat op en komt even later terug met een badjas en 2 dikke, pluizige handdoeken. 'Ik ga naar beneden om eten te maken. Als je wil kan je andere kleren aantrekken, je weet waar ze hangen.'
'Ik heb geen idee waar je het over hebt, Berend,' zeg ik terwijl ik uit bed stap en de handdoeken pak. Als ik Berend net iets te lang naar mij zie kijken trek ik snel de badjas aan.
'Ik heb je toch verteld over Vivian?' Berend loopt op mij af en pakt mijn hand. 'Je lijkt sprekend op haar, afgezien van jouw ogen, die zijn blauw.' Ik loop achter hem aan en hij neemt me mee naar zijn walk-in closet. Zodra ik naar binnen stap zeg ik: 'Ze heeft je verlaten voor een ander, je bent nooit meer naar haar op zoek gegaan.' Met enige verbazing luister ik naar mijzelf en besef dat dit een stukje geheugen is dat weer terug is gekomen.
'Je weet het weer! Dat is fantastisch!' Berend omhelst mij even maar zodra hij mij voelt verstijven laat hij mij gauw los en mompelt een excuus. 'Wat kan je je nog meer herinneren?'
'Alleen wat jij mij vertelde over haar en deze kast. Verder niets,' zeg ik aarzelend.
'Dit is goed nieuws, laten we hopen dat er meer terug komt de komende tijd,' zegt Berend monter. 'Je mag trouwens alles aantrekken wat je wil.'
Ik zit op de rand van het bed en de paniek slaat weer toe. Wat nou als er meer terugkomt wat ik helemaal niet wil weten? Dat verhaal over die Vivian was nog vrij onschuldig. Wie weet wat er nog meer boven komt drijven en ik weet niet of ik daar wel klaar voor ben. Ik schud die gedachte van mij af en loop naar de kast waar de kleren van Vivian hangen. Ze mag dan wel qua uiterlijk op mij lijken, qua kledingsmaak komen we totaal niet overeen. Uiteindelijk trek ik een broekpak aan van een of andere zachte en soepele stof en trek er bijpassende ballerina's bij aan.
Als ik beneden kom staat Berend in een paar pannen te roeren en neemt ondertussen een slok wijn. Net voordat ik aan de keukentafel wil gaan zitten draait hij zich om en het is net alsof hij een spook ziet. 'Ik kocht dat pak voor haar in Barcelona, ze droeg het graag en vaak. Het stond haar prachtig, net zoals het jou ook prachtig staat.'
Omdat ik niet weet wat ik daarop moet zeggen loop ik naar het fornuis. 'Wat gaan we eten?' Ik merk dat ik echt honger heb ('Nee, trek! Kindjes in Afrika hebben honger,' zou mijn moeder zeggen.) en til een paar deksels op. Pasta, tomatensaus en het prutje met groente en vlees herken ik als geen ander. 'Je hebt mijn moeder gesproken en een recept gekregen,' concludeer ik en glimlach naar Berend. Hij lacht wat schaapachtig terug.
'Bel ze even, ze waren erg ongerust,' zegt Berend en wijst naar zijn werkkamer.
Ik krijg direct de voicemail. 'Mam, met Floor. Het gaat goed met me, maak je geen zorgen. Ik heb zelfs een stukje van mijn geheugen terug gekregen. Ik kom morgen naar huis.' Ik hang op en loop weer naar de keuken. Het ruikt heerlijk en mijn maag knort.
'Wil je dan nu vertellen wat je kwam doen?' vraagt Berend terwijl hij mijn bord vol schept met pasta en saus. 'Ik heb wel een en ander van je moeder gehoord, maar zij begreep het ook niet helemaal. Je had de advocaat van Hans aan de telefoon en zodra je had opgehangen stormde je weg.'
'Via de advocaat, ene Haanstra, kreeg ik een brief die Coen had geschreven vlak voordat Hans hem...' Ik krijg een brok in mijn keel en weet even niet wat ik moet zeggen. Ik herpak mijzelf en haal diep adem. 'Het was maar een halve brief, de andere helft heeft de advocaat nog. Als ik de rest wil hebben moet ik voor Hans nog een opdracht uitvoeren. Toen ik zei dat ik dat niet wilde en een klacht ging indienen zei de advocaat dat hij belastend materiaal had en dat ik niet zou willen dat dat bekend zou worden. Daarop ben ik direct hier naartoe gekomen. Je moet me geloven als ik zeg dat ik geen idee heb wat Hans tegen mij zou kunnen gebruiken.' Ik kijk Berend smekend aan en voor de tweede keer pakt hij mijn hand. 'Ik geloof je, uiteraard,' zegt hij zacht. 'We gaan samen naar die advocaat en dan eisen we de rest van de brief op. Hij heeft geen poot om op te staan. Eet eerst je bord leeg, ik heb je moeder ook gevraagd naar je favoriete dessert en dat staat in de vriezer te wachten.'
'Strawberry Cheesecake,' glimlach ik en val aan op het eten.
'Waarom kwam je naar mij en besprak je het niet met je ouders of Lodewijk?' vraagt Berend terwijl hij de tafel afruimt.
'Mijn vriendinnen hebben geen idee wat er aan de hand is, behalve dat ze wisten dat ik vreemd ging met Klaas-Jan. Ik wist dat ik jou kan vertrouwen, niets meer en niets minder. In de brief van Coen stond dat wij het op het werk vaak ook net iets te gezellig hadden met onderlinge grapjes, toespelingen en dergelijke. Ik heb geen idee of het waar is of niet, Hans heeft dat aan Coen verteld.' Als ik de ongemakkelijke houding van Berend aanschouw besef ik dat Hans het niet heeft gelogen. 'Het is dus waar,' zeg ik zacht.
'Op de parkeerplaats bij het uitvaartcentrum vertelde ik je dat ik van je hou. Dat meende ik echt, ik ben verliefd op je geworden en ik kan je niet zomaar naar Engeland laten gaan. Ik wil dat je weet dat je alle ruimte krijgt om te herstellen en om te bedenken wat je wil gaan doen als je terug komt. Je kan uiteraard gewoon weer aan het werk als je dat wil, ook eventueel in Stockholm. Mocht je besluiten helemaal niet meer te willen werken, dan kan dat ook en begrijp ik uiteraard.'
'Ik weet niet wat ik moet zeggen.'
'Hoeft ook niet, ik ben allang blij dat je niet gillend wegrent,' lacht Berend voorzichtig. 'Er is maar 1 Floor en daar wil ik heel zuinig op zijn.'
'Het is zo makkelijk niet om de juiste keuzes te maken. Ik zal toch ook nog een gesprek met Klaas-Jan moeten voeren, ik moet van het hele gedoe rondom Hans af en ik moet in therapie. Dat laatste vind ik het aller belangrijkste en ik denk ook dat het goed is dat het honderden kilometers weg is. Het zal mij goed doen,' zeg ik en lach ook voorzichtig.
'Wil je dan nu eindelijk dat kopje thee dat ik je een paar dagen geleden al heb aangeboden?'
'Dat kopje thee zal inmiddels wel koud zijn geworden, maar een verse kop lust ik wel.' Ik sta op en help hem met opruimen. Ik wil de borden in de vaatwasser zetten maar kom tot de conclusie dat deze er niet is. 'Van alle gemakken voorzien en geen vaatwasser?'
'Sommigen gaan hardlopen om hun hoofd leeg te maken, ik was met de hand af. Vind het geen probleem, dus laat maar staan, ik doe het morgen wel. Ik heb trouwens wel een vaatwasser, achter je,' grijnst hij. Ik kijk achter mij en zie dat er een misleidende handgreep op het deurtje zit. Ik grijns terug en laat de wasbak vollopen met heet water. 'We doen het gewoon samen, misschien helpt het ook voor mij.'
Het afwassen eindigde in een gevecht met zeepsop en de avond die volgde was zo ontspannen dat ik bijna vergat wat er allemaal aan de hand is. Heel even vergat ik Coen en voelde mij daar later heel erg schuldig over. Ik huilde tranen met tuiten toen het echt tot mij doordrong dat ik niet op zijn begrafenis was geweest. 'Ik moest zo nodig met een of andere bejaarde dame op een bankje zitten.'
'Heeft het geholpen?' was het enige dat Berend vroeg. Zijn vraag was zo doeltreffend dat ik knikte. 'Dan is het toch goed?' zei hij vriendelijk.
Berend stond erop dat ik in zijn bed zou slapen, hij nam het bed in de logeerkamer. Ondanks mijn protesten was hij niet te vermurwen. Op zijn nachtkastje lag een dossier en ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Berend kwam natuurlijk net op dat moment binnen en zei: 'Dat is een rapport dat ik nog moet doornemen. Mocht je je vervelen; be my guest. Maar ik denk dat je niet aan werk wil denken. Welterusten.'
Ik wilde inderdaad niet aan werk denken, toch begon ik met lezen en na een uur had ik diverse veranderingen aangebracht, met een gele markeerder het nodige onderstreept en aantekeningen gemaakt in de kantlijn. De volgende ochtend overhandigde ik het rapport aan Berend. 'Dit was het minste dat ik voor je kan doen. Bedankt voor al je goede zorgen.' Hij zei niets en legde het rapport in zijn werkkamer.
'Ben je er klaar voor? Weet je zeker dat je je ouders hier niet bij wil hebben?' Berend kijkt mij aan en ik staar vertwijfeld naar het advocatenkantoor. Ik slik even en stap uit. 'Nee, ik vind het fijn dat jij er bent. En het zal wel moeten, dinsdag vertrek ik al en ik wil dit opgelost hebben.'
De receptioniste wil ons afpoeieren, maar Berend houdt vol. Pas na een half uur komt meneer Haanstra ons ophalen.
'Mevrouw Moerland, wat kan ik voor u doen?'
'Ik kom de rest van de brief ophalen, zonder gevolgen,' zeg ik ferm en sla mijn armen over elkaar.
'Ah, u komt dus niet voor de instructies van de heer Dijkema? Spijtig, dan zal ik de nodige maatregelen moeten treffen,' lacht Haanstra vals.
'Het maakt niet uit wat u tegen Floor hebt, het gaat gewoon niet gebeuren. U kunt haar nu de rest van de brief geven,' zegt Berend dreigend.
'Anders wat?' vraagt Haanstra. 'Ik kan mevrouw Moerland in enkele ogenblikken laten arresteren voor fraude, diefstal en prostitutie. Ik heb een flink dossier vol bewijsmateriaal.'
'U zorgt er maar voor dat dat verdwijnt,' zegt Berend. 'Buiten dat het simpelweg niet waar is. Ik steek mijn hand voor haar in het vuur. Ze is onschuldig.'
'Kijkt u nog maar eens goed naar mevrouw Moerland. Zo onschuldig is ze echt niet.'
Vtje
Spannend! Hopen dat we niet zo lang meer hoeven te wachten op het volgende deel!
B23
Spannend weer!