
Floor schrijft Fictie #24
Ik heb het goed voor elkaar; leuke vriend, dito baan en een rijk sociaal leven. Spanning? Mwah, hoeft niet, mag wel.
Ik ga op een bankje zitten en ik voel hoe de tranen over mijn wangen stromen. Ik ben er zojuist achtergekomen wie mij heeft gestalkt en ik begrijp allerminst waarom. Ik hou van hem, ik hield van hem. Als ik op het scherm van mijn telefoon zie dat Coen voor de 388e keer belt neem ik op. 'Met Floor.'
'Waar zit je! Ik maak me zorgen, zal ik je komen ophalen?' vraagt Coen. Hij klinkt bezorgd, maar inmiddels weet ik beter. Ik heb nog niet eens bedacht wat ik tegen hem moet zeggen, ik weet wel dat ik mijn spullen moet ophalen en bij hem weg moet gaan.
'Floor? Ben je er nog?'
'Ik ben er nog.'
'Waarom zeg je niks? Ik hoor allemaal lawaai op de achtergrond, ben je in het centrum?'
Ik klap dicht en hang op. Direct gaat de telefoon weer over en ik druk Coen weg. Ik moet eerst een plan hebben voordat ik met hem ga praten.
'Floor? Wat doe jij hier?' Snel veeg ik mijn tranen weg en kijk in het lachende gezicht van Lodewijk.
'Lo!' roep ik en vlieg hem om zijn nek. Ik begraaf mijn gezicht in zijn jas en kan mijn tranen niet meer tegenhouden. Lodewijk duwt mij zachtjes van zich af en ik kijk naar zijn bezorgde gezicht.
'Wat is er aan de hand? Is er iets met Coen? Hebben jullie ruzie gehad? Meid, je ziet eruit alsof je wel een borrel kan gebruiken. Kom, ga mee,' zegt Lodewijk en trekt mij achter zich aan. Ik doe geen moeite om mij los te trekken; die borrel kan ik inderdaad goed gebruiken. In een café waar ik nog nooit ben geweest duwt Lodewijk mij op een stoel en haalt drankjes bij de bar.
'Mevrouw, een cosmopolitan voor u. Proost!' Lodewijk gaat tegenover mij zitten en wacht af tot ik iets zeg.
'Ik weet niet waar ik moet beginnen,' fluister ik en neem een slokje van de cosmo. De barman is niet zuinig geweest met de alcohol en ik word warm van binnen.
'Begin maar bij het begin. Het gaat over Coen neem ik aan?'
'Ik ben er net achter gekomen dat hij mij heeft gestalkt, gedrogeerd en gehersenspoeld,' zeg ik en sla het drankje in een keer achterover.
'Waar heb je het over?' vraagt Lodewijk en de verbazing spat van zijn gezicht. 'Jouw Coen? De Coen die voor je door het vuur gaat? De Coen die mij heeft gevraagd hoe hij jou ten huwelijk moet vragen? Die Coen?'
'Ten huwelijk vragen? Waar heb jij het nou weer over?'
'Coen heeft mij gister gebeld, hij wil je een dezer dagen ten huwelijk vragen. Is dat geen goed nieuws?' vraagt Lodewijk als hij mijn gezicht ziet. Langzaam schud ik mijn hoofd.
'Ik zal bij het begin beginnen, misschien hebben we nog een drankje of tig nodig,' zeg ik en Lodewijk wenkt de barman.
'Het begon nog maar een paar weken geleden met een sms-je. Daarin stond alleen maar “I see you”...'
'Sorry, hoor. Zei je nou een sms-je? Wie verstuurt die dingen nog?' onderbreekt Lodewijk mij abrupt. 'Excuus, ga verder. Ik zeg niets meer.'
'Daarna begon ik opdrachten te krijgen die ik moest uitvoeren, de bijbehorende dreigementen werden steeds erger,' zeg ik en vertel over de aangifte, Berend en de diefstal van de vereniging. 'Omdat ik een van de laatste opdrachten niet goed had uitgevoerd heeft hij jou aangereden waardoor je in het ziekenhuis terecht kwam.'
'Niemand heeft mij aangereden, Floor. Ik ben springlevend.'
'Dat blijkt,' zeg ik droog en de volgende cosmo drink ik in een keer op.
'Ik zal ongetwijfeld gaten in mijn geheugen hebben vanwege de verdovende middelen die ik heb gekregen, maar ik werd wakker in mijn eigen bed en blijk ik een heel ander leven te hebben dan gister!' zeg ik luid en kijkt verschrikt om mij heen. 'Ik schijn zelfs een affaire te hebben met een agent.'
'Klaas-Jan bedoel je? Ja, daar weet ik alles van,' zegt Lodewijk zacht. Nu is het mijn beurt om verbaast te kijken.
'Hoe bedoel je?'
'Je kwam een paar weken geleden langs toen Theo en ik net aan het eten waren. Je schoof gezellig aan zoals je wel vaker doet en kletste mee over de laatste roddels in showbizzland. Er leek niets aan de hand, totdat Theo het toetje ging halen en jij mij toevertrouwde al een half jaar een affaire te hebben met Klaas-Jan. Je wilde Coen voor hem verlaten, ik kon het niet geloven en je beloofde mij alles binnenkort te zullen vertellen. Nog voordat Theo het toetje op tafel had gezet ging je weg met de mededeling dat je moest werken. Ik heb je daar nog naartoe gebracht,' zegt Lodewijk hoofdschuddend. 'Weet je dit echt niet meer, Floor? Misschien moet je naar een arts om te kijken of alles in je hoofd nog wel goed is. Als dit een herhaling is van jaren geleden...'
'Dat is het niet, dit is erger,' zeg ik kortaf en sta op. 'Ik moet met Coen praten, maar eerst ga ik naar Berend. Hij heeft ook vast nog een paar antwoorden. Bedankt dat je wilde luisteren, maar ik moet gaan.'
'Floor! Wacht!'
Ik wacht niet af en loop snel naar buiten. Ik besef dat mijn auto nog bij Klaas-Jan voor de deur staat en spring de eerste de beste tram in die ik zie staan. Ik besluit een taxi te nemen zodra ik op Centraal ben en pak mijn telefoon om te kijken hoe vaak Coen heeft gebeld. Vijftien gemiste oproepen, 5 whatsappjes en 1 sms-je. Ik sla de smeekbedes van Coen over en open het sms-je.
“Ik heb het toverwoord nog niet gehoord en volgens mij ben je bijna radeloos. Heb je al iemand in vertrouwen genomen? Klaas-Jan al gezien? Of ben je toch naar Lodewijk gegaan? Ik wil je zo graag helpen, lieve Florine...”
Ik sla mijn hand voor mijn mond en besef dat hij mij zojuist Florine heeft genoemd. Niemand noemt me ooit nog zo, behalve mijn oma van 94. Er is ook bijna niemand die weet dat ik echt zo heet, afgezien van mijn ouders, Lodewijk, Coen en Femke... Femke! Ik moet haar ook spreken, denk ik en terwijl ik haar nummer zoek gaat mijn telefoon.
'Sas! Met Floor!'
'Ik schrik ervan dat je opneemt, leef je nog? Ik hoor niets van je, ik zie je niet meer... Ik mis je, Floor. Kiki en Jill ook, het is maar saai zonder jou. Zullen we morgen gaan borrelen? We moeten nodig bijpraten en volgens mij heb jij heel wat uit te leggen over die blonde hunk waar ik je volgens mij laatst mee zag. Ik wist helemaal niet dat jij en Coen uit elkaar waren,' ratelt Saskia en ik kan er geen speld tussen krijgen.
'Waar heb je het over?'
'Je kwam de pizzeria uit met een blonde man en ik riep je nog maar je leek me niet te horen, jullie keken verliefd naar elkaar en liepen gearmd weg,' lacht Saskia. 'Ik was altijd zo jaloers op jouw relatie met Coen, maar hij was dus ook niet de ware.'
'Sas, ik weet even niet waar je het over hebt en er is van alles aan de hand. Ik kan het nu niet uitleggen, ik bel je later.'
'Voordat je ophangt en weer in het luchtledige verdwijnt... Gaat het goed met je? Ik weet dat je hard en veel werkt, maar denk goed om jezelf. Als het te lang duurt voor je terugbelt, bel ik jou,' zegt Saskia streng.
'Ik beloof plechtig snel te bellen,' zeg ik en hang op.
Dit telefoontje was helemaal niet verhelderend, er zijn alleen maar meer vragen bij gekomen. Waarom heb ik mijn vriendinnen zo verwaarloosd? Was ik teveel bezig met werken en mijn affaire met Klaas-Jan geheim houden? Hoe komt Saskia erbij dat ik bij Coen weg ben? Als ik van diverse kanten wordt aangekeken besef ik dat ik hardop aan het mompelen ben. Met een rood hoofd stap ik uit en loop naar de taxi standplaats.
Onderweg naar Berend vraag ik mijzelf af of het wel een goed idee is om naar hem toe te gaan. Stel nou dat hij ook in het complot zit. Als er al een complot is...
'Mevrouw, we zijn gearriveerd. Dat is dan € 23,70.' Ik betaal de chauffeur en kijk naar het huis waarvan ik zeker weet dat ik er al eens ben geweest. Ik haal diep adem en bel aan. Niet veel later kijk ik in het gezicht van Coen. 'Ik wist dat je hier zou komen, ik maakte mij zorgen,' zegt hij en wil mij omhelzen maar ik deins terug.
'Nee, je komt niet dichterbij. Nooit meer kom jij dichtbij. Ik ben er achter gekomen dat jij degene bent die mij al die tijd heeft gestalkt. Ik heb geheugenverlies, maar heel langzaam vallen er puzzelstukjes op zijn plek. Een van die stukjes is erachter komen wie mijn stalker is. Ik heb hem gevonden,' zeg ik en langzaam loop ik achteruit, terug naar de deur. 'Ik ga bij je weg, Coen. Ik wil niets meer met je te maken hebben. Waar is Berend? Ik kwam voor hem.'
'Berend heeft zich teruggetrokken, hij zit boven zodat wij rustig kunnen praten. Ik ben zo blij dat je ongedeerd bent!' Coen doet een paar stappen mijn richting op en ik besef dat ik bang voor hem ben.
'Je ontkent niet eens dat jij de stalker bent! Je hebt de fout gemaakt door mij bij mijn volledige naam te noemen, domme zet. Bijna niemand weet dat ik echt zo heet. Het was een spannend spel, Coen. Helaas voor jou; game over.' Ik draai mij om en begin te rennen. De regen die inmiddels met bakken naar beneden komt stoort totaal niet, ik fris er juist van op en kan helderder nadenken dan ooit. Ik weet nu precies waar ik naartoe moet gaan, of beter gezegd: naar wie.
“Iene miene mutte, tien pond grutten, tien pond kaas, iene miene mutte is de baas. Maar jij mag de baas niet zijn, want jij bent nog veel te klein.
Coen, oh Coen! Waar is die nobele ridder? Hij is de enige die jou kan redden! Ik kom achter je aan, begin maar vast met rennen”
Anoniem
Alweer veel te spannend. Ik moet maar gewoon geduld hebben voor het volgende deel
Anoniem
...maar ik ben wel reuze benieuwd!!!
Anoniem
Inderdaad....ook ik raak de draad compleet kwijt ;)
J S
Ook ik kan er geen touw meer aan vast knopen.. Hopelijk volgt snel de ontknoping :)