Cavia(af)
Eergisteren, toen ik uitgeput na een hectische dag op het bankje in de tuin zat, ontdekte ik dat één van onze twee cavia’s levenloos in zijn hok lag. De schrik was groot. Wanneer was dit gebeurd? Hoe? Waarom?
Ik besloot om het mijn zoon de volgende dag pas te vertellen, alvast nadenkend over hoe ik het zo pedagogisch verantwoord ging brengen en uitgaande van de meest hysterische scenario’s. Hij had cavia Aaf immers zelf uitgezocht…
Toen we de volgende dag aan het eten waren, zei ik voorzichtig: “Ik heb een beetje verdrietig nieuws…” Hij keek op van zijn bord spaghetti en vroeg: "Wat dan?""Nou," begon ik, terwijl het angstzweet ineens op mijn voorhoofd stond, "Aaf is gister overleden..."Ik zag hem schrikken. Het was immers cavia Gijs geweest die onlangs naar de dierenarts moest voor een spuitje en toen op wonderbaarlijke wijze op de dag van het inslapen was genezen. "Hoe dan?" Vroeg hij. "Aaf was toch gezond?" Ik knikte. Aaf was ook gezond, tot die keer dat ze ineens in een hoekje van het hok lag terwijl het voer nog in haar mond zat. Maar dat vertelde ik hem maar niet. "Ik denk dat Aaf wat ouder was dan we dachten." Hij leek het te begrijpen. Het was even stil en toen vroeg hij: "Waar is ze nu? Mag ik haar begraven?" Ik slikte mijn paniek weg, want ik had Aaf vanwege het warme weer die ochtend noodgedwongen in een schoenendoos bij de dierenarts afgeleverd. "Dat kan helaas niet," zei ik, "Aaf is bij de dierenarts en die begraaft haar." Een onschuldige leugen, vond ik.
Ik keek naar mijn zoon en wachtte op verdriet, boosheid misschien, of teleurstelling, tranen en gestamp. Maar het bleef stil. Hij nam een hap van zijn spaghetti en ineens veerde hij op. Ik zette me schrap."Maar mam!" riep hij, "Mag ik straks een ijsje?"