Snap
  • Kind
  • dochter
  • opvoeding
  • onderzoek
  • Vroeger
  • vroegerwasallesbeter

Opvoeding van toen en nu!

“Vroeger was alles beter!” Dat horen wij onze ouders en/of opa’s en oma’s wel eens zeggen. Soms lijkt het wel of het vroeger allemaal makkelijker was. Maar is dit wel zo?! Was vroeger alles beter? Was het makkelijker. Of zijn het de ‘herinneringen’ die de waarheid een beetje doet vertroebelen?

Nostalgisch mijmeren over vroeger. Vol aandacht luisteren naar de verhalen van je ouders en grootouders. De tijd was toen zo anders. Dingen die zij normaal vonden, is nu niet meer denkbaar. Waar vroeger de dokter een sigaretje als medicijn voorschreef om rustig te worden, is dat nu volstrekt ondenkbaar. Maar hoe zat dit met de opvoeding. Met de visie van ouders?

Het is wel duidelijk dat in de loop van de jaren de doelen in de opvoeding veranderd zijn. Vroeger waren ouders ontzettend gehecht aan regels. Waar overleggen, onderhandelen en meebeslissen ondenkbaar was, is dit nu normaal. Tegenwoordig willen wij graag dat onze kinderen ‘meebeslissen’, onze kinderen mogen onderhandelen en wij zijn erg gesteld op het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Dit verlangen wij, als ouders, van onze kinderen. Niet alleen wij als ouders, ook op school. Het is de verantwoording van het kind dat de weektaak aan het eind van de week af is.

In de loop van de jaren is ook de gezinsgrootte veranderd. Waar vroeger grootte gezinnen meer regel dan uitzondering was, is dit nu andersom. Ouders van grootte gezinnen krijgen commentaar en worden ‘raar’ aangekeken. Het is zo ‘bijzonder’ dat er zelf een televisieprogramma aan geweid wordt. (Een huis vol.…) Vroeger voedde de kinderen elkaar op, de oudste de jongste.

De norm wat een kind nodig zou moeten hebben is ook veranderd, vroeger waren ouders blij dat ze hun kind het nodige materialistische dingen konden geven. Denk aan; eten, drinken en kleding. Tegenwoordig is de norm dat ons kind niets mag ontbreken. Zowel materialistisch als psychisch en sociaal. Daar zitten wij nu als ouders bovenop. Wij willen graag dat ons kind zich ontplooit op school, in clubjes en op de sport. De lat ligt vele maler hoger. De druk is toegenomen. Zelfs op kleuters. Onder kinderen heerst er een enorme prestatiedruk.

Jonge ouders hebben tegenwoordig keuze uit een scala boeken, cursussen en internetfora. Wij praten véél meer over de opvoeding dan vroeger. Vroeger ‘deden’ ouders het gewoon. Dat betekent niet dat dit minder doordacht was. Er werd gewoon minder over gepraat. Gewoon doen! Mauwen opstropen en gaan. Misschien kunnen wij hier nog wat van leren?!

Ook de rol van de ouders in het gezin veranderd. Vrouwen zijn geëmancipeerd. Of beter gezegd, de mannen. Mannen hebben in de loop van de jaren een hele andere rol gekregen binnen het gezin. Mannen zijn al een tijd niet meer de enige kostwinnaar. Vrouwen werken ook en de taken binnen het gezin moeten verdeeld worden. Zo ondertussen wordt verwacht dat de mannen ook de handen uit hun mouwen steken in het huishouden. Stofzuigen, dweilen en een wasje draaien. Maar wat nog belangrijker is, is de opvoeding van de kinderen. Vaders zijn veel meer betrokken. Gaan mee naar ouder avonden, gaan meekijken bij een nieuwe crèche of school. Gaan met de kinderen mee naar de sport en hebben heuse ‘papa-dagen’ Vroeger stonden moeders er meer alleen voor. Het werd verwacht van de moeders om thuis te blijven, de zorg van de kinderen op zich te nemen. Zij konden wel werken, maar het liefst als de kinderen groter waren.

Tegenwoordig zijn er natuurlijk een tal van verschillende gezinnen. Ik ga nu even in op de samengestelde gezinnen. Hierdoor zijn er natuurlijk ook meer volwassenen betrokken bij de opvoeding van een kind. Ouders, bonus of stiefouders, hoe je ze ook maar wilt noemen. Hierdoor is het niet meer traditioneel alleen de vader en moeder die zich moeien met het gezin. Er zijn natuurlijk tal van andere vormen van gezinnen. Denk aan ouders van het gelijke geslacht. Dit was vroeger niet voor te stellen. Gelukkig zijn die tijden veranderd. En is dit nu de gewoonste zaak van de wereld.

Jouw eigen opvoeding is niet te vergelijken met de opvoeding die jij je kinderen geeft. De maatschappij is veranderd. Zoals ik al eerder benoemde, de prestatiedruk is hoger, de samenleving is sneller geworden, veeleisender. Er ligt meer (onbedoelde) druk bij de kinderen door sociale media. Ouders moeten hun weg vinden in de begeleiding van hun kroost in de onlinewereld. Er zijn mobieltjes, tablets, chatten. Daar moeten wij nu onze kinderen in goede banen door heen leiden. Ook op de basisschool wordt er steeds jonger iets verwacht, denk aan de jaarlijkse cito toetsen. Het hoort allemaal bij de maatschappij van nu.

Tegenwoordig nemen ouders ook veel meer informatie op over de opvoeding. We praten erover, hebben allerhande informatie die wij tot ons kunnen nemen. Vroeger was een advies van het consultatiebureau of van (schoon)moeder afdoende. Toch zijn al die meningen en adviezen die wij nu krijgen soms ook verwarrend. Vaak staan ze ook nog eens lijnrecht tegen elkaar. Hoewel de informatievoorziening vele malen beter is dan vroeger, kan dit ook voor verwarring en onzekerheid zorgen.

In de jaren 60 stonden behoeftes en wensen van het kind centraal en werd het kopje ‘altijd maar moeten gehoorzamen’ geschrapt. Dit kwam voor uit een reactie van hun eigen opvoeding. Tegenwoordig ‘mogen’ grenzen weer.

Volgers Prof. Dr. Peter Adriaenssens was vroeger was de woning het ‘middelpunt’. Er was altijd iemand thuis als de kinderen van school kwamen. Daar was de rust, reinheid en regelmaat. Tegenwoordig is iedereen ‘ergens’. Ouders werken allebei, kinderen hebben na school van allerlei activiteiten. Waardoor het moeilijker is om de basisrust te creëren. Wat extra belangrijk is, is om even die extra knuffel te geven. In het weekend fijne dingen samen te ondernemen en een extra gesprekje te voeren waarom het niet zo leuk was op school.

Een tijd geleden zijn er onder de lezers van de ‘ouders van nu’ een aantal vragen gesteld wat betreft 50 jaar opvoeding. Hier kwam uit dat een aantal dingen hetzelfde of bijna hetzelfde is gebleven en dingen die totaal anders zijn.

- De normen en de waarden die wij onze kinderen mee willen geven ongeveer hetzelfde. Wij willen graag onze kinderen eerlijkheid, behulpzaamheid en zelfstandigheid meegeven. Dit is niet veranderd ten opzichte van vroeger. Wél zijn er een aantal dingen bijgekomen in de geest van nu.

- Ook zijn wij nog steeds van ‘eten wat de pot schaft’. Dit is niet veranderd in al die jaren. Ook niet het feit dat nee, nee is.

Ook zijn er een aantal dingen veranderd.

- Wij laten onze kinderen niet meer nachten lang huilen. Even huilen is goed, maar niet té lang.

- Snoepje voor het slapen gaan. In 1970 geloofde ouders dat dit de slaap zou bevorderen. Nu weten we dat dit juist niet zo is.

- Vroeger moesten kinderen zich ‘leren beheersen’. Tegenwoordig mogen onze kinderen gerust uitrazen.

- Karwijtjes in huis was vroeger heel normaal. Jongens en meisjes. Tegenwoordig is dit niet meer zo aan de orde.

- Moeder is de baas. Tegenwoordig vinden ouders dat er meer opvoeders zijn. Denk aan opa’s en oma’s.

De 20ste eeuw, de eeuw van het kind.

De jaren 30

In de jaren 30 waren de 3r’s (rust, reinheid en regelmaat) de belangrijkste leidraad. Het kind had in zekere mate vrijheid, straffen mocht maar slaan was uit den boze. Ouders waren het goede voorbeeld. Ook mocht er liever niet té veel gelezen worden. Hierdoor was men bang dat een kind te veel in zijn fantasiewereld zou gaan leven. Ook het voorlezen voor het slapen gaan wilde men liever niet. Dit zou de nachtrust niet ten goede komen.

Verder was er een duidelijk onderscheid tussen jongens en meisjes. Jongens waren de toekomst, die moesten het geld verdienen. Meisjes moesten later vooral moeder zijn en voor het huishouden zorgen. Ook was het onderscheid goed te zien in speelgoed die tijd.

In die jaren kwam het eerste ‘elektrische speelgoed’ op de markt. Hier waren de meningen zeer over verdeeld. Want, het was gevaarlijk en kinderen zouden niet meer zelf kunnen spelen. De fantasie zou wel eens kunnen verdwijnen. Het enige elektrische speelgoed item wat wel gewaardeerd werd was het fornuis. Hier kon geleerd van worden.

De jaren 40

In de jaren 40 was het speelgoed heel erg leeftijdsgebonden. Vanaf een week of 8 kreeg de baby een bal, vanaf een maand of 4 een rammelaar, vanaf een jaar blokken en peuters kregen iets creatiefs. Denk aan klei en dat soort items. Kleuters kregen kralen, puzzels, naaiwerkjes en bellenblaas.

Wat wel heel duidelijk was dat er niet té veel speelgoed moest komen. Want overdaad schaadt. Ook grepen ouders zo min mogelijk in bij het spel. De overtuiging was, wat je kind lief heeft, zal het niet vernielen.

Ook stond veiligheid en hygiëne hoog in het vaandel. Kleine kinderen mochten niet te klein speelgoed. Het mocht niet afgeven en zieke kinderen mochten geen speelgoed geven aan gezonde kinderen. Tenzij het speelgoed ontsmet was.

De jaren 50

De 3 R’s blijven de leidraad. Ouders hebben de leiding en geven het goede voorbeeld.

De jaren 60&70

Dit zijn de jaren met de vrijere opvattingen. Kinderen dachten, praten en beslissen mee in de opvoeding. De strenge richtlijnen worden losgelaten. De gezinnen worden kleiner en de het strak geregelde huishouden wordt losgelaten, dit is niet meer zo belangrijk. De verschillen tussen jongens en meisjes vervagen en dit is ook te zien in het speelgoed.

De rol van meisjes wordt in deze tijd ook anders. Ze gaan meetellen op de arbeidsmarkt later. Er wordt niet meer verlangt dat zij er alleen zijn voor het huishouden en de kinderen. Hierdoor worden er ook kinderdagverblijven geopend. Alhoewel de meningen hier nog wel over verdeeld waren, was die optie er wel.

Lezen wordt gezien als een ontwikkeling en de TV komt voor het eerst in de huiskamer. Hierdoor worden er wel minder gezelschapspellen gespeeld en wordt er minder gelezen.

Na deze jaren kwam de echtscheidingsgolf. Hierdoor werd de opvoeding al automatisch anders.

Tot slot heb ik nog een paar gekke feitjes over de opvoeding van vroeger.

- 1901 werd het eerste consultatiebureau geopend. Mensen dachten toen trouwens dat baby’s een apart ‘mensensoort’ was.

- Vroeger dachten ze ook dat kinderen minder pijn hadden dan volwassenen. Kiezen werden getrokken zonder verdoving. Ook werden amandelen geknipt zonder verdoving.

- In de jaren 30 kregen moeders de zogenaamde zorgpremie om borstvoeding te stimuleren.

- In de eerste helpt van de 20ste eeuw werden pasgeboren baby’s niet direct op de borst van hun moeder gelegd. Zij kregen de eerste 24 uur geen voeding. Men was bang dat de baby zich zou verslikken.

- De eerste flesvoeding kwam in 1905 op de markt. Deze was van Nestlé.

- Zoete traktaties waren de norm op school.

- Ouders rookte overal. In de auto, in huis. Leraren zelfs in klas.

- Ouders reden zonder autostoeltje. Kinderen gingen gewoon op de achterbank in hun reiswieg.

- Het was heel normaal om kinderen al heel vroeg alleen thuis te laten.

- Ook was het normaal om de kinderen in de auto te laten zitten bij de winkel of bakker.

- Ook smeerde wij onze kinderen niet in tegen de zon.

- Alle kinderen gingen in bad. In hetzelfde water.

Er zijn zoveel verschillen met vroeger. Maar er zijn ook overeenkomsten. Mooie dingen. Ook dingen die wij ons nu niet meer voor kunnen stellen. Of het beter was vroeger? Die mening laat ik aan jou over. Maar het ‘eenvoudige’ langzame leven is soms ook wel lekker.

Hoe denk jij hier over?!

Bedankt voor het lezen.

Liefs,

Jamie-Lee

Bronnen; opanoma.nl / visie.eo.nl / twijfelmoeder.nl / mensensamenleving.info.nu / me-to-we.nl / tipjes&weetjes.nl